Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 29 februari 2016

Genealogisch blog 25



Vernoemd

Mijn grootvader was kweker in hart en nieren. Hij vond het heerlijk om op zondagmorgen, tussen kerk en middagmaaltijd, over zijn bedrijf te lopen en het werk van de afgelopen week te overzien. Zeker wanneer alles er nietjes opgeruimd uitzag. Tegen wie met hem meeliep vertelde hij uitvoerig over zijn planten, hoe ze gestekt moesten worden, hoe ze groeiden, wanneer ze zouden bloeien, hoeveel water ze moesten hebben en wanneer ze kunstmest kregen. Dan genoot hij en dat kon je aan hem zien.

Tijdens zo’n zondagse wandeling door zijn kassen viel hem een afwijkende plant op tussen de Geraniums die hij teelde. Tussen de planten van het ras ‘Black Vesuvius’ stond een veel kleinere plant dan de andere met een andere bladtekening en een andere fellere kleur bloemen. In zijn hart hoopte opa weer op een nieuwe soort, zoals hij enkele jaren eerder er eentje had gevonden. Ook een Geranium, die hij vernoemde naar zijn oudste kleindochter: Jacqueline. De Jacqueline legde hem geen windeieren.

Charlotje

Henk Bosman
Twee maal mijn grootvader met zijn trots
Opa zette de afwijkende plant op een eigen kweektafel en probeerde er zo snel mogelijk zo veel mogelijk stekjes af te halen. Toen hij voldoende planten had en de planten raszuiver bleken te zijn, durfde opa het in 1967 aan zijn nieuwe vondst ter keuring aan te bieden bij de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde. Hij behaalde met zijn nieuwe dwergpelargonium het Getuigschrift van Verdienste en mocht nu het plantje officieel een naam geven.
Over die naam hoefde opa niet lang na te denken. Dit plantje kreeg de naam van zijn tweede kleindochter: Charlotje. In de plaatselijke krant liet hij trots weten bewust gekozen te hebben voor het verkleinwoord om aan te geven hoe teer zijn plantje was. De Koninklijk Maatschappij testte de daarop volgende maanden Charlotje op het Proefstation in Aalsmeer en op de proeftuin in Lent. Opa ging voor het getuigschrift Eerste Klasse, daarmee zou Charlotje meer geld opleveren.

Toen ik in de jaren 1974-1978 werkte bij Handelskwekerij G. Borgman & ZN. Bv. in Aalsmeer, had ik door mijn functie van inkoper/chef expeditie veel contacten met leveranciers. Regelmatig bracht ik een bezoek hun bedrijven in Aalsmeer, maar ook in het Westland. Bij Rinus van Zaal in De Kwakel kwam ik bijna wekelijks in het seizoen dat de chrysantenstekken uitgeleverd werden. Toen we uitgepraat waren over zijn verzameling Heinkels, vertelde Van Zaal me een keer, dat hij een nieuwe herfstchrysant had gewonnen. Een kleinbloemige, gele, pompoen troschrysant. Hij had alleen nog geen naam voor zijn aanwinst. Of ik er een wist. Waarom vernoem je je nieuwe aanwinst niet naar mijn zoon?, vroeg ik. Dat deed hij onmiddellijk, omdat hij de naam van mijn zoon bijzonder vond: Onno.

Een tijdje later overkwam me min of meer het zelfde op het Gerberavermeederingsbdrijf van Leen Goosen in Rijsenhout. Veredelaar Theo Seegers liet me weten de zoveelste nieuwe gerbera ontwikkeld te hebben. Een oranje met een zwart hart. Ook Seegers zocht hulp voor een nieuwe naam. Mijn zoon is al vernoemd, zei ik, wat dacht je van de naam van mijn dochter, Myrna? Seegers hoefde er niet over na te denken. Ik kreeg een bos mee naar huis.

Jacqueline, Charlotje, Onno en Myrna zijn al lang niet meer in de handel, ingehaald door nieuwere soorten met nog betere eigenschappen. Mogelijk zijn er in stoffige archieven nog beschrijvingen te vinden. Misschien heeft een verzamelaar nog iets. Ik heb alleen nog de bovenstaande stukjes uit de Amersfoortse kranten van destijds.



Tiel, 29-02-2016


zondag 28 februari 2016

Genealogisch blog 24



Verbond der Edelen

De Tachtigjarige Oorlog, die in 1568 uitbrak, is aan velen van het Betuwse geslacht Van Haeften niet onopgemerkt voorbij gegaan. Voor de uitbraak van de opstand tegen de Spanjaarden hadden veel familieleden zich al aangesloten bij de reformatie en bij Willem van Oranje, die het opkomende verzet tegen de Spaanse koningen leidde. Een enkele Van Haeften bleef aanhanger van de Roomse godsdienst, zoals de moeder van de hierna genoemde Dirck. Deze Van Haeftens bleven over het algemeen trouw aan Karel V en zijn opvolgers Philips II.

In de aanloop naar de Tachtigjarige Oorlog verenigden zo’n 200 edelen zich in het zogenaamde Verbond der Edelen met als doel de Inquisitie en de maatregelen tegen de ketters te verzachten. De ketters waren de aanhangers van de Reformatie. Veel edelen zagen in het Verbond ook een manier om hun verloren gegane invloed te herstellen. Het Verbond stond in nauw contact met prins Willem van Oranje via diens broer Lodewijk van Nassau.

Met zekerheid weten we, dat Dirck van Haeften (1530-1578) en zijn verre neef Frans van Haeften (1573) sinds 1566 lid waren van het Verbond der Edelen. Ook Dircks zwager, Alexander van IJsselsteyn, was lid. Diens zus Anna was de tweede vrouw van de prins. Frans van Haeften was van de partij, toen de edelen op 5 april 1566 hun Smeekschrift aanboden aan landvoogdes Margaretha van Parma. 

Verbond der Edelen

Aanbieding van het Smeekschrift aan Landvoogdes, Margaretha van Parma, 
door Famiano Strada (1572-1649); Pierre Du Ryer (ca.1606-1658). Gravure door: L. Causé

Het waren echter niet alleen Dirck en Frans die het tegen de Spanjaarden opnamen. Ook Diederick van Haeften (1547-1610), echtgenoot van Elsabe van Dorth, was de “Staatse Zaak” toegedaan.
In 1568 daagde Alva zowel Dirck als Frans van Haeften voor zijn beruchte rechtbank in Antwerpen. Ze kwamen beiden niet opdagen, werden bij verstek veroordeeld tot verbanning en vluchtten het land uit, vrijwel zeker naar Duitsland, waar ze in contact stonden met Willem van Oranje. Frans overleed in 1573. Dirck echter was in 1572 weer terug in de Lage Landen en veroverde met een klein legertje Zaltbommel op de Spanjaarden op 31 juli van dat jaar. Net als zijn grootvader Dirck in 1511 de Bourgondiërs verraste met een schip met rijshout, verschalkte Dirck de Spaanse stadswacht met een wagen vol hooi. Daardoor behoorde Zaltbommel, samen met Buren, tot de eerste twee steden in Gelderland, die de zijde van de Prins van Oranje kozen. Als dank benoemde de Prins Dirck tot gouverneur van de stad. Met mooie beloften probeerde Alva nog Dirk over te halen de Spaanse zijde te kiezen. Tevergeefs.

Zaltbommel
Herdenkingsbord inname van Zaltbommel door Dirck van Haeften
In april 1574 raakte Dirck gewond aan zijn been, toen hij Kasteel Waardenburg op de Spanjaarden veroverde. In juni van dat jaar begonnen de Spanjaarden aan een beleg van Zaltbommel, dat tot oktober zou duren, toen de Spanjaarden, gedwongen door het hoge water, het beleg opbraken. Uit onvrede met de hoge kosten, die Zaltbommel voor het garnizoen van de Prins moest ophoesten, legde Dirck zijn functie van gouverneur in 1577 neer. Dirck Vijgh werd zijn opvolger. Een jaar later overleed Dirck van Haeften. Bij de herdenking van de verovering van Zaltbommel door Dirck van Haeften in 1922 werd een speciaal bord gemaakt.

Kasteel verwolde
Kasteel Verwolde rond 1600
In de Achterhoek was Diederick van Haeften betrokken bij de strijd tegen de Spanjaarden. Hij had in 1565, na de dood van zijn vader Allard, nog als onmondige jongeman het pas herbouwde Kasteel Verwolde in eigendom gekregen. In 1583 nemen de Spanjaarden het kasteel in en verwoestten het grotendeels. Diederick werd gevangen genomen en naar Steenwijk afgevoerd. In 1584 vaardigde Koning Philips II van Spanje een generaal pardon uit voor de burgers van Zutphen, maar een aantal van hen werd hiervan uitgesloten, onder wie Diederick van Haeften, heer van Verwolde, en zijn schoonvader Seino van Dorth (1536-1605) en nog 16 andere edelen. In 1585 kwam Diederick weer op vrije voeten door een uitruil van gevangenen. Vanaf dat moment heeft Diederick zich niet meer met de politiek ingelaten. Hij besteedde al zijn aandacht aan het beheer en vergroten van zijn bezittingen. Diederick overleed in 1610 en werd in de kerk van Lochem begraven.
Het verhaal gaat, dat een aantal leden van de familie van Haeften uit Meteren niet hun eigen achternaam gebruikten in het begin van de Tachtigjarige Oorlog uit angst voor Spaanse represailles. Zij lieten zich ‘De Craen’ noemen naar Jan de Craen van Haeften, schepen van Meteren, die ervoor koos de achternaam van zijn moeder te koppelen aan zijn eigen achternaam. Pas toen het gevaar voor Spaanse vervolging geweken was, gebruikte Johan Jansz weer openlijk de achternaam ‘De Craen van Haeften’. Harde bewijzen hiervoor zijn er jammer genoeg niet.
De moeder van Johan Jansz was Ariken van Haeften, een bastaard dochter van Johan van Haeften (1530-1574). Johan Jansz verliet Meteren en vestigde zich in Utrecht. Tot zijn nazaten behoren de huidige adellijke en niet-adellijke families Van Haeften en de familie De Craen van Haeften.

Tiel, 28-02-2016