Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 28 maart 2024

Genealogisch blog 750

 

De Witte Raaf

Aan de Duinweg aan de rand van Noordwijk ligt Fletcher Hotel “De Witte Raaf”. Het hotel is eigendom van Risolta BV in Leeuwarden en wordt sinds 2009 gehuurd en geëxploiteerd door Fletcher Hotels. In zijn huidige vorm roept het hotel nauwelijks herinnering op aan boerderij “De Witte Raaf” die tot 1930 op de plaats van het hotel stond. Een hevige brand verwoestte de boerderij destijds. In 1936 begon men met de nieuwbouw van de boerderij, die uiteindelijk omgebouwd werd tot het huidige hotel. De boerderij kreeg pas na 1703 zijn naam “De Witte Raaf”. De voor 1703 naamloze boerderij dateerde uit de 15e eeuw en bestond toen nog uit een aantal kleine huisjes en stallen.

Boerderij De Witte Raaf, 1923, schilderij door Jan Verheul

Op 31 mei 1588 kocht jonkheer Guido van Meetkercke de boerderij die later “De Witte Raaf” zou gaan heten,. De boerderij lag op de grens van Noordwijk en Noordwijkerhout Guido van Meetkercke kocht de boerderij en de bijbehorende landerijen van Pieter Willem Stevensz. Bij het in eigendom hebben van de boerderij waren tot 1613 de eigenaar en zijn erfgenamen verplicht twee percelen land en twee akkers van 2 hond (in totaal 3 hond) te pachten van de Abdij De Leeuwenhorst in Noordwijk. Deze landerijen werden vaak weer door verpacht aan onderpachters In 1603 kwam de eigendom van “De Witte Raaf”, zoals ik de toenmalige boerderij gemakshalve maar noem, in handen van jonkvrouw Maria (Marije) van Meetkercke, de dochter van Guido van Meetkercke.

Kaart uit 1599 met links De Witte Raaf (detail)

Wie was deze Guido van Meetkercke? Guido is in 1558 geboren als zoon van Jacob van Meetkercke en Josine van Steenhuise. Hij was Heer van Eeghem in Vlaanderen, waar de familie vandaan kwam. Rond 1573 is hij in Leiden getrouwd met jonkvrouw Theodora van Wijck. Vrij kort na de voltrekking van hun huwelijk werden Guido en Theodora de ouders van dochter Maria of Marije. Op 12 februari 1587 lieten Guido en Theodora, die zwaar ziek te bed lag, hun langstlevende testament opmaken door notaris Salomon Lenaetsz van der Wuert. Bijzonder aan deze gebeurtenis is het feit, dat die plaats vond in het huis van Margaretha van Haeften, de latere echtgenote van Guido van Meetkercke. Theodora van Wijck moet ergens in het voorjaar van 1587 zijn overleden, want op 29 augustus 1587 lieten Guido van Meetkercke en Margaretha van Haeften hun huwelijkse voorwaarden vastleggen. Kort daarna zijn ze in het huwelijk getreden. Ze lieten op 3 mei 1599 hun testament opmaken ten overstaan van notaris Salomon Lenaetsz van der Wuert. Het testament werd een paar keer aangepast.

Margaretha (Margriet) van Haeften was een dochter van Johan van Haeften (1507-1549) en Lucretia van Brederode (ca. 1500-1596), die in totaal tien kinderen hadden. Uit het huwelijk van Guido van Meetkercke en Margaretha van Haeften zijn geen kinderen voortgekomen. Margaretha was de weduwe van Pieter van Grispere, met wie zij trouwde voor 1573.

Guido van Meetkercke was dan wel eigenaar van “De Witte Raaf’ en pachter van landerijen, dat betekende niet dat hij zich aangetrokken voelde tot het boerenbedrijf. Geenszins. Hij woonde niet op “De Witte Raaf”, maar in het centrum van Leiden op de Papengracht, in het huis waar ook zijn vader had gewoond.

Guido van Meetkercke was militair in hart en ziel. Hij was tot 1600 kapitein in het Staatse leger. Op 10 maart 1599 kreeg hij van de Staten van Holland en Westfriesland de opdracht in Haarlem een legermacht te vormen:

“De Gecommitteerde Raaden, etc. Authoriseeren bij deesen Guido van Meetkercken, om als Capitein binnen de Stad Haarlem binnen een maand eerstkoomende aan te neemen en aldaar te doen koomen een Compagnie van twee honderd goede Nederlandsche soldaaten, de eene helft te wapenen met spiessen en rustingen, en de andere helft met musquetten, en onder deselve de navolgende Officieren, een Lieutenant, een Vendrig, twee Sergeanten, vier Corporaals, en voorts na den ordre van den Lande; versoekende Burgermeesteren en Regeerders van Haarlem, deselve soldaaten na den 1 April eerstkoomende van logys op de generale ordre te accommodeeren. Gedaan in ’s-Gravenhage onder onsen Zegele hier op gedrukt den 10 Maart des jaars ons Heeren en Zaligmakers 1599. Is geordonneert te verleenen voor den Voornoemden Capitein Ordonnantie van vierhonderd ponden van veertig grooten het pond tot loopgeld en ter goeder reekeninge.”

Kort daarop legde Guido de eed van trouw aan de Staten Generaal af. Terwijl hij in het Haarlemse verbleef, verkocht Guido de garenblekerij “De Mol” in Bloemendaal aan Johan Colterman, de rentmeester van Kasteel Brederode. Het handelen in onroerend goed leverde Guido blijkbaar een aardig neveninkomen op. Zo werd hij in 1601 eigenaar van een huis en de tuin aan de Achtergracht in Leiden.

Pieterskerk, Leiden

Guido van Meetkercke was 44 jaar, toen hij in 1602 overleed. Zijn stoffelijke resten werden op 6 augustus 1602 begraven in de Pieterskerk in Leiden. Echtgenote Margaretha overleefde haar man 17 jaar. Kort na het overlijden van haar man liet jonkvrouw Margaretha van Haeften ten kantore van notaris Salomon Lenaetsz van der Wuert aan de Hogelantsche Kerkgracht haar testament opmaken. Daarin verklaarde zij, dat Maria (Marije) van Meetkercke, de dochter van haar man uit diens eerste huwelijk, haar universele erfgenaam was. Daarmee kwam de eigendom van “De Witte Raaf” in handen van Maria van Meetkercke. In 1611 kwam “De Witte Raaf” door vererving in handen van de neef van Maria, jonkheer Floris van Mechelen.

Margaretha van Haeften, jonkvrouw van Gameren, blies haar laatste ademtocht uit in Leiden in 1623.

 

Tiel, 28 maart 2024