De hel van Ellecom (749)
Philip Swaab werd geboren in Amsterdam op 22 februari 1897. Hij was de jongste van de drie kinderen van Simon Swaab (1870-1942) en Esther Verdoner (1868-1942). Philip had twee oudere zussen, die Naatje en Carolina heetten.
Philip Swaab
Over de jeugd van Philip is mij niets bekend. Als volwassen man verdiende hij de kost als diamantslijper. In 1936 kreeg hij van de Gemeente Amsterdam vergunning om op zondag op de markt op Uilenburg allerhande ongeregelde goederen te verkopen.
Clara Rodrigues Garcia
Op 19 december 1923 trad Philip in het huwelijk met de 22-jarige Clara Rodrigues Garcia. Als getuigen waren haar broer Mozes Rodrigues Garcia (1887-1942) en zijn zwager Abraham Wagenaar (1888-1942) aanwezig, toe Philip en Clara elkaar eeuwige trouw beloofden. Clara Rodrigues Garcia kwam op 28 december 1900 in Amsterdam ter wereld. Haar ouders waren Elias Rodrigues Garcia en Rachel Leeda, die naast Clara nog zes kinderen hadden, vier dochters en twee zonen, die geen van allen de oorlog hebben overleefd.
Philip en Clara woonden met hun gezin tot 1939 op de Weesperzijde, daarna verhuisden ze naar de Tweede Jan Steenstraat 433 huis.
Op 22 december 1925 schonk Clara het leven aan haar eerste kind, een zoon, die de naam Simon kreeg. Ongeveer anderhalf jaar later diende dochter Rachel zich aan op 22 mei 1931.
De nazi’s hadden Philip Swaab in augustus of begin september 1942 opgepakt. In het kader van de werkverschaffing werden op 2 september 1942 zo’n 140 Joodse mannen uit Amsterdam, Rotterdam en ’s Gravenhage naar werkkamp Ellecom aan de rand van de Veluwe in de gemeente Rheden gestuurd om daar op het terrein van Huize Avegoor een turnhal en diverse sportvelden te realiseren. Philip Swaab was een van de mannen die daar onder erbarmelijke omstandigheden, hard werken en weinig eten, hun werk moesten doen.
De turnhal op landgoed Avegoor
Tot september 1940 was op het landgoed het “Troelstra Vacantieoord Avegoor” gevestigd. In mei 1941 begonnen de Duitsers, na vordering, in Huize Avegoor de “SS-Schule Avegoor”, een opleidingskamp voor Nederlandse SS’ers. Alle 7000 Nederlandse SS’ers moesten in Avegoor een militaire training ondergaan en een ideologische vorming.
De Duitsers noemden het werkkamp voor de 139 Joodse mannen gekscherend wel “Jodenkamp Palästina”, alsof de tewerkgestelden vandaar af zouden reizen naar Palestina. De tewerkgestelden, echter, noemden het kamp al gauw “De hel van Ellecom”. Zij moesten in een razend tempo bomen rooien en grond afgraven. Wanneer er volgens de SS’ers niet snel genoegd werd gewerkt, dan joegen zij het tempo op met zweep- en stokslagen. Af en toe oefende een Duitse beroepsbokser zijn slagenrepertoire op de Joodse dwangarbeiders. Drie van de mannen zijn in Ellecom bezweken. Hun stoffelijke resten werden daar ook begraven.
Het werk van de Joodse mannen was in november 1942 gedaan, er stond een turnhal en er waren sportvelden aangelegd. De overbodig geworden Joodse mannen werden op transport gesteld naar Westerbork. Vanuit Westerbork belandde Philip Swaab op 26 februari 1943 in concentratiekamp Vught, vermoedelijk om daar weer slavenarbeid te verrichten, zoals onderstaande kaart aangeeft.
Kaart Philip Swaab
De bovenstaande kaart geeft aan, dat Philip in Vught en later steeds in het gezelschap was van zijn dochter Rachel. Hoe verging het echtgenote Clara Rodrigues Garcia en zoon Simon? Beiden zaten in het najaar van 1942 gevangen in barak 70 in Westerbork. Om onbekende redenen werden ze op 5 oktober 1942 uit Westerbork ontslagen. Niet duidelijk is of ze direct doorgestuurd werden naar het Apeldoornse Bos en waarom. Vermoedelijk kwamen ze op 6 december 1942 in Apeldoorn aan. Patiënten en personeel van het Apeldoornse Bos, behalve zij die wisten te ontsnappen, werden tussen 22 en 24 januari 1943 op transport gesteld naar Auschwitz. Daar werden Clara en haar zoon Simon direct na aankomst vermoord in de gaskamers van het vernietigingskamp, evenals alle anderen uit het Apeldoornse Bos.
Kaart Arolsen Archiv Clara Rodrigues Garcia
Philip Swaab en zijn dochter Rachel werden op 6 juni 1943 van Vught weer overgeplaatst naar Westerbork. Van daaruit werden ze op 8 juni 1943 afgevoerd naar Sobibor, waar ze op 11 juni 1943 door de schoorsteen gingen. Van de 139 dwangarbeiders overleefden 33 mannen de oorlog.
Tiel, 22 maart 2024
Geen opmerkingen:
Een reactie posten