Centrale Dienst voor Sibbekunde
Door het artikel “Sibbekunde”
op het blog van Peter Miebies realiseerde ik me, dat Eduard Welling bij zijn pogingen
om aan te tonen, dat hij geen “volle Jood” was volgens de Neurenberger
Rassenwetten, ook in aanraking is geweest met de Centrale Dienst voor
Sibbekunde (CDS). Eduard meende in 1941 voor de General-Commissar fùr Verwaltung und Justiz, een van de vier
Ministeries die de Duitse bezetter in Nederland had ingesteld tijdens de Tweede
Wereldoorlog, voldoende aangetoond te hebben, dat hij slechts één Joodse
voorouder had en daarmee niet in aanmerking kwam voor deportatie. Hij juichte
echter te vroeg, want de General-Commissar fùr Verwaltung und Justiz vroeg advies
aan de CDS. Deze dienst was niet zo overtuigd van Eduards bewijsvoering en
begon het hele onderzoek opnieuw.
De CDS was in 1941 opgericht door Ludo ten Cate vanuit het Nederlands
Verbond voor Sibbekunde, waarvan Jurriaan van Toll de secretaris was. Van Toll
had bij uitgeverij Liebaert in ’s Gravenhage het boekje “Van eenen bloede”
uitgegeven, een korte inleiding over wat men onder sibbekunde verstond:
“Sibbe- of geslachtkunde is de echt
Nederlandsche naam voor de wetenschap, die wij tot dusver met een verfranscht
Latijnsch woord genealogie plachten te noemen. Zooals vaak met dergelijke
fraaie woorden het geval is, wist het grootste deel van ons volk niet wat men
hier eigenlijk onder verstond, en verwarde deze wetenschap meestal met
aardkunde of geologie, zoodat zij over den Rijks “genealogischen “ dienst
spraken, en met h.i. merkwaardige steenen kwam aansleepen, als zij hoorde, dat
iemand genealogie beoefende.”
In zijn boekje stelde Van Toll verder, dat alle Nederlanders
“door banden des bloeds met elkaar verbonden zijn”.
Jurriaan van Toll
Ludivicus (roepnaam Ludo) ten
Cate werd op 22 december 1904 in Amsterdam geboren. Na de HBS ging hij
studeren, maar daar bracht hij weinig van terecht. Op 23-jarige leeftijd emigreerde
hij naar Australië, maar ook dat werd geen succes. Al na een jaar was hij weer
terug in Nederland en begon bij Oldenbroek op de Veluwe een pluimveefokkerij,
net als Heinrich Himmler, die ook kippen hield. Ook Ten Cate had grote belangstelling voor
genealogie. In 1933 werd hij lid van de NSB en in 1940 van de Nederlandse SS.
Met Van Toll en enkele andere
geestverwanten riep Ten Cate het Nederlands Verbond voor Sibbekunde in het
leven, daartoe gestimuleerd door dr. Wolfgang Ispert, die enorm zijn best deed
Nederlandse genealogen voor de ideologie van de SS te winnen. Het verbond ging
al snel een eigen tijdschrift uitbrengen, Sibbe.
Tijdschrift Sibbe
|
Voor Radio Hilversum verzorgde
het Verbond vanaf december 1940 wekelijks een lezing over vraagstukken van ras
en genealogie, voor ten Cate de ideale gelegenheid zijn ideeën daaromtrent uit
te dragen. In ´s Gravenhage organiseerde het Verbond een tentoonstelling over genealogie. Ispert
stuurde Ten Cate naar Berlijn om zich ervan op de hoogte te stellen hoe het
Rasse- und Siedlungshauptamt en het Reichssippenamt in de praktijk werkten. Als
particulier persoon begon Ten Cate vervolgens onderzoek te doen naar de
afstamming van enkele NSB’ers van wie hij vermoedde dat ze weleens Joodse
voorouders zouden hebben. Omdat hij voorzag als particulier persoon onvoldoende
medewerking te zullen krijgen, riep hij de Centrale Dienst voor Sibbekunde in
het leven.
Logo van CDS
|
De CDS deed aanvankelijk
afstammingsonderzoek voor leden van de NSB en de Nederlandse SS, maar verlegde
zijn werkterrein al snel, toen bleek, dat zowel binnen de NSB als in de
Nederlandse SS men niet zo veel waarde hechtte aan een zuiver Arische afkomst.
Met hulp van Rauter kreeg Ten Cate gedaan, dat zijn dienst grote
bevoegdheden kreeg bij het afstammingsonderzoek van veel Joden. De CDS legde
zich toe op het aantonen van Joodse afkomst en had daartoe toegang tot de
Rijksinspectie Bevolkingsregisters. In de kaartenbakken van de CDS kwamen in
1944 ca. 300.000 Joden voor. De dienst bereikte toen de maximale omvang met
twintig medewerkers.
En zo kwam ook Eduard Welling in
aanraking met de CDS. De dienst maande, bij monde van Ludo ten Cate zelf,
Eduard in februari 1942 dringend aan spoed te maken met het aanleveren van
documenten, die zouden bewijzen, dat zijn overgrootvader van Arische afstamming
was.
De CDS maant Eduard
Welling tot spoed
|
Uiteindelijk lukte het Eduard om
binnen de gestelde termijnen zijn bewijsvoering rond te krijgen. Half mei 1942
liet hij de General-Commissar fùr Verwaltung und Justiz weten, dat hij zowel
mondeling als telefonisch van de CDS vernomen had, dat hij erkend zou worden
als niet-Jood. Daar hij daarvan nog geen officiële bevestiging had ontvangen
verzocht hij daar om. Een maand later viel de bevestiging op de deurmat. Eduard
werd geregistreerd als afstammeling van één Joodse grootouder en kon zich voor
een persoonsbewijs zonder ‘J’ vervoegen bij de gemeentesecretaris van
Amsterdam.
Na ‘Dolle Dinsdag’, 5 sept. 1944,
werd de CDS opgeheven. Kort daarvoor werd Ten Cate door de Duitsers gevangen
gezet, omdat hij geweigerd had dienst te nemen bij de Landstorm Nederland, een
regiment van de Waffen-SS. Hij kreeg drie jaar gevangenisstraf opgelegd. Via de
strafgevangenis kwam hij terecht in
Dachau, waaruit hij in maart 1945 wist te ontsnappen. Bij zijn terugkeer in
Nederland na de oorlog werd hij weer gearresteerd.
Bij zijn verweer betoogde Ten
Cate toen, dat hij nooit van doen had gehad met Joodse gevallen die voor deportatie
bestemd waren. In zijn standaardwerk over Nederland in de Tweede Wereldoorlog
noemde Lou de Jong deze
opmerking een van de meest schaamteloze leugens, die hij in zijn jarenlange
onderzoek was tegengekomen. In maart 1948 werd Ten Cate weer vrijgelaten. Daarna
hield hij zich alleen nog bezig met stamboomonderzoek van dieren als
wetenschappelijk medewerker van de Universiteit van Utrecht.
Tiel, 26-07-2017
Beste Paul,
BeantwoordenVerwijderenInteressant! En dank voor de verwijzing naar mijn blog*.
De oprichtingsgeschiedenis van de CDS kende ik niet, de naam van Ten Cate al evenmin. Niettemin heb ik het vermoeden dat de CDS vanaf dag 1 deel is geweest van het Dept. van BiZa, ook al vanwege de financiering. (Volgens de 1e blz. van het rapport (zie mijn blog) is het CDS, althans de Stichting, opgericht in dec. 1940, niet in 1941.)
M.a.w. Ten Cate "viel" onder het Dept. en was dus deel van de door de gezamenlijke Secretarissen-Generaal goedgekeurde overheidsbemoeienis met de (al dan niet) Ariër-verklaringen.
Het is voor ons natuurlijk moeilijk om ons in die tijd in te leven maar er waren anderen, o.a. Prof Cleveringa, die zich al in een vroeg stadium openlijk tegen dit soort maatregelen uitsprak. De S.-G.'s hebben dat niet gedaan...
Ik moet ook wel een beetje lachen als zo'n sibbekundige als Van Toll zegt dat alle Nederlanders “door banden des bloeds met elkaar verbonden zijn”. De lijkt mij een ernstig gevalletje inteelt en wat te veel geïnspireerd door 's mans ideologische overtuiging.
En dat zo'n Ten Cate dan in Dachau terecht komt, de plaats waar, mede door zijn toedoen, vele Joden werden omgebracht...
Overigens heeft deze nazipraktijk (toepassing sibbekunde) er toe geleid dat in 1944/45 de eerste aanzet is gegeven tot het oprichten van de NGV, de Nederlandse Genealogische Vereniging. Dat gebeurde in Amsterdam; de vereniging bestaat nog steeds.
In ieder geval een leerzaam blog! Bedankt.
Mvg,
Peter
Beste Peter,
VerwijderenVul op Google Ludo ten Cate in en je vindt verschillende stukken over hem, ook van Lou de Jong.
Paul
5-1-2024 Artikel in de Tubantia (achter de betaalmuur) over het onlangs verschenen boek van Annette Evertzen over Ludo ten Cate.
BeantwoordenVerwijderenhttps://www.tubantia.nl/borne/annette-evertzen-dook-in-zwarte-verleden-stamboomonderzoeker-ludo-ten-cate-verbijsterend-hoe-hij-de-dans-heeft-ontsprongen~a7890e4b/
https://www.vangorcum.nl/product/100-533_Ludo-ten-Cate