Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 24 juli 2017

Genealogisch blog 204



Rentenier

Ik heb vroeger altijd gedacht, dat de Amersfoortse familie Welling bestond uit hardwerkende ambachtslieden, die net genoeg verdienden om in hun levensonderhoud te voorzien en in dat van hun kinderen. Maar in een notariƫle akte van 3 februari 1854 las ik, dat als de koper van een huis en erf, met kadastraalnummer E 520, in Amersfoort en belendend aan Hendrik Hoogland, Helmus van de Pijpekamp en Jan Mulder, de rentenier Anthonie Welling genoemd werd.
Wie was deze Antonie Welling? In mijn stamboom van de familie Welling kwamen drie personen in aanmerking, t.w. Antonie Welling, geb. in 1813 en in 1838 getrouwd met Helena Stils, en Anthonius Welling, geb. 1809 en in 1846 gehuwd met Agnes Smink, maar ook Antonius Welling, die in 1808 ter wereld kwam en in 1837 in het huwelijk trad met Geurtje Vlug. De echtgenoot van Helena Stils viel al snel af. Deze Antonie behoorde tot de tak van de familie, waarvan de leden nagenoeg allemaal in de weverij werkten. Antonie woonde in wijk De Breul in Amersfoort. Ook de man van Agnes Smink was werkzaam in de textielindustrie. In de voorgaande eeuwen bood de textielindustrie in Amersfoort werk aan vele arbeiders. Spinnen en weven werd soms thuis gedaan. Mede dankzij de vraag van de verschillende legerplaatsen in de stad naar stoffen voor uniformen en tenten hield de textielindustrie zich nog staande. Maar in de 19e eeuw verloor de Amersfoortse textielindustrie snel aan betekenis, omdat er nauwelijks gemechaniseerd was en men niet meer kon opboksen tegen de veel goedkopere stoffen uit Twente. Na 1850 ontstonden langs de Eem buiten de Koppelpoort nieuwe vormen van industrie.
De enig overgebleven Antonie, die de genoemde rentenier kon zijn, was Antonius (roepnaam Antonie), de zoon van Jacobus Welling (1771-1811) en Maria (Mietje) Maasakker (1775-1830). Antonie werd geboren op 28 november 1808, nog dezelfde dag vond zijn doop plaats in de Kromme Elleboogkerk. Zijn tante Cecilia Ebing hield hem ten doop.

Kromme Elleboogkerk, Amersfoort
Kromme Elleboogkerk, Amersfoort

Toen Antonie 28 jaar oud was, trouwde hij op 4 januari 1837 met de tien jaar oudere Geurtje Vlug. De beide echtelieden verklaarden tegenover de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, dat ze niet konden schrijven; daarom is de huwelijksakte alleen ondertekend door de getuigen Arie Bos, Willem van Nimwegen, Jan Hol en zwager Hendrik Bi(e)lders. Uit eerdere relaties, o.a. met Bartholomi Schoonheidt, had Geurtje al zes kinderen gebaard. Ten tijde van haar huwelijk met Antonie Welling waren nog slechts twee kinderen in leven, dochter Josina, geboren in 1822, en zoon Petrus, geboren in 1827. Bij het huwelijk van Antonie en Geurtje werden deze twee kinderen officieel geƫcht en kregen daardoor de achternaam Welling.

Geboorteakte Josina Welling (Vlug)
Geboorteakte Josina Welling (Vlug)

In de geboorteakte van Josina, staat nog, dat ze in onecht geboren is uit Geurtje Vlug, maar in de kantlijn is later de opmerking geplaatst, dat ze geƫcht is bij het huwelijk van Geurtje en Antonie Welling in 1837. Haar jongere broer Petrus is evenzo geƫcht. Josina overleed in 1841 op 18-jarige leeftijd, Petrus stierf in 1892. Geurtje Vlug is in 1798 in Amersfoort geboren. Haar moeder was Evertje Vlug, een vader is niet bekend.

Gereedschap voor het maken van kaatsballen
Gereedschap voor het maken van kaatsballen

De eerste keer, dat Antonie opduikt in een notariƫle akte was in 1846. Als ballenmaker versterkte hij een hypotheek van fl. 300,- op een huis met erf aan de Utrechtsestraat kad. E 1838 aan zadelmaker Petrus Magielse tegen 5% rente. Een ballenmaker verdiende in die tijd een goedbelegde boterham. Antonie had een winkel en een werkplaats c.q. fabriekje waarin hij kaatsballen maakte. Niet uit te sluiten is, dat hij ook ballen maakte voor de beoefenaars van de kolfsport, een voorloper van het moderne golven. Rond het midden van de 19e eeuw was kaatsen een populaire sport in Nederland. Jaarlijks werden vele duizenden ballen van wit leer en koeienharen verkocht totdat rond 1870 de klad erin kwam en het kaatsen eigenlijk alleen nog in Friesland werd beoefend.
In de daarop volgende jaren verstrekte Antonie nog een hyporheek aan zijn neef, meester-timmerman Andries Bilders, ter grootte van fl. 600,- tegen 5%, en aan winkelierster Beatrix van Munsteren, een hypotheek ter waarde van fl. 300,- tegen 5%. Andries Bilders was een zoon van Elisabeth Welling, de zus van Antonie, en Johannes Hendrik Bilders. In 1851 was Antonie in staat voor zichzelf en zijn gezin een ander huis te kopen aan de Hof naast het voormalige koffiehuis De Keizerskroon. Dit huis had een achteruitgang in het Koornsteegje. De betreffende akte passeerde bij notaris Js. De Louter op 4 augustus 1851. De verkoper was de Utrechtse wielendraaier Pieter Hemink.

 Antonie Welling
Achter de boom woonhuis en fabriekje van Antonie Welling

Amper twee jaar later verkocht Antonie het pand, dat in gebruik was als ballenfabriek, al weer aan Fredrik Hartman Bladt, een koopman uit Utrecht. In de koopakte van 2 augustus 1852 liet Bladt als concurrentiebeding opnemen, dat Antonie nergens in de regio een soortgelijk bedrijf mocht beginnen en dat hij degenen die het bedrijf voortzetten moest inwerken in het fabricageproces van de kaatsballen.
Met het vrijgekomen geld kocht Antonie in oktober van dat jaar een nieuw huis aan Het  Zand van de familie van de hervormde predikant Dibbits, die in Amersfoort woonde maar in Utrecht werkte. Werk had hij eigenlijk niet meer, hooguit wat inwerken van mensen in de ballenmakerij. In 1853 verstrekte hij nog een hypotheek van fl. 400,- tegen 5% aan de gebroeders Cornelis en Jacobus van Naarden.
Zoals al aangegeven kocht Antonie in 1854 weer een huis. Vermoedelijk was dit huis bestemd voor zijn zoon Petrus, die in oktober van dat jaar getrouwd was met de 24-jarige Geertruida van den Uithoorn. Aan het einde van dat jaar verkocht Antonie aan winkelier Teunis van Daal het huis in de St. Jorisstraat, dat hij in 1853 had gekocht. Na het overlijden van Geurtje op 28 januari 1869 liet Antonie in april van dat jaar, nadat eerst bij notaris G.A. van Werkhoven, conform het testament van Antonie en Geurtje, een boedelbeschrijving was opgemaakt, een grote partij goed onderhouden meubels publiekelijk verkopen door deurwaarder Blom. Blijkbaar was zijn woonhuis overvol.

Advertentie in de Amersfootsche Courant van 27-04-1869
Advertentie in de Amersfootsche Courant van 27-04-1869

Uit de overlijdensakte van Geurtje en uit de bovenstaande advertentie valt op te maken, dat Anthonie en Geurtje al voor 1869 weer verhuisd waren naar buiten de St. Andriespoort in wijk 1 op nr. 20. Antonie bleef daar wonen tot aan zijn dood op 26 februari 1884. Hij overleed ’s morgens om 10.30 uur. Direct werd een boedelbeschrijving opgemaakt. Korte tijd later bood zijn zoon Petrus, de enige erfgenaam, via een advertentie in de krant de woning te huur aan. Bovendien riep hij allen op die nog wat te vorderen hadden van of verschuldigd waren aan zijn vader zich binnen een maand bij hem te melden.

Tiel, 24 juli 2017

 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten