Rentenier
Ik heb vroeger altijd gedacht,
dat de Amersfoortse familie Welling bestond uit hardwerkende ambachtslieden,
die net genoeg verdienden om in hun levensonderhoud te voorzien en in dat van
hun kinderen. Maar in een notariƫle akte van 3 februari 1854 las ik, dat als de
koper van een huis en erf, met kadastraalnummer E 520, in Amersfoort en
belendend aan Hendrik Hoogland, Helmus van de Pijpekamp en Jan Mulder, de
rentenier Anthonie Welling genoemd werd.
Wie was deze Antonie Welling? In
mijn stamboom van de familie Welling kwamen drie personen in aanmerking, t.w.
Antonie Welling, geb. in 1813 en in 1838 getrouwd met Helena Stils, en
Anthonius Welling, geb. 1809 en in 1846 gehuwd met Agnes Smink, maar ook Antonius
Welling, die in 1808 ter wereld kwam en in 1837 in het huwelijk trad met
Geurtje Vlug. De echtgenoot van Helena Stils viel al snel af. Deze Antonie
behoorde tot de tak van de familie, waarvan de leden nagenoeg allemaal in de
weverij werkten. Antonie woonde in wijk De Breul in Amersfoort. Ook de man van
Agnes Smink was werkzaam in de textielindustrie. In de voorgaande eeuwen bood
de textielindustrie in Amersfoort werk aan vele arbeiders. Spinnen en weven
werd soms thuis gedaan. Mede dankzij de vraag van de verschillende
legerplaatsen in de stad naar stoffen voor uniformen en tenten hield de
textielindustrie zich nog staande. Maar in de 19e eeuw verloor de
Amersfoortse textielindustrie snel aan betekenis, omdat er nauwelijks
gemechaniseerd was en men niet meer kon opboksen tegen de veel goedkopere
stoffen uit Twente. Na 1850 ontstonden langs de Eem buiten de Koppelpoort
nieuwe vormen van industrie.
De enig overgebleven Antonie, die
de genoemde rentenier kon zijn, was Antonius (roepnaam Antonie), de zoon van
Jacobus Welling (1771-1811) en Maria (Mietje) Maasakker (1775-1830). Antonie
werd geboren op 28 november 1808, nog dezelfde dag vond zijn doop plaats in de
Kromme Elleboogkerk. Zijn tante Cecilia Ebing hield hem ten doop.
Kromme Elleboogkerk,
Amersfoort
|
Toen Antonie 28 jaar oud was,
trouwde hij op 4 januari 1837 met de tien jaar oudere Geurtje Vlug. De beide
echtelieden verklaarden tegenover de ambtenaar van de Burgerlijke Stand, dat ze
niet konden schrijven; daarom is de huwelijksakte alleen ondertekend door de
getuigen Arie Bos, Willem van Nimwegen, Jan Hol en zwager Hendrik Bi(e)lders. Uit
eerdere relaties, o.a. met Bartholomi Schoonheidt, had Geurtje al zes kinderen
gebaard. Ten tijde van haar huwelijk met Antonie Welling waren nog slechts twee
kinderen in leven, dochter Josina, geboren in 1822, en zoon Petrus, geboren in
1827. Bij het huwelijk van Antonie en Geurtje werden deze twee kinderen officieel
geƫcht en kregen daardoor de achternaam Welling.
Geboorteakte Josina
Welling (Vlug)
|
In de geboorteakte van Josina,
staat nog, dat ze in onecht geboren is uit Geurtje Vlug, maar in de kantlijn is
later de opmerking geplaatst, dat ze geƫcht is bij het huwelijk van Geurtje en
Antonie Welling in 1837. Haar jongere broer Petrus is evenzo geƫcht. Josina
overleed in 1841 op 18-jarige leeftijd, Petrus stierf in 1892. Geurtje Vlug is
in 1798 in Amersfoort geboren. Haar moeder was Evertje Vlug, een vader is niet
bekend.
Gereedschap voor het
maken van kaatsballen
|
De eerste keer, dat Antonie
opduikt in een notariƫle akte was in 1846. Als ballenmaker versterkte hij een
hypotheek van fl. 300,- op een huis met erf aan de Utrechtsestraat kad. E 1838
aan zadelmaker Petrus Magielse tegen 5% rente. Een ballenmaker verdiende in die
tijd een goedbelegde boterham. Antonie had een winkel en een werkplaats c.q.
fabriekje waarin hij kaatsballen maakte. Niet uit te sluiten is, dat hij ook
ballen maakte voor de beoefenaars van de kolfsport, een voorloper van het
moderne golven. Rond het midden van de 19e eeuw was kaatsen een
populaire sport in Nederland. Jaarlijks werden vele duizenden ballen van wit leer en
koeienharen verkocht totdat rond 1870 de klad erin kwam en het kaatsen
eigenlijk alleen nog in Friesland werd beoefend.
In de daarop volgende jaren
verstrekte Antonie nog een hyporheek aan zijn neef, meester-timmerman Andries
Bilders, ter grootte van fl. 600,- tegen 5%, en aan winkelierster Beatrix van
Munsteren, een hypotheek ter waarde van fl. 300,- tegen 5%. Andries Bilders was
een zoon van Elisabeth Welling, de zus van Antonie, en Johannes Hendrik
Bilders. In 1851 was Antonie in staat voor zichzelf en zijn gezin een ander
huis te kopen aan de Hof naast het voormalige koffiehuis De Keizerskroon. Dit
huis had een achteruitgang in het Koornsteegje. De betreffende akte passeerde
bij notaris Js. De Louter op 4 augustus 1851. De verkoper was de Utrechtse
wielendraaier Pieter Hemink.
Achter de boom
woonhuis en fabriekje van Antonie Welling
|
Amper twee jaar later verkocht
Antonie het pand, dat in gebruik was als ballenfabriek, al weer aan Fredrik
Hartman Bladt, een koopman uit Utrecht. In de koopakte van 2 augustus 1852 liet
Bladt als concurrentiebeding opnemen, dat Antonie nergens in de regio een soortgelijk
bedrijf mocht beginnen en dat hij degenen die het bedrijf voortzetten moest
inwerken in het fabricageproces van de kaatsballen.
Met het vrijgekomen geld kocht
Antonie in oktober van dat jaar een nieuw huis aan Het Zand van de familie van de hervormde
predikant Dibbits, die in Amersfoort woonde maar in Utrecht werkte. Werk had
hij eigenlijk niet meer, hooguit wat inwerken van mensen in de ballenmakerij.
In 1853 verstrekte hij nog een hypotheek van fl. 400,- tegen 5% aan de gebroeders
Cornelis en Jacobus van Naarden.
Zoals al aangegeven kocht Antonie
in 1854 weer een huis. Vermoedelijk was dit huis bestemd voor zijn zoon Petrus,
die in oktober van dat jaar getrouwd was met de 24-jarige Geertruida van den
Uithoorn. Aan het einde van dat jaar verkocht Antonie aan winkelier Teunis van
Daal het huis in de St. Jorisstraat, dat hij in 1853 had gekocht. Na het
overlijden van Geurtje op 28 januari 1869 liet Antonie in april van dat jaar,
nadat eerst bij notaris G.A. van Werkhoven, conform het testament van Antonie
en Geurtje, een boedelbeschrijving was opgemaakt, een grote partij goed
onderhouden meubels publiekelijk verkopen door deurwaarder Blom. Blijkbaar was
zijn woonhuis overvol.
Advertentie in de
Amersfootsche Courant van 27-04-1869
|
Uit de overlijdensakte van
Geurtje en uit de bovenstaande advertentie valt op te maken, dat Anthonie en
Geurtje al voor 1869 weer verhuisd waren naar buiten de St. Andriespoort in
wijk 1 op nr. 20. Antonie bleef daar wonen tot aan zijn dood op 26 februari 1884.
Hij overleed ’s morgens om 10.30 uur. Direct werd een boedelbeschrijving
opgemaakt. Korte tijd later bood zijn zoon Petrus, de enige erfgenaam, via een
advertentie in de krant de woning te huur aan. Bovendien riep hij allen op die
nog wat te vorderen hadden van of verschuldigd waren aan zijn vader zich binnen
een maand bij hem te melden.
Tiel, 24 juli 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten