De Solex van opa
Al eerder schreef ik in dit blog
over de Solex
van mijn opa. De vader van mijn moeder kon niet autorijden en had derhalve zelf
geen auto. Het kleine transport, dat hij voor de bedrijfsvoering van zijn
kwekerij annex hoveniersbedrijf zelf uitvoerde, deed hij tot ver in de jaren
’50 van de vorige eeuw met de bakfiets en later met zijn Solex.
Natuurlijk had het bedrijf van
opa wel degelijk de beschikking over auto’s. Twee voor zover ik me herinner,
twee Volkswagens, een busje en een pick-up. Dat de bedrijfsauto’s van Volkwagen
waren, was niet verwonderlijk. Een van de grootste klanten van opa voor de
aanleg en het onderhoud van hun tuinen was de Amersfoortse familie Pon. Ik ben
een keer mee geweest om in de tuin van een van de Ponnen te werken. Het huis
leek wel een paleis. De tuin bijwerken was voor drie man een dag werk. Het
grasveld was zo groot, dat een van de mannen jet gras met de motormaaier moest
korten.
De firma Pon was importeur van
Volkswagen. Aanvankelijk bestuurden twee mijn ooms van mij, van wie er later
een de zaak van opa zou overnemen, de Volkswagens. Maar de sleutels werden ook
wel toevertrouwd aan werknemers. Waren de Volkswagens beide in bedrijf en had
opa nog een vrachtje dat naar de veiling in Utrecht moest, dan riep hij de hulp
in van een collega, die toevallig ook die kant op moest.
Garage Pon aan de
Arnhemseweg in Amersfoort, 1956
|
Ik kan me nog herinneren, dat opa
eigenlijk zeer kwaad was, toen hij voor de tweede keer zakte voor het afrijden.
Nog steeds hij had het fel begeerde rijbewijs niet. Hij nam weer een paar
lessen. Tevergeefs, ook voor de derde keer zakte hij. De rijschoolhouder
adviseerde hem, toen hij zich weer aanmeldde voor nieuwe lessen, dat niet in
een schakelauto te doen, maar in een DAFje met zijn traploze automatische
versnelling. In het wagentje met het pientere pookje zou opa minder handelingen
hoeven te verrichten en zou hij zich beter op het overige verkeer kunnen
richten.
Maar ook bij de eerste keer
afrijden in een DAF lukte het opa niet zijn rijbewijs te halen. Hij wilde het
daarna nog een keer proberen. Dus nam hij weer wat lessen. Ook voor het vijfde
rijexamen zakte hij. De rijschoolhouder gaf hem toen het advies helemaal te
stoppen met auto leren rijden. Hij was te opvliegend van karakter en te
ongeduldig om ooit veilig een auto te kunnen besturen.
Wanneer opa tijdens zijn
rijlessen een fout maakte, dan moest de instructeur het ontgelden. Of een
andere automobilist, die toevallig net ook op de plek was waar mijn opa zijn
fout maakte. Toch was opa een zachtaardige en gemoedelijke man, alleen in het
verkeer kwam er iets over hem heen, waardoor menige rijinstructeur bang voor hem
werd. En tijdens het kaarten gebeurde ongeveer hetzelfde. Opa was in staat over
de tafel te komen, wanneer je met klaverjassen, als zijn partner, een fout
maakte, of niet of verkeerd op zijn seinen reageerde. Hij was bloedfanatiek.
Tussen de slagen door wist hij precies te vertellen met welke kaarten de andere
spelers op tafel moesten komen. Het gekke was nog, dat opa alleen bij het
klaverjassen zo reageerde. Met zwikken gedroeg hij zich als de andere spelers.
Johan Moro in zijn
werkplaats, (foto Jill Burnier)
|
Toen voor opa echt duidelijk was
geworden, dat hij nooit zou slagen voor zijn rijbewijs, kocht hij een Solex bij
buurman Johan Moro, die twee huizen verderop een fietsenzaak had met achter het
winkelhuis een grote werkplaats. Moro verzorgde ook het dagelijkse onderhoud
aan de Solex van opa. Voor grote reparaties ging de Solex naar Oom
Jan aan de Hogeweg.
Opa begon met een zwarte Solex
met een ronde koplamp en zonder beugel om de motor. Na enkele jaren werd deze
Solex ingeruild voor het nieuwste model, de motor had een bruine kleur en was
omgeven door een beschermende beugel. De grote fietstassen, die opa gebruikte
voor het vervoer van allerlei spullen, gingen over op zijn nieuwe aanwinst.
Trots als een pauw reed opa door Amersfoort. Het nieuwste model Solex
ontwikkelde iets meer snelheid dan het oude model en was makkelijker te
bedienen.
Solex
|
Ik logeerde vaak bij opa en oma.
Mijn grootste liefhebberij was het werken met planten. Als kleine jongen had ik
aan de Jekerstraat in Utrecht al mijn “eigen” landje waarop ik (on)kruidige
gewassen verbouwde. Van opa, die ik vader Bosman noemde in de jaren dat ik bij
opa en oma woonde, leerde ik alles over de planten die hij kweekte. Ik leerde
stekken, zaaien, grond klaarmaken, verspenen, oppotten, ingraven, toppen,
watergeven, de juiste temperatuur instellen. Van de lessen plantenteelt van opa
heb ik later in mijn studie aan de Rijks Hogere Tuinbouwschool in Utrecht en in
mijn werk bij Handelskwekerij Borgman in Aalsmeer en bij de Voorlichtingsdienst
van het Ministerie van Landbouw veel profijt gehad. Opa profiteerde als
wederdienst van mijn kennis, die ik in Utrecht opdeed.
Toen ik een jaar of vijftien was,
vroeg opa me een keer of ik een bestelling wilde wegbrengen. Ik kon daarvoor
gebruik maken van zijn Solex, ik was zo groot, dat ik nooit aangehouden zou
worden door een agent, die mijn leeftijd zou willen weten. Ik genoot van die
eerste zelfstandige rit op de Solex van opa. Voor mijn gevoel scheurde ik met
zeer hoge snelheid door Amersfoort. Maar al gauw ontdekte ik, dat ik met heel
hard trappen en zonder gebruik te maken van de motor van de Solex zelfs nog
iets meer snelheid ontwikkelde dan met de motor. Zeker wanneer het van de
Amersfoortse Berg afging, dan remde de motor alleen maar. Reed je over een
hobbelige weg, dan liep je het risico, dat de hendel, waarmee je de motor op
het voorwiel zette, terug schoot in de houder, die hem van het voorwiel
afhield. Ik genoot desondanks, vooral van verre ritten naar Hoogland, Soest of
Leusden.
Tijdens een zomerse vakantie gaf
opa me op een morgen opdracht een bestelling naar Bunschoten te brengen. Het
besteld bruidswerk werd in een grote doos gepakt, die achterop de Solex werd
gebonden. Fluitend reed ik door Amersfoort richting Hoogland, verder onder de
A1, toen nog een tweebaansweg, door en tussen de weilanden door naar
Bunschoten. Ik belde aan op het opgegeven adres. Vrolijke mensen deden de deur
open en vroegen me binnen het bruidswerk uit te pakken. Het huis zat vol
feestgangers, de stemming zat er goed in. Ik moest even blijven, hoe meer
zielen hoe meer vreugde. Of ik al wel een borreltje lustte. Wij hebben er al
eentje op, zei de vader van de bruid. Ik bedankte, want ik moest nog terug naar
Amersfoort. Een glas cola kon ik toch niet afslaan. Een klein half uurtje later
reed ik terug naar de Kapelweg, nog beduusd van het feestgedruis waarin ik was
terecht gekomen.
Flandria
|
Toen ik een paar jaar later zelf
een brommer had, een Flandria die makkelijk 70 km/u haalde, besefte ik wat voor
trutmobiel een Solex eigenlijk was met zijn geluid van een spinnende kat.
Tiel, 13 juli 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten