Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zaterdag 29 augustus 2020

Genealogisch blog 474


Het gezin van Hendrina Walvisch

Uit het huwelijk van Hendrina Walvisch en Gompel Wolf Schaap kwamen acht kinderen voort. Van hen overleefde alleen het jongste kind, dochter Rebecca (1889-1981) de Tweede Wereldoorlog. De zeven broers van Rebecca kwamen allen om in Auschwitz of Sobibor. Over Rebecca, die getrouwd was met de artiest Machiel Swaab (1894-1944) schreef ik al in Genealogisch blog 465 van 19 juli 2020.
Hendrina was het tweede van de tien kinderen van Abraham Joseph Walvisch (1827-1900) en Judic Abraham Italiaander, die in 1828 werd geboren. Hendrina had nog oudere zus Eva van 1850 boven zich. Hendrina werd in Amsterdam op 8 januari 1853 geboren. Haar ouders woonden toen in de Batavierstraat op nummer 233.
Toen Hendrina 27 jaar was, trouwde ze op 15 december 1880 met Gompel Wolf Schaap, die in Amsterdam op 10 mei 1850 ter wereld kwam. Zijn ouders waren Wolf Mozes Schaap en Betje Salomon Storm. Uit het rapport over zijn keuring voor de Nationale Militie, kunnen we ons een beeld vormen hoe Gompel eruitgezien moet hebben. Hij had een ovaal gezicht met een rond voorhoofd, zijn ogen waren blauw en zijn neus was breed. Hij had een gewone mond en een spitse kin, bruin haar en bruine wenkbrauwen. Zijn lengte was 1 el en 515 strepen (= 1.51 m.). Overigens hoefde Gompel niet in dienst, omdat hij was vrijgesteld wegens broederdienst.

Archiefkaart Hendrina Walvisch

Archiefkaart Hendrina Walvisch
Na de voltrekking van hun huwelijk ging Hendrina en Gompel wonen in de Valkenburgerstraat op de Roode Leeuwengang 177. De Roode Leeuwengang was een zijsteeg met een hofje van de Valkenburgerstraat. Op het hofje woonden ca. 300 mensen in zeer primitieve eenkamerwoningen. Voor haar huwelijk had Hendrina met haar ouders op verschillende andere adressen gewoond, zoals Zonnehofje, Ververstraat, Markenstraat en Uilenburgerstraat.

Ingang Roode Leeuwengang, foto: collectie Gem. Archief Amsterdam

Ingang Roode Leeuwengang, foto: collectie Gem. Archief Amsterdam
In 1884 verhuisden Hendrina en Gompel met hun twee kinderen naar de Fortuinengang 127 in de Uilenburgerstraat in de Jordaan.
De oudste zoon van Gompel en Hendrina, geboren op 5 mei 1882, heette Wolf, vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde. Wolf trouwde op 16 november 1904 met Rebecca Sealtiel. Het paar kreeg twee dochters, van wie er een op jonge leeftijd overleed. Wolf verdiende de kost als marktkoopman. Hij werd in Auschwitz vergast op 26 oktober 1942.
Hendrina en Gompel gaven hun tweede zoon van 24 mei 1884 de naam Abraham. Abraham trad op 6 juli 1910 in het huwelijk met Hendrina Vreeland, een dochter van Izak Vreeland en Mina Ossendrijver. Abraham en Hendrina kregen drie kinderen, van wie de jongste de oorlog overleefde. Ook Abraham werd in Auschwitz vergast, een maand eerder dan zijn broer Wolf.

Salomon Schaap
Salomon Schaap

Hun derde zoon noemden Hendrina en Gompel Salomon. Salomon werd geboren op 27 september 1886. Hij trouwde op 5 januari 1910 met Rika Vischschraper, die een dochter was van Leendert Vischschraper en Debora Logger. Uit dit huwelijk kwam een dochter voort, die stierf in Auschwitz. Salomon was van beroep koopman. Hij kwam eveneens door vergassing in Auschwitz aan het einde van zijn leven, en wel op 22 oktober 1942.
De vierde zoon was Jonas van 11 januari 1889.  Jonas was van beroep groentehandelaar. Hij trad op 21 juli 1915 vin het huwelijk met Betje Zwaaf, een dochter van Abraham Zwaaf en Sientje Roodveldt. Twee van de vier kinderen van Jonas en Betje overleefden de oorlog. Jonas was 53 jaar oud, toen hij op 30 september 1942 in Auschwitz werd vermoord.
De volgende zoon was Joseph, die op 4 september 1891 ter wereld kwam. Joseph gaf op 21 februari 1917 zijn ja-woord aan Maria Bertha Mooleman. Haar ouders waren Abraham Mooleman en Groetje Frank. Van de twee kinderen van Joseph en Maria overleefde een de oorlog. Joseph verdiende zijn brood als portier. Hij werd met het zevende transport van 13 april 1943 van Westerbork naar Sobibor afgevoerd. Daar overleed hij drie dagen later.
Mozes Schaap was zoon nummer zes. Hij zag het eerste levenslicht op 9 april 1894. Mozes was van beroep perser. Hij trouwde op 12 september 1917 met Betsy Frederika Blez, die echter al op 10 november 1935 overleed. Op 28 augustus 1940 trouwde Mozes voor de tweede keer, nu met Bertha Lootstein, die een dochter was van Jacob Lootstein en Naatje Speijer. Mozes overleed op 24 september 1943 in Auschwitz.
De zevende en jongste zoon van Hendrina en Gompel was Hartog, die op 17 september 1896 werd geboren. Ook Hartog oefende het beroep van perser uit. Hartog trad in het huwelijksbootje met Kaatje Lootstein, een zus van de eerdergenoemde Bertha Lootstein, op 28 oktober 1925. De beide zonen van Hartog en Kaatje kwamen om in Auschwitz op dezelfde dag als hun vader. Hartog werd op 30 september 1942 in Auschwitz vergast.
Zoals al eerder vermeld, Rebecca was de enige van de kinderen van Hendrina en Gompel, die de Tweede Wereldoorlog overleefde.

Synagoge in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis
Synagoge in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis
Gompel Wolf Schaap overleed op 25 februari 1925. Hij was toen 75 jaar oud. Drie jaar na zijn overlijden kon Hendrina niet meer zelfstandig wonen en vond ze onderdak in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis in de Nieuwe Kerkstraat op nummer 131-139. De Amsterdamse Nieuwe Kerkstraat stond destijds bekend als de synagogestraat, omdat er maar liefst drie sjoelen (=synagogen) in de straat waren. De straat vormde het hart van de Jodenbuurt in Amsterdam en werd in twee stukken verdeeld door de Weesperstraat. In het deel tussen de Amstel en de Weesperstraat woonden vooral de armere Asjkenazische Joden en in het stuk tussen de Weesperstraat en de Roeterstraat woonden voornamelijk welgestelde Joden uit Oost-Europa en Sefardische Joden uit Spanje en Portugal. In de Nieuwe Kerkstraat was de taal het jiddisj.
Hendrina bekostigde haar verblijf in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis met de oud rente die ze genoot. Ze verbleef daar tot 6 september 1929. Ze verhuisde op genoemde datum naar het pension Huize Frank aan de Plantage Franschelaan nummer 11, een veel betere woonomgeving. Na de oorlog werd de naam van de Plantage Franschelaan, tegenover Artis, veranderd in Henri Polaklaan ter ere van Henri Polak, de beroemde eerste voorzitter van de diamantwerkersbond, het eerste vakverbond in Nederland.

Overlijdensadvertentie Hendrina Schaap-Walvisch
Overlijdensadvertentie Hendrina Schaap-Walvisch
Aan het leven van Hendrina Schaap-Walvisch kwam een einde op 21 december 1942. Drie dagen later, op 24 december 1942, werd zij begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.


Tiel, 29 augustus 2020