Het gezin van Hendrina Walvisch
Uit het huwelijk van Hendrina
Walvisch en Gompel Wolf Schaap kwamen acht kinderen voort. Van hen overleefde
alleen het jongste kind, dochter Rebecca (1889-1981) de Tweede Wereldoorlog. De
zeven broers van Rebecca kwamen allen om in Auschwitz of Sobibor. Over Rebecca,
die getrouwd was met de artiest Machiel Swaab (1894-1944) schreef ik al in Genealogisch
blog 465 van 19 juli 2020.
Hendrina was het tweede van de
tien kinderen van Abraham Joseph Walvisch (1827-1900) en Judic Abraham
Italiaander, die in 1828 werd geboren. Hendrina had nog oudere zus Eva van 1850
boven zich. Hendrina werd in Amsterdam op 8 januari 1853 geboren. Haar ouders
woonden toen in de Batavierstraat op nummer 233.
Toen Hendrina 27 jaar was,
trouwde ze op 15 december 1880 met Gompel Wolf Schaap, die in Amsterdam op 10
mei 1850 ter wereld kwam. Zijn ouders waren Wolf Mozes Schaap en Betje Salomon
Storm. Uit het rapport over zijn keuring voor de Nationale Militie, kunnen we
ons een beeld vormen hoe Gompel eruitgezien moet hebben. Hij had een ovaal
gezicht met een rond voorhoofd, zijn ogen waren blauw en zijn neus was breed.
Hij had een gewone mond en een spitse kin, bruin haar en bruine wenkbrauwen.
Zijn lengte was 1 el
en 515 strepen (= 1.51 m.). Overigens hoefde Gompel niet in dienst, omdat hij
was vrijgesteld wegens broederdienst.
Archiefkaart Hendrina Walvisch
|
Na de voltrekking van hun
huwelijk ging Hendrina en Gompel wonen in de Valkenburgerstraat op de Roode
Leeuwengang 177. De
Roode Leeuwengang was een zijsteeg met een hofje van de Valkenburgerstraat.
Op het hofje woonden ca. 300 mensen in zeer primitieve eenkamerwoningen. Voor
haar huwelijk had Hendrina met haar ouders op verschillende andere adressen
gewoond, zoals Zonnehofje, Ververstraat, Markenstraat en Uilenburgerstraat.
Ingang Roode Leeuwengang, foto: collectie Gem. Archief
Amsterdam
|
In 1884 verhuisden Hendrina en
Gompel met hun twee kinderen naar de Fortuinengang 127 in de Uilenburgerstraat
in de Jordaan.
De oudste zoon van Gompel en
Hendrina, geboren op 5 mei 1882, heette Wolf, vernoemd naar zijn grootvader van
vaderszijde. Wolf trouwde op 16 november 1904 met Rebecca Sealtiel. Het paar
kreeg twee dochters, van wie er een op jonge leeftijd overleed. Wolf verdiende
de kost als marktkoopman. Hij werd in Auschwitz vergast op 26 oktober 1942.
Hendrina en Gompel gaven hun
tweede zoon van 24 mei 1884 de naam Abraham. Abraham trad op 6 juli 1910 in het
huwelijk met Hendrina Vreeland, een dochter van Izak Vreeland en Mina
Ossendrijver. Abraham en Hendrina kregen drie kinderen, van wie de jongste de
oorlog overleefde. Ook Abraham werd in Auschwitz vergast, een maand eerder dan
zijn broer Wolf.
Salomon Schaap
|
Hun derde zoon noemden Hendrina
en Gompel Salomon. Salomon werd geboren op 27 september 1886. Hij trouwde op 5
januari 1910 met Rika Vischschraper, die een dochter was van Leendert
Vischschraper en Debora Logger. Uit dit huwelijk kwam een dochter voort, die
stierf in Auschwitz. Salomon was van beroep koopman. Hij kwam eveneens door
vergassing in Auschwitz aan het einde van zijn leven, en wel op 22 oktober
1942.
De vierde zoon was Jonas van 11
januari 1889. Jonas was van beroep
groentehandelaar. Hij trad op 21 juli 1915 vin het huwelijk met Betje Zwaaf,
een dochter van Abraham Zwaaf en Sientje Roodveldt. Twee van de vier kinderen
van Jonas en Betje overleefden de oorlog. Jonas was 53 jaar oud, toen hij op 30
september 1942 in Auschwitz werd vermoord.
De volgende zoon was Joseph, die
op 4 september 1891 ter wereld kwam. Joseph gaf op 21 februari 1917 zijn
ja-woord aan Maria Bertha Mooleman. Haar ouders waren Abraham Mooleman en
Groetje Frank. Van de twee kinderen van Joseph en Maria overleefde een de
oorlog. Joseph verdiende zijn brood als portier. Hij werd met het zevende
transport van 13 april 1943 van Westerbork naar Sobibor afgevoerd. Daar
overleed hij drie dagen later.
Mozes Schaap was zoon nummer zes.
Hij zag het eerste levenslicht op 9 april 1894. Mozes was van beroep perser.
Hij trouwde op 12 september 1917 met Betsy Frederika Blez, die echter al op 10
november 1935 overleed. Op 28 augustus 1940 trouwde Mozes voor de tweede keer,
nu met Bertha Lootstein, die een dochter was van Jacob Lootstein en Naatje
Speijer. Mozes overleed op 24 september 1943 in Auschwitz.
De zevende en jongste zoon van
Hendrina en Gompel was Hartog, die op 17 september 1896 werd geboren. Ook
Hartog oefende het beroep van perser uit. Hartog trad in het huwelijksbootje
met Kaatje Lootstein, een zus van de eerdergenoemde Bertha Lootstein, op 28
oktober 1925. De beide zonen van Hartog en Kaatje kwamen om in Auschwitz op
dezelfde dag als hun vader. Hartog werd op 30 september 1942 in Auschwitz
vergast.
Zoals al eerder vermeld, Rebecca
was de enige van de kinderen van Hendrina en Gompel, die de Tweede Wereldoorlog
overleefde.
Synagoge in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis
|
Gompel Wolf Schaap overleed op 25
februari 1925. Hij was toen 75 jaar oud. Drie jaar na zijn overlijden kon
Hendrina niet meer zelfstandig wonen en vond ze onderdak in het Joodse Oude
Mannen en Vrouwenhuis in de Nieuwe Kerkstraat
op nummer 131-139. De Amsterdamse Nieuwe Kerkstraat stond destijds bekend als
de synagogestraat, omdat er maar liefst drie sjoelen (=synagogen) in de straat
waren. De straat vormde het hart van de Jodenbuurt in Amsterdam en werd in twee
stukken verdeeld door de Weesperstraat. In het deel tussen de Amstel en de
Weesperstraat woonden vooral de armere Asjkenazische Joden en in het stuk
tussen de Weesperstraat en de Roeterstraat woonden voornamelijk welgestelde
Joden uit Oost-Europa en Sefardische Joden uit Spanje en Portugal. In de Nieuwe
Kerkstraat was de taal het jiddisj.
Hendrina bekostigde haar verblijf
in het Joodse Oude Mannen en Vrouwenhuis met de oud rente die ze genoot. Ze
verbleef daar tot 6 september 1929. Ze verhuisde op genoemde datum naar het pension
Huize Frank aan de Plantage Franschelaan nummer 11, een veel betere
woonomgeving. Na de oorlog werd de naam van de Plantage Franschelaan, tegenover
Artis, veranderd in Henri Polaklaan ter ere van Henri Polak, de beroemde eerste
voorzitter van de diamantwerkersbond, het eerste vakverbond in Nederland.
Overlijdensadvertentie
Hendrina Schaap-Walvisch
|
Aan het leven van Hendrina
Schaap-Walvisch kwam een einde op 21 december 1942. Drie dagen later, op 24
december 1942, werd zij begraven op de Joodse Begraafplaats
in Diemen.
Tiel, 29 augustus 2020