Familie van tandheelkundigen
Het komt niet vaak voor, dat bijna alle kinderen uit een gezin gaan werken in een (medische) bedrijfstak, waarin hun vader ook zijn brood verdient. Op een na gingen alle levende kinderen van tandarts Zacharias Hijman Mozes Swaap na hun studietijd werken in de tandheelkunde, de jongens als tandtechnicus (c.q. tandarts) en de meisjes als tandartsassistente.
Zacharias Hijman Mozes Swaap verwekte bij zijn vrouw Catharina (Kaatje) Groen in totaal tien kinderen. Zacharias Hijman Mozes Swaap, wiens roepnaam Jacques was, werd geboren in Amsterdam op 6 oktober 1842 als kind van Mozes Zacharias Swaab (1814-1873) en Berthe Jacob Korper (1811-1886). Voordat hij met Berthe in het huwelijksbootje stapte, was Mozes vier jaar getrouwd geweest met Clara Coenraad van Praag, die echter in 1837 overleed. Uit zijn eerste huwelijk had Mozes een kind, dochter Hendrika van 1836. Zijn tweede vrouw Berthe werd moeder van twee kinderen, twee zonen, van wie Zacharias Hijman Mozes de oudste was.
Omdat in de meeste officiĆ«le akten, zoals bij de Gemeente Amsterdam, de achternaam van Jacques voorkomt als “Swaap” hou ik in dit Genealogisch blog die schrijfwijze van de achternaam vast. Jacques begon zijn werkzame leven als diamantslijper. In 1870 echter trok hij naar Parijs om daar te gaan studeren voor tandarts. Zijn studietijd duurde een jaar of vijf. In Parijs trad Jacques op 8 november 1877 in het huwelijk met zijn grote liefde Kaatje Groen, die naar ik aanneem, al een tijdje bij hem in de lichtstad woonde. In Parijs werden ook hun eerste kinderen geboren op 7 november 1878, de tweeling Moise en Marcus. Beide jongens was geen lang leven beschoren. Moise overleed op 1 september 1880, toen het gezin al bijna een jaar teruggekeerd was naar Amsterdam, en Marcus bereikte slechts de leeftijd van 11 jaar.
In Amsterdam vestigden Jacques en Kaatje zich in de Commelinstraat, waar ze tot 1889 bleven wonen. Daar kwamen nog zeven kinderen ter wereld. Dochter Bertha werd op 29 november 1879 geboren. Zij trad op 7 juli 1910 in het huwelijk met Mordechai Bromet, die eerder getrouwd was geweest met Therese Englander. Bertha werd moeder van twee zonen. Zij overleed op 18 mei 1939, twee dagen later werden haar stoffelijke resten begraven in Muiderberg. Mordechai werd in Auschwitz vermoord.
Zoon Hijman Jacob, die de roepnaam Henri had, kwam op 29 december 1880 ter wereld.. Het Amsterdamse Militieregister leert ons, dat hij een lengte had van 1.59 m., een ovaal gezicht met een hoog voorhoofd en grijze ogen en bruine haren en wenkbrauwen. Omdat hij te klein was, kreeg hij vrijstelling van de dienst. Henri verdiende de kost als tandtechnicus. Hij was al 52 jaar oud, toen hij in Hoorn zijn ja-woord gaf aan de 48-jarige Rachel de Vries, de weduwe van Jacob Kanes (1884-1930). Henri en Rachel vonden beiden de dood in de gaskamers van Auschwitz.
Rosette Swaap was van 6 mei 1882. Na haar schooltijd ging zij aan de slag als tandartsassistente. Ze was 41 jaar oud, toen ze op 28 februari 1924 eeuwige trouw beloofde aan de diamantbewerker Jacob (Jacques) de Wilde. Deze Jacques werd in Amsterdam geboren op 31 maart 1876 als zoon van Manus Jacob de Wilde en Debora Porcelein. Rosette en Jacques werden beiden vermoord in Auschwitz op 28 september 1942.
Na Rosette kwam zoon Sam ter wereld. De kleine jongen leefde maar 26 dagen en stierf op 31 augustus 1883.
Ook Marianne van 22 oktober 1884 oefende het beroep van tandartsassistente uit. Zij trouwde op 29 november 1922 met de broer van haar zwager, t.w. Benjamin de Wilde, die geboren werd op 10 oktober 1879. Benjamin was eerder getrouwd met en gescheiden van Branca Buitenkant (1885-1954). Marianne en Benjamin werden vermoord in Sobibor op 9 juli 1943.
Amsterdamse archiefkaart van Samuel Swaap |
Het volgende kind van Jacques Swaap en Kaatje Groen was zoon Samuel, die ter wereld kwam op 5 oktober 1886. Hoewel Samuel ook niet erg groot was, werd hij toch goedgekeurd voor de militaire dienst en tot 1916 ingedeeld bij de Landweer. Voordat hij ook als tandtechnicus aan de slag ging in zijn praktijk in de Scheldestraat, was hij werkzaam als winkelbediende. Samuel en zijn vrouw Jannigje Hermina Hendrika Brugmans, met wie hij in Schoonhoven trouwde op 26 november 1924, werden de ouders van twee zonen, die de oorlog overleefden. Jannigje had al een kind uit een eerder huwelijk. Samuel overleed in Amsterdam op 16 januari 1943. Jannigje overleefde de oorlog en stierf op 4 juli 1946.
Advertentie van Samuel Swaap |
Willem Swaap werd in Amsterdam geboren op 13 juli 1888. Ook Willem was met zijn lengte van 1.55 m. te klein om ’s lands wapenrok te mogen dragen. Hij had maatschappelijk een beetje dezelfde carriĆØre als zijn broer, eerst winkelbediende en daarna tandtechnicus. Als tandarts vestigde Willem zich in Haarlem in de Grote Houtstraat. Later had hij zijn praktijk in de Haarlemse Kruisstraat. Ook Willem trad op relatief late leeftijd in het huwelijk. Hij was 37 jaar oud, toen hij zich op 26 februari 1926 verbond aan Maria Stork, een in Duitsland geboren dochter van Johan Stork en Elise Leitner. Bij de huwelijksplechtigheid op het Stadhuis van Amsterdam trad Willems broer Henri op als getuige. Willem en Maria kregen, voor zover bekend, geen kinderen. In maart 1943 ging het paar uit elkaar. Kort daarop pakten de Duitsers Willem op en stuurden hem naar Auschwitz. Vanuit de ziekenbarak van Auschwitz werd hij tussen 10 en 15 november 1944 overgebracht naar concentratiekamp Neuengamme. Hij was daar gevangene nummer 64995. In Neuengamme liet hij het leven op 21 november 1944.
Advertentie van Tandarts Willem Swaap |
Na de geboorte van Willem verhuisden Jacques Swaap en Kaatje Groen met hun gezin eerst naar ’s Gravenhage en daarna naar Rotterdam. Daar kwam hun jongste kind, dochter Louisa, ter wereld op 18 juli 1890. Louisa werd net als haar zussen tandartsassistente. Ook voor haar gold: eerst een maatschappelijke carriĆØre en daarna pas trouwen. Ze was dan ook al 49 jaar, toen ze in Leiden haar ja-woord gaf aan de Belg Edmundus Verdurmen. Deze 64-jarige oud onderwijzer was van niet-joodse komaf. Edmundus verloor in 1936 zijn eerste vrouw. In 1942 namen Edmundus en Louisa hun intrek in een piksplinternieuwe woning in het rustige Deurne bij Antwerpen. Ze hoopten daar samen te genieten van het goede van het leven. Immers, zo dachten ze, Louisa zou niet door de Duitsers gedeporteerd worden omdat ze getrouwd was met een niet-joodse man.
Louisa Verdurmen-Swaap |
Het pakte echter anders uit. In de nacht van 28 op 29 augustus 1942 werd Louisa door de politie van Deurne in haar eigen huis opgepakt tijdens een razzia. De volgende dag belandde ze in de Dossin Kazerne in Mechelen. Vandaar ging Louisa op 8 september 1942 op transport naar Auschwitz, waar ze direct na aankomst werd vermoord. Edmundus heeft lange tijd in de veronderstelling verkeerd, dat zijn vrouw wel naar huis zou terugkeren. Toen hem duidelijk was, dat dat niet ging gebeuren, heeft hij zich na de oorlog tevergeefs beijverd om haar de status van politieke gevangene te geven. Hij overleed op 5 januari 1949.
Vanuit Rotterdam verhuisden Jacques Swaap en Kaatje Groen met hun kinderen weer naar Amsterdam, waar ze een woning vonden aan de Oude Zijds Voorburgwal op nummer 92. Jacques oefende zijn tandartspraktijk uit in Oosthaven. Hij adverteerde in de Goudsche Courant van 26 juli 1902, dat hij pijnloos zou opereren:
Advertentie Jacques Swaap |
Jacques heeft zijn praktijk nog vele jaren kunnen uitoefenen in Amsterdam. Maar in 1922 sloeg het noodlot hard toe met zijn overlijden op 10 juli van dat jaar. Twee dagen later vond zijn begrafenis plaats in Muiderberg. Jacques werd 79 jaar oud.
Voor Kaatje Groen was het heengaan van haar geliefde Jacques onoverkomelijk. Zij volgde hem naar het hiernamaals op 5 december 1922. Ze bereikte de leeftijd van 69 jaar.
Tiel, 15 september 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten