Naamsverandering
Misschien lag er voor jonkheer Johan
Cornelis Adrianus (Johan) van Haeften een glanzende militaire carrière in het
verschiet, toen hij in 1896 afstudeerde aan de Koninklijke Militaire Academie
(KMA) in Breda en als 2e Luitenant in dienst trad bij het 4e
Regiment Infanterie in Haarlem. Vervolgens klom hij in 1899 op tot 1ste
Luitenant-Adjudant. In die functie verwierf hij het Officierskruis in de Orde
van de Leeuw en de Zon van Perzië. Hij kreeg die onderscheiding voor zijn
werkzaamheden tijdens de Eerste Vredesconferentie in Den Haag in 1899.
Vertegenwoordigers van 26 regeringen maakten toen afspraken over methoden van
oorlogvoering, zowel te land als ter zee. Het uitvoeren van bombardementen
vanuit luchtballons, het gebruik van gifgassen en andere chemische wapens, en
het gebruik van dumdumkogels werden verboden. Het belangrijkste resultaat was
het besluit om vrijwillige arbitrage in te voeren. Dit leidde tot oprichting
van het Permanent Hof van Arbitrage, dat later gevestigd werd in het Vredespaleis
in Den Haag.
Orde van de Leeuw en
de Zon van Perzië
|
Johan Cornelis Adrianus van
Haeften kwam op 1 oktober 1875 in Batavia ter wereld als achtste van de tien
kinderen van Johan Cornelis Adrianus van Haeften (1835-1901) en Cornelia
Wilhelmina van Oven (1848-1883). Na een militaire carrière verdiende vader
Johan zijn geld met tal van commissariaten bij bedrijven in Ned.-Indië. In 1880
keerde hij met zijn gezin terug naar Nederland en vestigde zich in ’s
Gravenhage.
Zoon Johan volgde een
handelsopleiding aan de Bruinings van Ingen Houszschool in Voorburg, voordat
hij naar de KMA ging. In 1902 vroeg Johan aan de militaire autoriteiten op
non-actief gesteld te worden en een jaar later verliet hij de dienst. Hij was
toen al betrokken bij de oprichting van de N.V. Biscuitfabriek Patria in
Amsterdam en werd in 1903 de eerste directeur van de fabriek, die gevestigd was
tegenover de Westergasfabriek aan de Haarlemmerweg. Daarnaast was hij
commissaris bij enkele cultuurtechnische bedrijven, een captain of industry
avant la lettre.
Johan Cornelis Adrianus de Craen van Haeften in 1931 |
Toen hij 29 jaar oud was, trad
Johan in 1905 in Amsterdam in het huwelijk met Wilhelmina Blom. Wilhelmina was
geboren op 1 maart 1879 in Haarlem als dochter van Willem Nicolaas Blom en Hendrika Johanna van
Walwijk. Johan en Wilhelmina woonden op de Waldeck Pyrmontlaan 40 in Amsterdam.
Het paar kreeg vijf kinderen, twee zonen en drie dochters. Na ruim 10 jaar
strandde het huwelijk van Johan en Wilhelmina en werd de scheiding uitgesproken.
Na de scheiding woonde Wilhelmina in Heemstede, Bloemendaal en Haarlem.
Een jaar later hertrouwde Johan,
nu met Dina Maria Huvers (1888-1971), de dochter van François Huvers en Maria van Ginnekens.
Vanwege gezondheidsredenen verhuisden Johan en Dina in 1920 naar Baugy sur
Montreux in Zwitserland. Ze noemden de villa die ze betrokken heel toepasselijk
“Villa Châtillon”, verwijzend naar Rudolph
de Cocq (ca. 1215-1283), de oudst
bekende Nederlandse stamvader van de familie.
Villa Châtillon
|
Dat Johan zich bezig hield met de
geschiedenis van zijn familie, kwam niet alleen naar voren in de naam van zijn
woonhuis. Reeds op 24 oktober 1916 vroeg hij de Gemeente Utrecht om toezending
van een aantal afschriften uit Utrechtse doopboeken en kopieën van de huwelijksakte
van Johan
Jansz. de Craen van Haeften (1588-1667), de stamvader van de Utrechtse tak
van de familie van Haeften, en Mechteld Jacob Pauwels van Geresteyn
(1582-1654). Johan wilde deze documenten hebben om aan te kunnen tonen, dat
zijn achternaam eigenlijk “De Craen van Haeften” zou moeten zijn. Johan was ook
in het bezit van een uitgebreide genealogie in boekvorm van zijn familie. Deze
genealogie in thans in het bezit van zijn kleindochter.
Brief van de
Gemeente Utrecht
|
De naspeuringen van Johan hadden
tot gevolg, dat hij bij KB nr. 70 van 18 maart 1919 gerechtigd werd zijn
achternaam officieel te veranderen van “Van Haeften” in “De Craen van Haeften”.
Bij gevolg dragen al zijn nakomelingen ook die naam.
Voordat Johan naar Zwitserland
verhuisde en de dagelijkse leiding van de Patria-fabrieken overdroeg aan zijn
zwager Lambertus Klijn, had hij van de biscuitfabriek een moderne onderneming gemaakt,
waar de nieuwste technologie werd toegepast.
Patria was een van de eerste bedrijven, die de verpakking van de
biscuits (veelal kaakjes genoemd) in trommels ging gebruiken als marketinginstrument
naar de consument. Zeer bekend waren het met rood en wit papier omwikkeld blik
biscuits als noodrantsoen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de trommels met
afbeelding van het Rijksmuseum in de jaren ‘50. Patria maakte in de marketing
van zijn producten ook gebruik huisbezoek, beurzen en van verzamelalbums voor
plakplaatjes. Het bedrijf bracht al rond
1916 het eerste Nederlandse jeugdalbum uit “Een dagje vacantie”. Dit kleine
album met slechts 16 plaatjes is geschreven door de befaamde auteur C. Joh. Kieviet,
die later ook jeugdalbums schreef voor de koekfabrikanten Hille (de twee Aboe
Do boeken) en Kaiser (de drie Benito boeken) en het koffie- en theebedrijf KEG.
Het is de eerste commerciële opdracht van Kieviet. Het boekje bevat een
doorlopend verhaal voor de jeugd, geïllustreerd met plaatjes in de tekst, wat
toen nog niet eerder vertoond was. In de
dertiger jaren bracht Patria twee grote albums uit. Deze waren in meerdere
opzichten opmerkelijk. Beide albums “De vliegende Hollander” (1933) en “Patria’s
Luchtvaartalbum” (1936) gingen over de luchtvaart. De uitvoering onderscheidde
zich van de gangbare in die tijd, door de vollinnen band. Het eerste album was
tevens voorzien van een stofomslag, wat gebruikelijk was bij ingebonden boeken,
maar nog niet eerder was vertoond bij een album. Ook het formaat van de twee
boeken was opmerkelijk: beide waren in oblong, 34,2 x 24,7 cm, dus ruim boven
het normale klassieke formaat.
Patriatrommel met
afbeelding van het Rijksmuseum
|
Wonende in Zwitserland bleef
Johan wel de functie van directeur bekleden, maar nu vooral om de belangen van
de fabriek in het buitenland te behartigen en om in landen als Engeland,
Frankrijk, België, Duitsland en Italië de technologische ontwikkelingen te
bestuderen. Hij bleef tot zijn dood commissaris van N.V. Biscuitfabriek Patria.
In 1937 overleed Johan’s oudste zoon, die ook commissaris was bij Patria, op
35-jarige leeftijd in Rotterdam. Zijn dochters trouwden voor de oorlog met
vooraanstaande figuren uit het societyleven dan wel met captains of industry.
Zijn jongste zoon trad in 1946 in het huwelijk. Alle kinderen zwermden uit over
de wereld. Johan kreeg vijf kleinkinderen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog
verbleef Johan in Engeland en had van daaruit contacten met het verzet in
Nederland in 1941 en 1942.
In zijn woning in Zwitserland is
Johan op 9 maart 1954 overleden. Vier dagen later vond, volgens zijn wens, in
alle stilte de crematie plaats in Vevey.
Rouwadvertentie |
Eind jaren ’70 van de vorige eeuw
raakte Patria in zwaar weer, ondanks overname door Meneba. Eind 1978 bezette
het personeel de fabriek om sluiting te voorkomen. Moederbedrijf Meneba zegde
een onderzoek naar de haalbaarheid van het openhouden van de fabriek.
Patria bezet
Het mocht niet meer baten. Er
bleken geen kandidaten te vinden, die Patria als zelfstandige onderneming
wilden voortzetten. Toen dat duidelijk was kregen Meneba en de vakbonden het
advies de fabriek te sluiten. Op 1 april 1980 viel het doek definitief en
stonden de 90 werknemers, onder wie veel vrouwen, op straat.
Tiel, 16-05-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten