Martinus Bosman
Johanna Wolters de Haan (1751-1819), de echtgenote van Wolter Bosman (1751-1828) had al drie kinderen gebaard, toen ze op 21 oktober 1791 het leven schonk aan de tweeling Martinus en Wouter Bosman. Het is niet waarschijnlijk, dat moeder Johanna en vader Wolter van tevoren wisten, dat hun gezin verrijkt zou worden met een tweeling. Of… , Johanna was toevertrouwd aan de zorgen van een hele goede baker, die kon voelen, dat een tweeling op komst was.
De kleine Wouter werd later de overgrootvader van mijn opa van moeders kant. Over hem vertelde ik al het nodige in de Genealogische blogs 264 van 23 februari 2018 en 354 van 14 maart 2019. In dit verhaal wil ik het hebben over de tweelingbroer van Wouter, over Martinus, die heel vaak ook in akten Marten werd genoemd. De burgemeester van Twello gaf op 30 april 1815 een uittreksel af van het doopregister van de katholieke gemeente van Twello, waarin de dopen van Walterus en Martinus Bosman bevestigd werden, en dat Wolter Bosman en Joanna Wolters hun ouders waren.
Extract uit doopregister 21 oktober 1791 |
De doop van de beide jongetjes heeft plaats gevonden in de inmiddels afgebroken oude kerk met rieten dak, die gestaan heeft naast de huidige Sint Martinuskerk in Duistervoorde, een buurtschap dat deel uitmaakt van het dorp Twello in de gemeente Voorst tussen Apeldoorn en Zutphen. De huidige Sint Martinuskerk in Duistervoorde werd in 1887 gebouwd in neogotische stijl naar ontwerp van de architect Gerard te Riele.(1833-1911).
Kerk van Duistervoorde met recht de oude kerk met rieten dak |
Dat Wouter en Martinus in de kerk van Duistervoorde zijn gedoopt, en niet in Twello, blijkt uit de transcriptie van het doopboek van de RK. Kerk in Duistervoorde door B. Dolman. De doophefster (=getuige c.q. peettante) van de kleine jongens was Maria Jansen, hun oma van moederszijde.
Over de jeugd van Martinus is niets bekend. Het eerstvolgende bekende feit over hem is, dat hij op 9 juli 1807 getuige was bij de doop van zijn nichtje Bernardina Wilms Kleverwal, een dochter van Geertruij Bosman, de oudere zus van Martinus, die in 1771 werd geboren. Later in 1835 zou hij nog een keertje doopgetuige zijn, nu bij zijn nichtje Catharina Bosman, het zevende kind van Wouter, de tweelingbroer van Martinus. De kleine Catharina was geen lang leven beschoren, zijn overleed in 1843 op 7-jarige leeftijd.
Martinus verdiende de kost als boerenknecht, al stond hij in 1843, in de huwelijksakte van zijn tweede dochter, geregistreerd als herbergier. Hoe lang en waar hij dat beroep heeft uitgeoefend is mij onbekend. Ik heb daarvan geen enkele andere vermelding gevonden. Sterker nog, in 1853 stond hij weer genoteerd als landbouwer.
Extract uit het doopboek betreffende de doop van Maria Elisabeth Bongers |
Martinus was 23 jaar oud, toen hij in Oosterbeek op 24 mei 1815 in het huwelijksbootje stapje met de 10 jaar oudere Maria Elisabeth (Maria) Bongers. Maria kwam ter wereld in Arnhem in 1780. Zij was een dochter van Jacob Bongers en Catharina Haack. Maria ontving het doopsel in de RK kerk van St. Eusebius aan de Varkensstraat in Arnhem op 26 mei 1780. Daarbij waren als getuigen aanwezig Henricus Hoogvliet en Margrita Raas.
Martinus Bosman en zijn vrouw Maria gingen in Renkum wonen. Later, rond 1820, zijn ze verhuisd naar de Drieharingplaats in Arnhem
Op 10 april 1816 diende het eerste kind van Martinus en Maria zich aan, dochter Catharina Johanna. Op 11 april werd haar geboorte aangegeven. Van Catharina is alleen bekend, dat ze nooit gehuwd is geweest. Zij overleed op 8 maart 1894 om 10.00 uur in Renkum op 77-jarige leeftijd. Haar neef Martinus Petrus Vale gaf de volgende dag haar overlijden aan op het gemeentehuis.
Ruim een jaar na de geboorte van Catharina, kwam dochter Johanna Jacoba op 9 augustus 1817 ter wereld in Renkum. Johanna was 25 jaar oud, toen zij op 5 augustus 1843 in het huwelijk trad met spoorwerker Adrianus Vale. Adrianus werd in Bommel geboren op 5 maart 1815 als zoon van Pieter Vale en Cornelia Akkerman. Johanna en Adrianus kregen vier kinderen, twee jongens en evenzoveel meisjes. Echtgenoot Adrianus Vale overleed in 1879, terwijl Johanna Jacoba stierf in Arnhem op 18 november 1894.
Voordat het derde kind geboren kon worden, waren Martinus en Maria verhuisd naar Arnhem en mogelijk verder naar Duiven. In Duiven werd nl. hun zoon Jacobus Johannes geboren op 2 februari 1821. Drie dagen later gaf zijn vader de geboorte van Jacobus aan. Jacobus Johannes verhuurde zich als arbeider. Jacobus Johannes is in Renkum overleden op 28 december 1852. Verder is over hem niets bekend.
De laatste twee kinderen van Martinus en Maria waren beide levenloos geboren jongens. De eerste was van 23 april 1824. De aangifte van de geboorte en het overlijden van dit kind vond de volgende dag plaats. De tweede jongen kwam op 27 januari 1826 uit de moederschoot. De aangifte van deze jongen vond de volgende dag plaats.
Aan het leven van Martinus Bosman kwam een einde op 3 september 1851. Dat was in Renkum, blijkbaar was het gezin weer in Renkum gaan wonen. Martinus was bij zijn heengaan 59 jaar oud.
Maria Elisabeth Bongers overleed in Oosterbeek op 29 september 1854. De volgende dag deed de familie aangifte van haar overlijden. Klaarblijkelijk heeft de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de aangevers niet goed gehoord hoe de achternaam van Maria Elisabeth luidde, want hij schreef op de overlijdensakte als haar achternaam Burgers in plaats van Bongers.
Tiel, 5 november 2020
================================================
Geen opmerkingen:
Een reactie posten