Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 6 februari 2024

Genealogisch blog 742

 

Clemens van Haeften en Voskuijlen

Clemens van Haeften werd geboren in Utrecht in 1646. Zijn ouders waren de Utrechtse wijnkoper Beernt van Haeften (1614-1660) en Maria van Herwijnen, die voor 1659 overleed. Vermoedelijk had Clemens een zus, die Gijsbertha heette. Echter, over haar is mij niets bekend. Na het heengaan van Maria van Herwijnen gaf vader Beernt zijn ja-woord achtereenvolgens aan Sara van Groesbeeck en Cornelia van Leeuwen. Bij beide vrouwen verwekte hij nog acht kinderen, twee bij Sara van Groesbeeck en zes bij Cornelia van Leeuwen.

Clemens ging rechten studeren in Utrecht en legde op 14 maart 1664 zijn eed als notaris af. Daarna ging hij aan de slag als procureur in Baarn en als notaris en procureur van het Gerecht in Soest en Baarn en aanhorige dorpen. Hij was 24 jaar oud, toen hij op 22 januari 1670 in het huwelijksbootje stapte met Albertina Moy, een dochter van Willem Moy en Judith van Rijn. Het huwelijk van Clemens en Albertina werd gezegend met vijf kideren. De oudste twee, dochter Albartina en zoon Clemens, trokken na hun huwelijk naar Amsterdam. Albartina trouwde met Cornelis Boldoot en werd moeder van vier kinderen. Zoon Clemens ging op 2 februari 1730 in Amsterdam in ondertrouw met Petronella Wering. Dit stel kreeg twee kinderen, een zoon en een dochter.

Van de volgende drie kinderen van Clemens van Haeften en Albartina Moy is mij niet meer bekend dan dat ze resp. in 1672, 1674 en 1676 zijn geboren. Zeker is dat zij bij het overlijden van hun vader nog onmondig waren, want hun oom notaris Herman van Woudenberg nam de voogdij over hen op zich.

Clemens van Haeften leidde verder het normale leven van een notaris in die tijd. Hij zorgde ervoor, dat uitstaande leningen van familieleden op tijd werden terugbetaald. Lukte dat niet dan kreeg hij opdracht beslag op goederen te leggen. Wanneer hij zaken had gedaan, waarmee opdrachtgevers niet konden instemmen, dan kreeg hij een proces aan zijn broek. Van verschillende personen kreeg hij procuratie op namens hen op te treden in geschillen.

De levensloop van notaris Clemens van Haeften bestuderende vielen mij twee feiten op, die betrekking hadden op zaken, die Clemens van Haeften afdeed met leden van de latere familie Voskuijlen. Ik vond de betreffende gegevens niet alleen tijdens mijn zoektocht naar de levensloop van Clemens van Haeften, maar ook in de stambomen van de verschillende families Voskuijlen, die Henk van Woudenberg heeft opgesteld en die te vinden zijn onder https://oudscherpenzeel.nl/wp-content/uploads/genealogie-pdf/Voskuilen.pdf.

De naam “Voskuijlen” deed me denken aan de voorouders van mijn grootmoeder van moederszijde. De moeder van mijn grootmoeder, die getrouwd was met Aelbert Janssen (1851-1900), heette Hendrika Voskuijlen (1854-1917). Zou er een verband bestaan tussen de familie van mijn overgrootmoeder van moederszijde en de familie van notaris Clemens van Haeften? Om daar achter te komen moest ik me uitvoerig verdiepen in de voorouders van Hendrika Voskuijlen. Ik greep daarbij terug op mijn onderzoek, dat vooraf ging aan het schrijven van Genealogisch blog 311 van 13 augustus 2018. Ik schreef toen:

“Ik kwam uiteindelijk terecht bij de buurtschap Voskuijlen, gelegen in het midden van de driehoek Leusden, Woudenberg en Scherpenzeel. In vroeger tijden werd die naam als “Voscuijl” geschreven.

 

Buurtschap Voskuijlen

 

De Utrechtse buurtschap Voskuijlen moet niet verward worden met de Noord-Veluwse buurtschap Voskuil. In de 18e eeuw lagen in de Utrechtse buurtschap twaalf boerderijen: Groot, Midden en Klein Romselaar, Kouwenhoverkampen, de Halve Hoef, ’t Erf, Jan Cranenhoef, Cotenberg, ’t Plaatsje, Groot, Klein en Oud Voskuilen en Het Nattegat. Tegenwoordig staan op Voskuilen 45 huizen. De familie van de moeder van mijn oma is zonder twijfel afkomstig van een van de drie boerderijen met Voskuilen in de naam. Het werd in de 18e eeuw gebruikelijk om mensen niet langer aan te duiden met hun patroniem, maar met een achternaam, die afgeleid was van de boerderij waar men woonde of werkte. In het geval van mijn overgrootmoeder: Voskuijlen. Deze mensen waren allemaal katholiek.”

 

Boerderij Groot Romselaar 1923, Coll. H. Woudenberg

 

In de 16e en 17e eeuw ontstonden op de genoemde boerderijen families, die zich allemaal (van) Voskuijlen zijn gaan noemen. Begrijpelijk is, dat er tal van schijfwijzen in zwang waren om de familienaam mee te duiden. Gemakshalve gebruik ik hier alleen de schrijfwijze “Voskuijlen”. De eerdergenoemde Henk van Woudenberg onderscheidde 18 families Voskuijlen die in de buurtschap met de gelijkluidende naam zijn ontstaan.

Op 22 januari 1677 verkocht Clemens van Haeften aan Huijbert Henrick goederen in Leusderbroeck en Voskuijlen. De Amersfoortse notaris A. van Brinckesteyn omschreef de transactie als volgt:

“Clemens Van Haeften, notaris, echtgenoot en voogd van Albertina Moij verkopen aan Huijbert Henricks. van Voscuijlen, tevens pachter van de andere helft en Jan Gijsberts. van Deventer, tevens verpachter van zijn helft, een zeker erff, gelegen in Leusderbroeck & in vaste erfkoop verkocht Erff en goet, gelegen in resp. Leusderbroeck en Voscuijlen. Elk zal de helft van het Erff gebruiken; Huijbert Henricks. pacht de helft van Jan Gijsberts. Huijbert Henricks mag het slaperdijksgeld korten op de pacht. Het ooft is voor beiden, de verpachter wil eens per jaar met zijn familie worden uitgehaald en weder thuisgebracht worden. Albertina Moij is mede-erfgename van Willem Moij en zijn vrouw Judith van Rhijn, en uit dien hoofde heeft Van Haeften de erfkoop gedaan. Dit goet is ten dele thins en keurmeedig goed van de Domeijnen 's Lands van Utrecht, ten dele leenroerig aan den huijse van Renswoude, zoals het in huur gebruikt is geweest door Gerrit Cornelis., Lubbert Henricks. en Huijbert Henricks. voornoemd, en belast met 800 Carolus gulden ten behoeve van de Commanderije van de Duijtser-Orde 's Lands van Utrecht met thins en hondecoorn (= tiendkoren tot voeding der honden van de heer; een uitkering in graan aan de landheer). Getuigen: Ghijsbert van Deventer en Anthoni van der Houve”.

Van deze transactie profiteerde met 800 Carolus gulden per jaar ook de Balije van de Duitse Ridderlijke Orde, die aan de Springweg in Utrecht was gevestigd.

Balije van de Duitse Ridderlijke Orde

In juni 1680 machtigde Clemens van Haeften voor genoemde notaris Ghijsbert van Deventer om een aantal zaken met betrekking tot bovengenoemde goederen voor hem af te handelen. De notaris noteerde:

“Clemens van Haeften machtigt Ghijsbert van Deventer, borger van Amersfoort, om te compareren voor de stadhouder en leen-mannen van de huyse van Renswoude om in hun handen te stellen een halve hoeff lands gelegen onder Voscuylen in het Gerecht Woudenberg, leenroerig aan het huys van Renswoude, om te consenteren dat daarmede wordt verleend aan Ghijsbert van Deventer, zoals nae leenrecht behoort. Verder mag Ghijsbert van Deventer compareren voor 't Gerecht van Leusden om te transporteren seecker erff en goet in Leusderbroeck, belast met een capitaal van 800 gulden ten behoeve van de commanderije van de Duytser ordre 's Land van Utrecht daarin gevestigd, en belast met 12 stuivers aan thiens en 3 spint rogge ten behoeve van Jan Ghijsberts van Deventer en Huybert Henricks, wonend Leusderbroeck. Gedaan ten huyse van Lambert Dibbits, out-raad van Amersfoort, een der getuigen”.

De grote vraag was of Huijbert Henricks en Jan Ghijsbertsz van Deventer, beiden afkomstig uit de buurtschap Voskuijlen behoorden tot de familie van de voorouders van mijn moeders moeder. Het antwoord was, helaas, nee. Daarmee verging de stille hoop op een verbinding tussen de familie Van Haeften en de familie Bosman, mijn moeders familie. Het was te mooi om waar te zijn.

 

Tiel, 6 februari 2024

Geen opmerkingen:

Een reactie posten