Rijtuigpoetser
Vanaf de 18e eeuw was
Jacob of Jacobus een populaire naam in de familie Van Haeften. De bekendste
Jacob was misschien wel Jacob
van Haeften (1751-1831), over wie ik het boek schreef “Jacob van Haeften,
een waanwijze Utrechter”. De naam Jacob of Jacobus was vooral populair in de Amsterdamse
tak van de familie Van Haeften in de 19e eeuw.
In dit Genealogisch blog wil ik
het hebben over Jacobus van Haeften, die op 8 juli 1873 in de Amsterdamse
Tuinstraat nr. 230 werd geboren. Om hem te onderscheiden van de anderen met
dezelfde naam werd deze Jacobus van meet af aan Co genoemd.
Co was de oudste van de twaalf
kinderen van sigarenmaker Johannes Marinus van Haeften en Johanna van Raaij. In
zijn jeugd heeft Co, samen met zijn ouders, op verschillende adressen in de
Amsterdamse Jordaan gewoond. Zodra Co kon gaan werken en een bijdrage kon
leveren aan het onderhoud van het grote gezin van zijn ouders, ging hij aan de
slag als sigarenmaker, net als zijn vader.
Tuinstraat 230, links (foto: Beeldbank Archief Amsterdam)
|
Op 22 september 1892 kreeg Co de
oproep om zich te melden voor de Nationale Militie. Zijn actieve dienst begon
op 8 september 1893 bij het 7e Regiment Infanterie, dat in garnizoen
lag in de Stelling
van Amsterdam. Bij zijn aantrede in actieve dienst werd ook van Co een
signalement vastgelegd. Hij was 1,65 m. lang, had een ovaal gezicht, grijze
ogen en een ronde kin. Zijn haar en zijn wenkbrauwen waren bruin. Zijn
voorhoofd, neus en mond werden als normaal omschreven.
Binnen een jaar kon Co de
Nationale Militie al weer vaarwel zeggen, omdat hij ontslag kreeg vanwege
boventalligheid. Binnen de familie ging het verhaal rond, dat Co vervolgens in
Ned. Indië dienst heeft gedaan, maar dat hij na verloop van tijd weer naar
Nederland moest terugkeren, omdat hij dezelfde naam had als de gouverneur en
die was van adel. Een mooi familieverhaal, maar in Ned.-Indië is nooit een gouverneur
met de naam Van Haeften actief geweest. Dat neemt niet weg, dat in het
bestuurlijke apparaat van Ned.-Indië en in de handel verschillende Van Haeftens
actief geweest zijn, al dan niet familie van Co.
Op 23 juni 1897 moest Co zich
voor militaire dienst melden in de kazerne in Harderwijk. Vlak voor zijn
huwelijk keerde Co terug naar Amsterdam, waar hij op 27 december 1900 in het
huwelijk trad met Anna Maria van Rijkom. Bij het huwelijk van Co en Anna Maria
waren Albert Johannes Imcken, Cornelis Klaas Lanting, Ludovicus Johannes Libert
en Jan Schubart de getuigen.
Anna Maria van Rijkom werd in de
Amsterdamse Bloemstraat geboren op 13 juli 1875. Zij was een dochter van
goudsmid Pieter van Rijkom en Anna Maria Busch. Duidelijk is, dat ze naar haar
moeder is vernoemd. Co en Anna Maria gingen wonen in de Gerard Doustraat op
nummer 215 op 2 hoog. Aangenomen moet worden, dat Co weer als sigarenmaker de
kost verdiende. Later zijn ze nog verschillende malen binnen Amsterdam
verhuisd.
Huwelijksakte van Haeften x van Rijkom
|
Binnen een jaar na de
huwelijksvoltrekking kregen Co en Anna Maria hun eerste kind, zoon Johannes
Martinus, die Marti werd genoemd. Over Marti heb ik in Genealogisch
blog 362 geschreven. In 1903 zei Co de sigarenmakerij vaarwel. Hij trad in
dienst van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM). Als
rijtuigpoetser (tegenwoordig zouden we zeggen schoonmaker) op het Centraal
Station in Amsterdam begon mij met een loon van fl. 1,50 per dag. Toen hij op 4
juli 1908 de HIJSM verliet, bedroeg zijn loon fl. 1,85 per dag.
Op 21 mei 1903 baarde Anna Maria
haar tweede kind, dochter Anna Maria Jacoba, die algauw “Zus” werd genoemd. Zus
was 17 jaar oud toen ze in een gesticht werd ondergebracht. Daarna werkte ze
als dienstbode tot ze in 1924 voor de eerste keer in het huwelijk trad met
goederenbesteller Johan Frederik van Zweden. In 1949 trouwde Zus voor de tweede
keer, eerste echtgenoot Johan was al in 1931 overleden, met Sjoerd Hofstra. In
haar eerste huwelijk kreeg Anna Maria twee kinderen en uit het tweede huwelijk
kwamen drie kinderen voort.
Co en Anna Maria kregen op 10
november 1904 weer een zoon, die de namen Jacobus Johannes kreeg. Jacobus
Johannes trouwde in Amsterdam in 1928 met Jantje Hofstra. Het paar kreeg drie
kinderen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stelden de Duitsers in 1943 Jacobus
Johannes verplicht in Amersfoort te werk bij het bedrijf O.T. Hij overleed in
1973 en werd begraven op de Nieuwe Ooster Begraafplaats.
Gezinskaart Jacobus van Haeften 1873
|
De Amsterdamse gezinskaart van Co
laat zien, dat Co en Anna Maria van mei 1905 tot maart 1913 Petrus van Raaij in
huis gehad hebben. Petrus was de grootvader van Co van moederszijde. In 1907
was Co getuige bij de huwelijksvoltrekking van zijn zus Wilhelmina Johanna
Petronella (1878-1946) en Gerrit Gerritse (1883-1946).
Het vierde kind van Co en Anna
Maria was dochter Johanna van 24 mei 1907. Zij werd Jopie genoemd. In 1935
trouwde dienstbode Jopie met Albertus Willem Petrus Schoots. Met een korte
onderbreking heeft het paar altijd in de Von Zesenstraat in Amsterdam Oost
gewoond. Jopie en Albertus kregen twee zonen. Jopie overleed in op 27
september1988, haar man was veertiendagen eerder al gestorven.
Pieter Simon Dirk van Haeften
|
Na Jopie diende op 7 februari
1913 Pieter Simon Dirk (Piet) zich aan. Typograaf Piet trouwde in 1942 met
Hendrika Vegtel. Op 27 januari 1973 liet zijn broer Marti Piet bij zich roepen, toen hij op sterven lag. Marti
wilde, dat Piet hem nog een keer schoor. De beide broers hadden jaren lang geen
contact meer met elkaar gehad. De volgende dag, 28 januari 1973 overleed Marti.
Piet en Hendrika kregen twee kinderen, een dochter en een zoon. Piet is
overleden op 13 januari 1995 en zijn vrouw op 7 juni 2014. Na Piet werd er bij
Co en Anna Marie nog een levenloos kind geboren op 13 augustus 1916.
NRC, d.d. 28-05-1926 (detail)
|
Pas in 1926 vernemen we weer van
Co. In dat jaar was hij in de nacht van 28 februari op 1 maart in de Lange
Niezel in Amsterdam getuige van een steekpartij in café Wildschut. Het
slachtoffer was R.N. Donker. Ome Ko, zoals Co bekend stond in nachtelijk
Amsterdam, stond met Donker aan de toog in het café wat te drinken. Ook de
verdachte, een bekende van Justitie, en zijn broer waren in het café. Al
geruime tijd was de verstandhouding tussen ome Ko en de verdachte, een
29-jarige koopman, niet al te best. Er ontstond dan ook een scheldpartij, waaraan
ook het slachtoffer en de broer van de dader deelnamen. Om af te koelen heeft
de uitbater ome Ko naar buiten gewerkt. Toen ome Ko door een van de broers buiten
met een glinsterend voorwerp werd bedreigd nam hij de benen. De verdachte heeft
toen Donker met een mes in de buik gestoken, nadat zijn broer hem had bewerkt
met een ploertendoder. Donker zakte daarop in elkaar. In allerijl werd het
slachtoffer naar het Binnengasthuis gebracht waar hij enige tijd later
overleed. De beide daders hebben zich voor de rechtbank moeten verantwoorden.
De rechtbank veroordeelde op 10 juni 1926 de dader tot zeven jaar
gevangenisstraf, terwijl het O.M. acht jaar had geëist.
Anna Maria van Rijkom overleed op
8 september 1929. Co blies op 4 maart 1957 zijn laatste adem uit.
Tiel, 13 mei 2019
Geen opmerkingen:
Een reactie posten