Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 18 mei 2020

Genealogisch blog 452


Bewijzen

De documenten over Arnt van Haeften, die in verschillende archieven bewaard worden, leveren bewijzen voor een aantal feiten waarover diverse genealogen van mening verschillen. In dit Genealogische blog wil ik die feiten nog eens op een rijtje zetten.
Arnt van Haeften kwam omstreeks 1415 ter wereld als zoon van Otto van Haeften en Adelissa van Herwijnen. Van zijn voornaam komen in de charters in de verschillende archieven een aantal varianten voor, zoals Arnold, Arend en Aert. Hoewel hij vaak Arend genoemd werd, hou ik het in dit Genealogische blog gewoon op Arnt.
Al op jeugdige leeftijd maakte Arnt als schepen deel uit van de Bank van Tuil. In het archief van het Klooster Marienschoot in Zennewijnen bevindt zich een charter van 13 juni 1429, waarin vermeld staat: 

“Arnt die Koc van Opynen en Coenraet van Tuel, Arnt van Haeften en Wouter Hacke... Arnt die Koc van Opynen ende Coenraet van Tuel scepen in Tuel, ... ... Daernae wij, Arnt van Haeften ende Wouter Hacke scepen in Tuel tugen dat .... ... scillinge ghever penninge, Otten bastartsoin heren Otten van Haeften ridders ....”
Een akte van een dag later laat weten:

“Arnt van Haeften ende Wouter Hacke scepen in Tuel, tugen dat voir ons comen is Otte, bastartsoin heren Otten van Haeften ridders, ende heeft vercoft ....... den brief dair desen tegenwoirdigen brief doirsteken is.”
De bovenstaande citaten tonen aan, dat de vader van Arnt, Otto van Haeften (1365-1430), in ieder geval een bastaardzoon had die Otto heette. De vader van Arnt had ook een wettige zoon die Otto heette en die later trouwde met Jutta Pieck. Van vader Otto is bekend dat hij meerdere bastaardkinderen had.
Na het overlijden van zijn vader in 1430 werd Arnt de zesde Heer van Haaften. Hieruit mogen we opmaken, dat Arnt vrijwel zeker de oudste wettige zoon was van Otto en Adelissa. Daar de heerlijkheid bij vererving eigenlijk altijd overging op de oudste zoon. Omdat Arnt bij zijn overlijden geen wettige kinderen naliet, maar alleen bastaarden, ging de heerlijkheid Haaften over naar zijn machtige broer Walraven, die in 1478 overleed.

Kasteel Dussen voor 1421
Kasteel Dussen voor 1421
Arnt trouwde met Mechteld van der Dussen. De datum van het huwelijk is niet bekend. Mechteld, geboren rond 1420, was een dochter van Floris Aernt Wennemaersz van der Dussen, schout van Dordrecht, en Adelheyd van Zuylen. Mechteld had een hoeve in Oversliedrecht in bezit en het leen Cleyn Crayenstein bij Sliedrecht. Arnt en Mechteld kregen geen kinderen. Mechteld is in 1463 overleden, zij was toen ongeveer 43 jaar oud. Na haar dood trad Arnt in het huwelijk met N.N. van Langerak. Over haar en dit laatste huwelijk is mij verder niets bekend.

Balije van Utrecht
Balije van Utrecht
Arnt was lid van de Ridderschap van Nijmegen en van de Balije van Utrecht van de Ridderlijke Duitsche Orde, waarvan zijn jongere broer Johan landcommandeur was. In een oorkonde van 1 augustus 1463 staat vermeld, dat Arnt borg stond voor zijn broer Johan, die landcommandeur was van de Ridderlijke Duitse Orde. In de verzameling charters van de Ridderlijke Duitse Orde bevindt zich ook een charter uit 1467 waarin staat, dat Jan van Tyel een aflossing deed aan de commandeur van Tiel van de Ridderlijke Duitsche Orde, Johan van Haeften, van 10 gouden rijnse guldens op een tijns van 100 gouden rijnse guldens, gevestigd op een stuk land met de naam het Duitsche Kamp in de uiterdijk (uiterwaarde) onder Hemert (Ophemert): 

“Wij Alaert van Haeften ende Willem Eessen [Eersten?] soin scepen in Tuel tugen dat Jan van Tijel heeft geloeft heren Johan van Haeften comme[..]uer des Duijtssen Huijs tot Tijel ....”
Met name de eerste akte maakt duidelijk, dat Arnt en Johan, de landcommandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde, broers waren. En dat ook Johan een zoon was van Otto van Haeften en Adelissa van Herijnen. Er zijn verschillende genealogen, die de vader-zoonrelatie tussen Otto en Johan van Haeften betwisten. De hiervoor genoemde gegevens tonen tevens aan, dat Johan binnen de Ridderlijke Duitsche Orde zowel landcommandeur in Utrecht is geweest als commandeur van Tiel.
Arnt was ambtman van Rossem en vanaf 1446 assistent van de ambtman van de Bommeler- en Tielerwaard. Na 1447 was hij raad van Bommel en van hertog Arnold van Gelre. Hertog Arnold verkocht in 1435 zijn tienden in Haaften en Hellu aan Arnt met de bepaling die af te mogen lossen met jaarlijks 1000 gouden rijnsgulden. In 1447 waren Arnt en zijn broer Walraven getuigen, toen hertog Arnold Tiel een schadeloosstelling beloofde, omdat Tiel hulp had geboden tegen de weerspannige inwoners van Driel, die de dijken van de Waal hadden doorgestoken, waardoor Tiel en de Tielerwaard onder water waren komen te staan. Eerder hadden de bewoners van Driel hun beklag gedaan bij Arnt over de tol die Tiel vereiste van de schepen die op de Waal voeren. Drie jaar eerder waren er problemen ontstaan met die van Driel over de afwatering van het dorp.

Arnold van Gelre
Arnold van Gelre
Arnt had een goede verstandhouding met hertog Arnold van Gelre, hij was niet voor niets zijn raad. In 1453 droeg hij voor de Bank van Deil zijn huis en hofstad in Wadenoijen op aan de hertog. Later voegde hij daar zijn gronden in Wadenoijen aan toe alsmede het dagelijkse gerecht. Daaraan kwam in 1455 een einde, toen Arnt al zijn bezittingen in Wadenoijen verkocht aan Gijsbert van Boxmeer, ook bekend als Gijsbert soon tot Meer. Arnt had tevens bezittingen in Deil.
Arnt had ook geregeld van doen met het klooster Mariënwaard. Hij had gronden van het klooster in beheer en in 1459 was hij medeondertekenaar van een overeenkomst tussen Mariënwaard en de ridders uit de omgeving over het schoonhouder (d.w.z. bevaarbaar) van de Linge. Arnt was verantwoordelijk voor het onderhoud van bepaalde stukken van de dijken langs de rivieren.
Zoals eerder gezegd, Arnt had geen wettige kinderen, wel drie bastaarddochters, Johanna, ook wel Jenne genoemd, Adriana en Ottina. Van deze drie is eigenlijk alleen Jenne interessant, want in 1460 verkochten zij en haar echtgenoot de boerderij De Hoeve, die Jenne in 1445 van haar vader had geërfd, evenals de helft van de Hoge Hof in Haaften. Dit maakt duidelijk, dat bastaard kinderen ongeveer gelijke rechte hadden als wettige kinderen. Jenne trouwde met Hubert Jansz Snoeck, met wie zij enkele kinderen kreeg. In 1474 erven haar kinderen van haar de Boenhof in Wansum (L).
Bastaarddochter Adriana trouwde met Johan van Beek. Er zijn bronnen die meldden dat zij in het huwelijk trad met Rombout Posthouder. Adriana erfde van haar vader de andere helft van de Hoge Hof in Haaften. Van Ottina weten we, dat zij huwde met Jan van Hemert en dat zij zou zijn gestorven op 25 maart (Maria boodschap) 1463, dezelfde dag waarop haar vader oveleed.


Tiel, 18 mei 2020


Geen opmerkingen:

Een reactie posten