Zelfdoding
Het blijft een gevoelig en beladen onderwerp: zelfmoord tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ik spreek in dit verband liever over zelfdoding. De term zelfmoord heeft iets misdadigs in zich. De mensen, die in het begin en in het verdere verloop van de oorlog, zich het leven benamen, hadden niets misdadigs in de zin. Ze wilden of konden niet leven in een land, dat door de nazi’s werd bezet. Ze hadden gehoord en waren op de hoogte van de plannen van de Duitsers met de Joden, ze wisten van de gruwelen in de concentratiekampen. Ze wilden of konden niet onder het Duitse juk leven in Nederland.
Gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit 2001 laten het volgende zien:
Jaar |
Zelfdodingen |
1940 |
257 |
1941 |
36 |
1942 |
248 |
1943 |
169 |
Het gaat in de bovenvermelde cijfers om officieel geregistreerde zelfdodingen, dat waren de geslaagde pogingen zich het leven te benemen en die als zodanig door de arts, die de dood officieel moest vaststellen, zijn geregistreerd. Het vermoeden bestaat, dat ongeveer een gelijk aantal pogingen mislukte. Bekend is ook, dat schouwartsen vaak een andere doodsoorzaak noteerden dan zelfdoding. Dat gebeurde onder meer om de verblijfplaats van het slachtoffer geheim te houden voor de veiligheid van familieleden.
De meeste zelfdodingen vonden plaats kort na de Duitse inval. Het hoge aantal in 1942 valt te verklaren uit het feit, dat de nazi’s in dat jaar begonnen met de grootschalige deportaties van Joodse landgenoten. Voor veel Joden was dat de reden om zich het leven te benemen onder druk van de omstandigheden. Voor velen was het duidelijk, dat er voor Joden geen plaats meer was in de door de nazi’s bezette gebieden.
Emanuel Boekman |
Het waren overigens niet alleen Joodse Nederlanders, die een einde maakten aan hun leven. Ook verschillende prominente landgenoten benamen zich het leven. Ik noem enkelen van hen: de schrijver Menno ter Braak (1902-1940) en de Amsterdamse wethouder en demograaf Emanuel Boekman (1889-1940) en zijn echtgenote.
Lange tijd zijn de personen die zichzelf het leven benamen niet gezien als oorlogsslachtoffers. Gelukkig is daar verandering in gekomen. Ze zijn net zozeer slachtoffer als de mensen die uit de treinen sprongen, die hen naar de vernietigingskampen vervoerden, en daarbij omkwamen..
Op 15 mei 1940 kwam rond 7.00 uur bij de Amsterdamse politie het bericht binnen, dat het rond de woning Rapenburgerstraat 33 eenhoog enorm naar gas rook. De politie ging poolshoogte nemen en constateerde, dat de bewoners van het betreffende pand zich door “gasverstikking van het leven hadden beroofd”.
Het gas dat sinds de tweede helft van de 19e eeuw gebruikt werd voor koken en verwarming was het zgn. stadsgas of lichtgas. Het gas ontstond in gasfabrieken bij de droge destillatie van steenkool en had een penetrante geur. Het gas bevatte een vrij hoge concentratie van het giftige koolmonoxide. Mede daarom namen mensen die een einde aan hun leven wilden maken, vaak hun toevlucht tot het stadsgas. Door de vondst van aardgas verdween het gebruik van stadsgas helemaal in de jaren ’60 van de 20ste eeuw.
Gashouders van de gasfabriek Polderweg, Amsterdam Oost |
Het waren Benedictus Swaab, zijn vrouw Sophia Swaab-Kruijer, hun dochters Elisabeth en Maria en hun zoon Jacob, die zich in de nacht van 14 op 15 mei 1940 door gasverstikking het leven hadden benomen. Dat was kort voor de capitulatie van het Nederlandse leger, waardoor er een einde kwam aan de gevechten met de Duitsers op Nederlands grondgebied.
Door de wijze waarop hun zelfdoding was uitgevoerd valt op te maken, dat dit een zeer weloverwogen daad moet zijn geweest van het gezin van Benedictus Swaab. Naast elkaar lagen in de betreffende ruimte op de grond bedden gespreid, waarop de slachtoffers hadden plaatsgenomen. De binnenkant van de deuren was met tape dichtgeplakt en de toevoerleiding naar de gasmeter was doorgezaagd, waardoor het giftige gas vrijelijk de ruimte in kon stromen, aldus het politierapport, rechercheur Schulze die dag om 9.45 uur opmaakte.
Benedictus Swaab, die ter wereld kwam op 30 september 1888, was het op twee na jongste van de elf kinderen van Jacob Salomon Swaab (1837-1920) en Maria Kruijer (1849-1919). Benedictus, die van beroep, net als zijn vader, fotograaf was, trad op 19 september 1912 in het huwelijk met de toen 25 jaar oude Sophia Kruijer, een dochter van Izak Kruijer (1853-1916) en Elisabeth Bronckhorst (1849-1912). Sophia zag in Amsterdam het eerste levenslicht op 30 maart 1887.
Het eerste kind van Benedictus en Sophia was zoon Jacob, die op 3 maart 1913 werd geboren. Jacob werd op 24 mei 1914 opgevolgd door zus Elisabeth. Maria van 9 april 1917 was het jongste kind van Benedictus en Sophia. Zoon Jacob werd later meubelmaker. Dochters Elisabeth en Maria gingen aan de slag als naaister in een confectieatelier
Het gezin woonde in de Rapenburgerstraat op nummer 33b huis. Alles wijst erop, dat het gezin tot mei 1940 in harmonie heeft samengeleefd. Voor zover bekend hadden de kinderen nog geen partners. Het moet voor ouders en kinderen een weloverwogen daad zijn geweest om op het genoemde tijdstip gezamenlijk een einde aan hun levens te maken, de kinderen waren immers volwassen.
Politierapport van de zelfdoding |
Personeel van de Gemeentelijke Energiebedrijven, dat te hulp was geroepen, sloot de gastoevoer af, daardoor konden de toegesnelde hulpdiensten hun werk doen zondfer het risico van brand of een ontploffing. Dokter Voskuijl van de G.G.& G.D. stelde officieel vast, dat de slachtoffers waren overleden. Hun stoffelijke overschotten werden overgebracht naar het Joodse Reinigingshuis elders in de Rapenburgerstraat.
Graf van Benedictus Swaab en zijn gezin |
Na de rituele reiniging, de tahara genoemd, en eenvoudige aankleding van de lichamen van de overledenen volgens de Joodse voorschriften, werden die in simpele kisten overgebracht naar de Joodse Begraafplaats in Diemen, waar de stoffelijke resten op 19 mei 1940, naast elkaar gelegen, ter aarde werden besteld.
Op de site https://www.joodsmonument.nl/ krijgen de personen die zichzelf onder druk van de omstandigheden ombrachten als slachtoffers terecht dezelfde aandacht als de overige slachtoffers van de Holocaust.
Tiel, 27 januari 2022
Ik kan het alleen maar zien als een dappere daad, zeker met de kennis van nu.
BeantwoordenVerwijderen