Robert van Haeften
Onder meer in Genealogisch blog 477 van 15 september 2020 heb ik het een en ander verteld over Robert van Haeften, die in 1650 werd geboren en die in Arnhem overleden is op een onbekende datum in de buurt van 25 maart 1707. In dit Genealogische blog wil ik nader ingaan op een aantal details uit zijn levensgeschiedenis.
Robert was de tweede zoon van Willem van Haeften (1625-1681) en Johanna van der Beecke (1625-1661). De oudste zoon van Willem en Johanna was Johan die op 21 oktober 1649 in Deijl werd gedoopt. Omdat Johan, als oudste, van zijn vader onder meer het Huis Putten en Puttenstein in Elburg erfde, noemde hij zich vanaf dat moment “Johan van Haeften tot Putten”. De overdracht vond plaats vlak voor het overlijden van vader Willem. Duidelijkheidshalve merk ik hier op, dat de genoemde goederen Putten en Puttenstein niets te maken hebben met het Veluwse dorp Putten tussen Nijkerk en Ermelo. De goederen Putten en Puttenstein lagen in en bij Elburg op de noordwest Veluwe.
Huis Puttenstein in Elburg |
Johan van Haeften tot Putten kon niet lang genieten van de erfenis van zijn vader, want hij overleed zelf in het voorjaar van 1682. Zijn lichaam
“is gesoncken den 4en april 1682 des avonts ende op het koer in Haeftens groeve gelegt, is voer kercken gerechtigheit 8 - 8 - “.
Puttenstein kwam nu voor de helft in handen van Robert van Haeften, de jongere broer van Johan en van de vrouw van Johan, Mechtelt Agnes Schaep, met wie Johan in 1681 was getrouwd. Toen Johan in het huwelijk trad met Mechtelt Agnes Schaap, was die al zwanger. Na de dood van Johan kwam hun zoon Willem Wolter ter wereld. Moeder Mechtelt trad toen op als hulder (zaakwaarnemer) van de kleine, nog onmondige jonker Willem Wolter van Haeften. De kleine Willem Wolter was geen lang leven beschoren. Hij overleed in het late voorjaar van 1683. De stoffelijke resten van het jochie werden bijgezet in het familiegraf in het koor van de Grote Kerk van Elburg. Door het heengaan van de kleine jongen kwam zijn erfdeel en met name het bezit van de helft van Putten en Puttenstein in handen van zijn moeder Mechtelt Agnes Schaap.
Toren Grote Kerk van Elburg |
Jonker Robert van Haeften had inmiddels in Theodora Anna van Broeckhuijsen een uitstekende huwelijkspartner gevonden. Op 6 april 1686 werd in Diemen (onder Amsterdam) het huwelijk voltrokken tussen Robert en Theodora Anna. Na de sluiting van hun huwelijk gingen Robert en Theodora Anna in Kampen wonen.
Theodora Anna, die werd geboren op 15 juli 1651 in Huis Den Doorn bij Zwolle, was een dochter van Willem van Broeckhuijsen tot Doorn en van Allegonde van Voorst tot Hogewinde. Drie dagen na haar geboorte ontving de kleine meid het doopsel in de kerk van Hasselt.
Omdat hij met vrouw en kinderen in Kampen woonde, had Robert van Haeften niet veel tijd om zich bezig te houden met het onderhoud van zijn deel van Putten en Puttenstein. Daarom besloot hij zijn deel van deze goederen te verkopen. Op 10 februari 1687 bereikte Robert met zijn schoonzuster Mechtelt Agnes Schaep overeenstemming over de verkoop van zijn helft van Putten en Puttenstein. Robert kon dit doen omdat hijzelf en zijn vrouw waren beleend met de helft van de goederen. Hij bereikte hierover ook overeenstemming met zijn jongere zus Elisabeth Agnes van Haeften (1653-1709) en haar eerste man Casijn Ulger, die burgemeester van Hasselt was. Toen Mechtelt Agnes Schaep na de dood van Johan van Haeften tot Putten hertrouwde met Christiaan van Lennep, kwamen de goederen Putten en Puttenstein in eigendom van de familie Van Lennep.
Kort na de voltrekking van zijn huwelijk met Theodora Anna van Broeckhuijsen deed Robert nog meer bezittingen van de hand om de bovengenoemde reden. In 1681 deed hij het allodiaal (vrij van leenrecht) landgoed “De Heemen” over aan de arts Berend Hendrik van Ketwich (1644-1700) en later nog enkele landerijen, die evenals “De Heemen” in de buurt van Raalte lagen. In hetzelfde jaar verkocht Robert ten overstaan van de Schepenbank van Raalte nog twee stukken land aan Willem Gerriben en diens echtgenote Swaentien Tonissen. De betreffende landerijen, ook gelegen in de omgeving van Raalte, stonden bekend als het “Spijkerbeltien” en het “Spijkerhofien”.
Uit het huwelijk van Robert van Haeften met Theodora Anna van Broeckhuijsen zijn twee kinderen voortgekomen. De oudste was dochter Helena Aldegonda, die in 1687 ter wereld kwam. Zij overleed op 35-jarige leeftijd op 15 juni 1722. Ongeveer een week later is Helena Aldegonda van Haeften begraven in Hasselt. Meer is mij over haar niet bekend
Het tweede kind van Robert en Theodora Anna was zoon Willem, die op 1 augustus 1690 in Kampen het doopsel ontving. Willem was uit de familie Van Haeften de laatste die eigenaar was van “De Groote Wede”. Over Willem van Haeften en “De Groote Weede” heb ik uitvoerig verteld in Genealogisch blog 477 van 15 september 2020. Wie meer over Willem wil weten verwijs ik naar dat blog via de koppeling.
Aan het leven van Theodora Anna van Broeckhuijsen kwam een einde in 1694. Ze bereikte de leeftijd van 42 jaar. Haar stoffelijke resten vonden hun laatste rustplaats in Kampen op 30 april 1694.
De datum van overlijden van Robert van Haeften is niet bekend. Af te leiden valt, dat hij moet zijn overleden vóór 25 maart 1707. Dat houdt in, dat hij ten hoogste 57 jaar oud geworden kan zijn.
Tiel, 28 februari 2023
Geen opmerkingen:
Een reactie posten