Sicco Mansholt
Ganna Colthof werd geboren in Roermond op 22 november 1903. Haar ouders waren Aaron Colthof en Esther Hirsch. Ganna was de oudste in een orthodox joods gezin, zij had nog twee zussen en drie broers, die op een na, net als hun vader in Sobibor werden vermoord. Moeder Esther overleed aan kanker in Oss op 13 maart 1942. Zij bereikte de leeftijd van 72 jaar.
Niet lang na de geboorte van Ganna verhuisde het gezin naar de Doctor Hermanslaan in Oss, waar vader Aaron werk vond als godsdienstleraar. Voor de joodse gemeenschap in Oss slachtte hij koosjer vee op traditionele wijze.
Ganna voelde zich niet prettig in het streng orthodoxe milieu van haar ouders. Om daaraan te ontkomen vertrok ze na haar schooltijd naar Amsterdam. Van 1925 tot 1929 stond ze daar ingeschreven als leerling-verpleegster in het Nederlandsch-Israëlitisch Oude Mannen en Vrouwen Huis in de Nieuwe Kerkstraat, dat onderdeel uitmaakte van het Nederlandsch Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht.
Inschrijving als (leerling) verpleegster (detail) |
In het ziekenhuis kwam Ganna in contact met patiënt Philip Kinsbergen. Philip was in Amsterdam geboren op 12 augustus 1903. Zijn ouders waren Abraham Philip Kinsbergen (1877-1944) en Heintje Isaac Philips (1878-1944). Tussen Ganna en Philip sloeg een vonk over, ze raakten stevig verliefd op elkaar en beloofden elkaar eeuwige trouw in het Stadhuis van Oss op 5 mei 1931.
Huwelijksakte Kinsbergen x Colthof (detail) |
Bij de voltrekking van het huwelijk tussen Ganna en Philip, die de kost verdiende als wetenschappelijk medewerker bij Organon in Oss en later als vertegenwoordiger, waren haar broers Benjamin Izaak Colthof, Simon Azaria Colthof en zijn zus Judith Kinsbergen de getuigen. Het pasgetrouwde stel vond een woning in Eindhoven. Kort na de geboorte op 12 september 1933 van hun enig kind, dochter Henny Esther, brandde hun woning in Eindhoven af. Toen besloten Ganna en Philip terug te keren naar Amsterdam. Ze woonden eerst nog ongeveer anderhalf jaar in Zandvoort, voordat ze zich in 1939 in de Hoofdstad vestigen. In Amsterdam verhuisden ze nog een paar keer en kwamen via de Roompotstraat en de Krugerstraat uiteindelijk uit op het Weesperplein.
Ganna werkte in die jaren in het tehuis ‘De Joodse Invalide’ voor bejaarden en lichamelijk gehandicapten. Het tehuis was gevestigd aan het Weesperplein. Daar bleef Ganna werken tot in het begin van de oorlog. De Duitsers haalden op 1 maart 1943 het tehuis leeg, 256 zieken en verplegers werden op transport gezet naar de concentratiekampen.
Ganna Colthof |
Ganna was in begin december 1941 in aanraking geweest met de Amsterdamse politie. Ze deed toen aangifte van het feit, dat haar fiets, die buiten voor de deur op slot stond, was ontvreemd. Volgens haar had de fiets nog een waarde van fl. 25,-. Ze zal er nooit meer wat van gehoord hebben.
Echtgenoot Philip en dochter Henny wachtten begin maart 1943 na het leeghalen van ‘De Joodse Invalide’ de gebeurtenissen niet af en doken onder in een kelder ergens aan de Keizersgracht. Ganna besloot weer te gaan werken in het Nederlandsch-Israëlitisch Ziekenhuis aan de Nieuwe Keizersgracht. Toen ook dat ziekenhuis half augustus 1943 werd leeggehaald, besloot Ganna ook onder te duiken op het adres waar haar man en dochter al zaten. Al gauw waren Ganna en Philip het erover eens, dat ze voor dochter Henny een veiliger plek moesten zien te vinden. Via de crèche van de Hollandsche Schouwburg en met hulp van mensen uit het verzet, kwam Henny terecht bij een gezin in Sittard. Daar heeft ze gezeten tot het einde van de oorlog.
Begin oktober 1943 werden Ganna en Philip toch door de Duitsers opgepakt en in de trein gezet naar Westerbork. Vlak voor vertrek van de trein werd Ganna eruit gehaald. Omdat ze verpleegster was moest ze gaan werken in het Portugees- Israëlitisch Ziekenhuis aan de Henri Polaklaan in Amsterdam, waar ze voorlopig onderdak vond in het zusterhuis. De zieken in het Portugees- Israëlitisch Ziekenhuis waren vooral “vriendjes” van de Duitsers. Onder die “vriendjes” bevonden zich veel moffenhoeren. Ganna kreeg er steeds meer moeite mee om deze mensen te verplegen. Ze wilde er weg. Maar hoe? Ze kwam in contact met de verzetsgroep van Sicco Mansholt.
In 1937 vestigde de Groninger Sicco Mansholt (1908-1995) zich als boer in de pas in cultuur gebrachte Wieringermeer na een kort verblijf in Ned.-Indië. In 1938 trouwde hij met Henny Postel. Na het uitbreken van de oorlog was de socialist Mansholt actief in het verzet in de Wieringermeer. Hij hielp niet alleen onderduikers aan adressen in de Wieringermeer, hij organiseerde ook de clandestiene voedselvoorziening.
Sicco Mansholt |
Door de verzetsgroep van Sicco Mansholt kwam Ganna Colthof in de Wieringermeer terecht bij de familie Poot, die een tabakswinkel runden in Middenmeer. Ganna veranderde daar in Gonnie, een nichtje uit Rotterdam dat na het bombardement opgevangen moest worden. Gonnie hielp mee in de winkel. En toen meneer Poot ernstig ziek werd, verzorgde zij hem als verpleegster totdat hij weer gezond was.
Na verloop van tijd was het voor Gonnie veiliger onder te duiken op de boerderij van Dirk Mansholt, die getrouwd was met Annie Poot, een zus van meneer Poot uit Middenmeer. Oom Dick, zo noemde Gonnie Dirk Mansholt, had als hobby het repareren van Friese startklokken. Gonnie maakte zich bij de familie Mansholt nuttig door mee te helpen in het huishouden. Ze zag veel Amsterdammers naar de boerderij komen om voedsel te halen.
Gonnie had het best naar haar zin bij oom Dirk en tante Annie, maar ze voelde zich niettemin eenzaam en somber. Ze miste haar dochter enorm. Ze wist, dat echtgenoot Philip, net als zijzelf, begin oktober 1943 was opgepakt en overgebracht naar Westerbork. Daar hij verbleef in barak 67. Op 8 februari 1944 ging hij op transport, eerst naar Mauthausen en vandaar naar Auschwitz, waar hij op 11 februari 1944 werd vermoord in de gaskamers, zoals het Rode Kruis na de oorlog bekend maakte.
In april 1945 bliezen de Duitsers om onverklaarbare redenen op twee plaatsen de dijken van de Wieringermeer op. Binnen twee dagen stond de polder onder water. Gonnie en de familie Mansholt moesten hals over kop de Wieringermeer verlaten. Geholpen door onderwijzer Jan de Boer uit Abbekerk namen ze de wijk naar de familie Klaas van der Oord in Moerbeek, een gehucht bij Lutjewinkel.
Ganna en haar dochter |
Ruim een maand na het beëindigen van de oorlog kon Ganna haar dochter Henny in Sittard weer in haar armen sluiten. Samen gingen ze terug naar Amsterdam. Daar vond Ganna werk als verpleegster in het Centraal-Israëlitisch Ziekenhuis aan de Jacob Obrechtstraat. Tot 1951 woonden moeder en dochter op drie verschillende adressen in de Hoofdstad. Ganna voorzag voor zichzelf eigenlijk geen toekomst meer in Nederland, nu al haar familie er niet meer was. Ze besloot om met haar dochter naar Israël te emigreren. Dochter Henny trad daar in Naharya op 11 februari 1956 in het huwelijk met David de Haan. Ganna werkte in een Amerikaans ziekenhuis, terwijl Henny en David hun emplooi hadden op een kibboets.
In 1956 keerden Henny en David met hun pasgeboren zoon terug naar Nederland en gingen in Alkmaar wonen. Daar werden nog drie kinderen geboren, van wie een levenloos.
Ganna is nog enkele malen terug geweest in Nederland om bij haar dochter, schoonzoon en kleinkinderen te zijn. Wanneer ze langere tijd in Nederland verbleef, woonde ze op verschillende adressen in Amsterdam. Ze vond zelfs nog werk als particulier verpleegster. Zo vaak als ze kon bracht ze een bezoek aan de familie Mansholt in de Wieringermeer. Maar Nederland was voor Ganna niet meer haar thuis en eind 1976 hield ze het hier voor gezien en vertrok definitief naar Israël. Daar plantte ze een boom ter herinnering aan haar opvang door de families Mansholt en Poot.
Ganna Colthof overleed in Tel Aviv op 2 januari 1987. Ze bereikte de leeftijd van 82 jaar.
Tiel, 5 oktober 2023
Geen opmerkingen:
Een reactie posten