Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 30 oktober 2017

Genealogisch blog 234



….Ende vermaeck

In de Genealogische blogs 13, 125, 196, en 213 heb ik het nodige verteld hoe leden van de familie Swaab, en de daarmee verwante families, de kost verdienden door anderen te vermaken. In Genealogisch blog 229 beschreef ik de medische tak van de familie Swaab. In dit Genealogisch blog wil ik dieper ingaan op artistieke tak van de familie, waarvan Jacob Salomon Swaab de eigenlijke stamvader was. Er zijn bronnen, die beweren, dat diens zoon Salomon Jacob de stamvader van de artistieke tak van de familie was. Ik ben het daarmee niet eens. Jacob Salomon (1764-1833) werkte in de periode 1814-1822 al als knecht bij een paardenspel, al was zijn zus Roosje Salomon Swaab (1755-1825) de allereerste van de familie, die met de artistieke wereld op kermissen in aanraking kwam door haar huwelijk met Lion Kinsbergen.
Lion Kinsbergen (1750-1813) wordt over het algemeen gezien als de grondlegger van het Nederlandse circus. Tot 1798 reisde hij met voltigeurs, springers en koorddanser mee met “het spul” van Peter Magito. Het circus was toen nog een attractie op de kermis. In 1798 nam Lion Kinsbergen “het spul” over van Magito en voegde kunstrijders aan het programma toe. In 1805 werd de show van kunstrijders voor het eerst “paardenspel” genoemd. Vanaf dat jaar legde Lion Kinsbergen zelf zich vooral toe op koorddansen. Na de dood van haar man in 1813 zette Rosetta (Roosje) Swaab als de ‘weduwe Kinsbergen’ het door hem ontwikkelde paardenspel op de Amsterdamse kermis voort. Zo trok zij in 1815 de aandacht met “exercitiën en evolutiën van paarderijers”. Niet zeker is of zij zelf die paarden dresseerde of het anderen liet doen. Zij had een tent op de Botermarkt (nu: Rembrandtplein) waarin ook andere artiesten optraden. In 1816 kwamen daar ‘koorddansers en springers’ bij. Roosje Salomon Swaab was in 1755 in Amsterdam geboren en overleed op 1 januari 1825 in Arnhem. De paardenspellen waren tot het einde van de 19e eeuw alleen op kermissen te zien. Toen werd de kermis afgeschaft omdat het geen verantwoord vermaak voor het volk zou zijn.
Van vier van de zes kinderen van Roosje Salomon Swaab en Lion Kinsbergen weten we, dat ze als kunstrijder of muzikant bij hun vader gingen werken. Overigens was de vader van Lion, Hermanus Samuel Hartog Kinsbergen de oudst bekende Kinsbergen die in een tweede huwelijk getrouwd was met een Swaab, nl. artieste Rebecca Salomon, de zus van Roosje. Lion Kinsbergen was niet de enige van de 12 kinderen van Hermanus Samuel Hartog, die voor een artistiek beroep koos, dat deden de andere kinderen ook allemaal, zij werden danser, toneelspeler, goochelaar of koorddanser. De hiervoor genoemde Salomon Jacob Swaab (1799-1826) trad in 1822 in het huwelijk met de muzikante Julie Kinsbergen (1801-1852), 

Anthonie Werij

Doopakte Anthonie Werij

De oudste dochter van Salomon Jacob Swaab en Julie Kinsbergen was Betje Swaab, die in 1862 in Westdongeradeel trouwde met Anthonie Werij (1821-1886). Anthonie was directeur van een honden- en apentheater. Zijn doopakte zou in de Tweede Wereld oorlog een cruciale rol spelen bij de pogingen van mijn achterneef Eduard Welling om uit handen van de Duitsers te blijven. De oudste zoon van Anthonie Werij en Betje Swaab was de ongetrouwde muzikant Jacob (1843-1863).
Simon Salomon was de enige zoon van Salomon Jacob Swaab en Julie Kinsbergen. Hij werd in 1825 in Amsterdam geboren. In 1856 huwde hij met de kunstrijdster Julie Blanes (Blanus) en verdiende de kost als koorddanser. Julie was de dochter van de koorddanser Jacob Blanes en Grietje Kinsbergen. Nog drie van hun zeven kinderen kozen voor het artiestenbestaan.
De drie zonen van Simon Salomon Swaab en Julie Blanes verdienden later allen ook de kost als acrobaat en kunstrijder. Hun dochter Betje (1859-1942) trad in 1877 in het huwelijk met kermisreiziger Eduard Werij, een zoon van de hiervoor genoemde Anthonie Werij en Betje Swaab. Tjallie Werij (1893-1970), het vijfde kind van Eduard en Betje Swaab, was violist en trouwde in tweede huwelijk met zijn nicht Eleonora Margaretha Welling (1912-1994), die ook viool speelde.

Tjallie Werij

Tjallie Werij

De broer van Tjallie, Meijer Werij (1892-1978), was ook muzikant. Meijer speelde saxofoon, klarinet en viool. Hij legde zich toe op de jazzmuziek, hij was medeoprichter van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en was in de Rotterdamse jazzwereld een legende. De geboren Rotterdammer trouwde in 1919 met Sara de Leeuw. Het paar kreeg twee kinderen, van wie er een al na een dag overleed.
Van vier andere kinderen van Eduard Werij en Betje Swaab is niet bekend of zij zich in de wereld van artiesten begeven hebben. Dochter Julie Werij, geboren in 1888, deelde het echtelijke bed met Mozes Jacob van Emden, die ook artiest was. Zowel Julie als Mozes werden in Auschwitz vergast.

 Meijer Werij

Eerbetoon aan Meijer Werij

Keren we nu terug naar de drie zonen van Simon Salomon Swaab en Julie Blanes. Hun oudste zoon Aron Meijer huwde in 1875 in Veendam met Jolie Werij, zus van Eduard Werij. Over Aron Meijer en Jolie heb ik al het nodige verteld in Genealogisch blog 125. Ik volsta hier met de vermelding, dat hun zoon Joseph (1875-1951), echtgenoot van artieste Thérèse Blanes (1875-1951), aanvankelijk ook als artiest optrad, maar later kelner werd. Hun tweede dochter Margaretha (geb. 1878) werd koorddanseres en trad in het huwelijk met goochelaar Joseph Peter Matthias Akkerman (1886-1950). Het paar kreeg vier kinderen, van wie dochter Clementine (1916-1985) ook voor de showbusiness koos.
De jongste zoon van Aron Meijer Swaab en Jolie Werij was de in 1888 geboren Jacobus. Deze Jacobus (1888-1972) is een tijdje werkzaam geweest als muzikant. Hij huwde in 1918 met Jetje de Vries (1889-1956). Zij kregen vier kinderen, van wie de jongste Lion Jacques was. Is er weinig bekend is over het privéleven van Lion, des te meer weten we over zijn werk. Hij was componist en producer bij onder meer het platenlabel Artone. Tot zijn stal behoorden onder meer Albert West, Johnny en Rijk, The Shuffles en ZZ en de Maskers. Later werkte hij voor CBS. Hij stond bekend als een zeer commercieel ingestelde zakenman.
De tweede zoon van Simon Salomon Swaab en Julie Blanes was de in 1857 geboren Salomon Simon. Deze trouwde in 1891 in Amsterdam met nicht Elisabeth Blanes (1861-1916). Salomon Simon verdiende de kost als acrobaat en Elisabeth als paardrijdster. Het paar kreeg twee kinderen. Hun dochter overleed al na acht maanden en hun zoon, diens vrouw en zeven van hun acht kinderen kwamen om in Auschwitz, het oudste kind was jong gestorven. De jongste zoon van Simon Salomon Swaab en Julie Blanes heette Jacob en werd in 1863 geboren in ’s Gravenhage. Hij trouwde in 1898 in Petten met Elisabeth Blanes (1870-1939). Beiden verdienden hun brood in het circus. Dit stel kreeg een dochter en twee zoons, van wie er twee op jonge leeftijd stierven, de ander kwam om in Auschwitz.
De zussen van Julie Blanes, Leentje (1807-na 1864) en Naatje (1809-1885), waren ook werkzaam als artiest, reizend van kermis naar kermis. De beide zussen trouwden eveneens met kermisklanten en gaven het beroep weer door aan enkele van hun kinderen.
Ook in andere takken van de familie Swaab woedde het artiestenvirus. Diamantbewerker Jacob Swaab huwde in 1893 in Weesp met Isabel Mendes, die later in Auschwitz omkwam. Het stel kreeg vier kinderen, van wie er een al na een maand overleed. De overige drie vonden emplooi in de amusementswereld. Dochters Clara en Rebecca vormden het zangduo “The Washington Sisters”. Zij traden veel in cabarets op.

De Washington Sisters

De Washington Sisters (foto: Joodshistorisch Museum)

Zowel Clara als Rebecca zijn in 1944 in Auschwitz omgekomen. Hun broer David (1904-2000) overleefde de oorlog wel. David was violist. Hij zong ook wel. Hij begon zijn carrière in het Tip Top Theater aan de Jodenbreestraat in Amsterdam, met als artiestennaam “Dave Swaab”. In de jaren ’20 van de vorige eeuw speelde hij met Ernst van 't Hoff (piano) en René Robijn, alias Robino, (saxofoon & gitaar) veel in de destijds bekende dancing Riche tussen Bloemendaal en Zandvoort. Dave werd door de Duitsers geïnterneerd in Kamp ’t Zand. Kamp ’t Zand, in de kop van de provincie Noord Holland, was in 1944 een werkkamp voor gemengd gehuwde Joden. Met andere musici vormde Dave het kamporkest. Voor zover bekend hebben alle mannen, die in dit kamp hebben gewerkt, de oorlog overleefd. De werkomstandigheden waren er niet slecht. De kampbewoners konden vrij bezoek ontvangen. Over het werk en de dagindeling schreef David op 20 september 1942 naar huis:

“Jullie zullen wel denken lang niets gehoord van David. Ja, dat komt ten eerste, er kwam een afkondiging dat wij maar eens per week mogen schrijven. Dat is nu weer ongedaan gemaakt. Nu kan ik weer enige dagen schrijven, maar daar wij elke avond zo laat thuis komen van het werk en nog veel moeten doen, had ik geen tijd. Wij eten nu pas tegen zeven uur. Want er komen wel eens ploegen laat thuis, want de meeste van ons moeten vijf kwartier of 1 ½ uur lopen van hun werk eer wij thuis zijn. Maar nu vandaag, zondag, heb ik meer tijd om te schrijven. (…) Wij moeten nog steeds aardappelen rooien. Het is zeer vies werk. Het goed rot van je lichaam af en als het weer zeer nat is, dan is je ondergoed nat. (…) Hier volgt de indeling van de dag: half zes opstaan, wassen, eten halen, bed opmaken en om de vier dagen kamer opruimen. Kwart over zessen een beetje pap eten, brood snijden voor mede te nemen en koffie ontvangen en brood inpakken. Kwart voor zeven aantreden en afmarcheren en om acht uur op het werk. Half tien rust tot kwart voor tien. Dan weer aan de gang tot kwart over twaalf, tot kwart voor één rust, weer aan de gang tot drie uur. Rust tot kwart over drie, weer aan de gang tot half vijf, gereedschap inleveren en om kwart voor vijf afmarcheren, zes uur thuis, wassen, verkleden, koffie drinken en eten.”
Na de oorlog heeft Dave onder meer met zijn trio gespeeld op herdenkingsbijeenkomsten van het Auschwitzcomité. David is twee keer getrouwd en had twee kinderen.

David Swaab, violist

David Swaab, violist

In het Amsterdamse Tip Top Theater met zijn karakteristieke koepel, waar grootheden als Lou Bandy en Louis Davids optraden, speelden ook acteur Machiel Swaab (1894-1944) en actrice Rebecca Schaap (1899-1981). Nadat hij gescheiden was van zijn eerste vrouw, trouwde Machiel in 1940 met Rebecca Schaap, die optrad onder de artiestennaam Beppie Mouton. In 1942 sloten de bezetters het Tip Top Theater, dat ook dienst deed als bioscoop. Het theater is in 1953 afgebroken. Machiel overleefde de oorlog niet. Hij heeft vastgezeten in werkkamp Diever B, van waaruit hij in 1942 een gedicht naar zijn vrouw stuurde. 

 Machiel Swaab

Gedicht van Machiel Swaab voor zijn vrouw, 1942

Waar Machiel is omgekomen is onbekend.
Tot zo ver de artiesten uit de familie Swaab en aanverwante families. Met name in de 19e eeuw waren er nauwe banden tussen de artiestenfamilies Swaab, Blanes, Kinsbergen en Werij. Men kwam elkaar op de kermissen in  het land geregeld tegen en er ontstonden liefdesrelaties. Menig maal trouwde men zeer nabij met een neef of nicht.
Blijven nog over twee aangetrouwde artiesten, zoals cabaretière Hendrina Schaap (1905-1943) en leider van het orkest La Réserve, Lex Colaco Osorio (1903-1990), die onder meer getrouwd was met de zangeres Cora Canne Meijer. Lex was de zoon van Samuel Coaco Osorio (1876-1923) en Reina Swaab (1881-1971). 

Reina Swaab

Reina Swaab

Reina, zus van apotheker Eliazer Juda Swaab, begon na het overlijden van haar echtgenoot met componeren, toen haar vier kinderen al volwassen waren. Haar composities waren aanvankelijk laat-romantisch en later atonaal. “Niet om aan te horen”, zei menig familielid. Veel kinderen uit de familie Swaab hebben van haar pianoles gekregen.
Reina had naast muziek veel interesse in psychologie en filosofie. In de jaren '20 vertaalde zij als eerste in Nederland werk van de filosoof Martin Buber (1878-1965).

Tiel, 30 oktober 2017