Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 20 oktober 2020

Genealogisch blog 482

 

Joden op de Bredeweg (2)

In dit blog ga ik verder met mijn verhaal over de Joden op de Bredeweg in Amsterdam. Hier volgt het verhaal van de Joodse bewoners van de oneven zijde van de straat.

Bredeweg 3 1 hoog

Op dit adres woonden Mozes Lessing en zijn echtgenote Dina Deen. Mozes zag het eerste daglicht op 1 december 1910. Zijn ouders waren Isaac Lessing en Catharina du Mosch, die ook op de Bredeweg woonden. Toen Mozes op 27 april 1929 op moest voor de dienstkeuring woonde hij nog in de Retiefstraat en was hij bakker van beroep. Omdat hij platvoeten had, werd hij voorgoed afgekeurd voor de dienst. Ten tijde van de oorlog stond hij geregistreerd als fabrikant.

Mozes trad op 10 oktober 1934 in het huwelijk met Dina Deen, een dochter van Elias Deen en Sara Lessing. Dina werd geboren in Amsterdam op 22 april 1910. Mozes en Dina kwamen beiden om in Sobibor op 16 april 1943.

Bredeweg 3 1 en 2 hoog, foto Joodsmonument


Bredeweg 3 2 hoog

Op de bovenste woning op het adres Bredeweg 3 woonden Elias Deen en Sara Lessing. Zij waren de ouders van de hierboven genoemde Dina Deen. Elias Deen, zoon van Levie Jozeph Deen en Margaretha Zomerplaag en geboren op 26 september 1882, stond geregistreerd als koopman en werkman in de diamantindustrie. Hij stapte in het huwelijksbootje op 30 november 1905 in Amsterdam met Sara Lessing. Sara, die geboren werd op 13 juli 1880, was een van de zes kinderen van David Lessing en Natje Nebig.

Elias en Sara kregen in totaal vier dochters. Dochter Anna trouwde met Nathan Peeper in 1934. Zij kregen een dochter. Het hele gezin werd in Sobibor vergast. Dochter Esther overleed op 17-jarige leeftijd op 3 maart 1935. Dochter Margaretha overleefde de oorlog en stierf in 1992. Zij was toen 85 jaar oud.

 

Bredeweg 5 1 hoog

Hier woonde het gezin van Salomon Pimontel. Vertegenwoordiger Salomon van 18 augustus 1897 was een zoon van Emanuel Pimontel en Rebecca Frank. Salomon gaf zijn ja-woord aan de uit Leeuwarden afkomstige Rika van Kleef op 22 februari 1919. Het stel kreeg drie kinderen, van wie alleen dochter Betsy, geboren op 30 maart 1920, door de Duitsers werd vergast in Sobibor op 16 juli 1943. Haar ouders en beide broers overleefden de oorlog. Na de oorlog vertrok broer Louis als eerste naar Israël. Salomon Pimontel en Rika van Kleef volgden in 1951. Ook Emanuel Pimontel emigreerde naar Israël.

 

Bredeweg 17 huis

Hier woonde het echtpaar Isaac Lessing en Catharina du Mosch, de ouders van de hiervoor genoemde Mozes en Sara Lessing. Isaac werd geboren in Amsterdam op 8 juni 1885. Isaac werkte als propagandist en administrateur van de Nederlandse Vereniging voor Tbc-patiënten. Catharina du Mosch was van 21 mei 1883.

Isaac en Catharina gaven elkaar hun ja-woord op 25 april 1906 in Amsterdam. Op hun trouwdag was Catharina 22 jaar en stond Isaac geregistreerd als sigarenmaker. Het paar kreeg zes kinderen, onder wie de eerdergenoemde Mozes en Sara. Hun andere zonen heetten David, Benjamin en Meijer en hun andere dochter had de naam Anna. Isaac en Catharina werden beiden vergast in Auschwitz op 26 oktober 1942.

Geheel links, Bredeweg 25


 Bredeweg 25 huis

Het echtpaar Moses Konijn en Bloeme Booleman bewoonde het hele huis op nummer 25. Moses Konijn werd in Amsterdam op 11 juli 1877 geboren en Bloeme op 15 april 1875. Bloeme was een dochter van Mozes Booleman en Betje Barends. Moses en Bloeme traden in het huwelijk op 5 september 1901. Moses was een zoon van Abraham Konijn en Heintje Witmondt. Voor zover bekend hebben Moses en Bloeme geen kinderen gekregen.

Mozes Konijn


 Moses was van beroep koopman. Hij stond ook te boek als administrateur. In augustus 1943 verhuisden Moses en Bloeme naar de Transvaalkade nr. 106 huis. Korte tijd later, op 15 december 1943 om precies te zijn, werden Moses en Bloeme afgevoerd naar Westerbork. Van Westerbork werd het echtpaar overgebracht naar Bergen-Belsen. Daar overleed Moses op 25 april 1944.

Bloeme Booleman

Het was Bloeme ook niet gegund de oorlog te overleven. Zij behoorde tot de gevangenen, die begin april 1945 met drie treinen vanuit Bergen-Belsen overgebracht werden naar Theresienstadt. Bloeme bezweek op het traject Finsterwalde-Torgau vlak voor Falkenberg. Zij werd op 21 april 1945 bij kilometerpaal 101,6 van het traject Finsterwalde-Falkenberg, aan de zuidzijde van het spoor, ongeveer 10 meter verwijderd van de rails, in het bos begraven.

Na de oorlog werd in het pand Bredeweg 25 het Elektrotechnisch Bureau Breco gevestigd.

 

Bredeweg 31 boven

Gerrit Polak kwam uit een gezin van negen kinderen. Hij werd geboren in Amsterdam op 14 december 1882 als zoon van David Nathan Polak en Roosje van Praag. Gerrit, die diamantslijper en koopman van beroep was, werd op 11 december 1901 vrijgesteld van militaire dienst, omdat hij zo klein was. Zij lengte bedroeg slechts 1.52 m.

Gerrit trouwde op 11 april 1907 met Esther Seemer, die geboren was op 17 april 1883 als dochter van Nathan Seemer en Vrouwtje Drukker. Het paar kreeg twee kinderen. Dochter Rosa Esther kwam op 4 juni 1910 ter wereld en zoon David Nathan zag het eerste levenslicht op 3 juli 1912. Moeder Esther overleed op 17 maart 1927. Iets meer dan twee jaar later hertrouwde Gerrit met Herta Rosenthal van 29 december 1903. Hun huwelijk vond plaats in de geboorteplaats van Herta, nl. Ibbenbüren in Duitsland. Uit dat huwelijk werd in Amsterdam op 7 februari 1929 zoon Eduard, ook wel Eddy genoemd, geboren.

Bar Mitswa van Eddy Polak

 

Toen Eddy 13 jaar oud was vond zijnBar Mitswa plaats op de sabbat direct na zijn verjaardag. Vanaf dat moment moest hij zich houden aan alle geboden en verboden, die de Joodse wet voorschrijft.

Gerrit Polak, Esther Rosenthal en hun zoon Eddie werden allen in Auschwitz vergast op 21 januari 1943. Dochter Rosa Esther uit het eerste huwelijk van Gerrit, trouwde met Meijer Jacobs en kwam om in Auschwitz op 17 september 1942. Zoon David Nathan woonde op Bredeweg nummer 31 1 hoog..

 

Bredeweg 31 2 hoog

David Nathan Polak ging, na zijn huwelijk met Esther Godschalk op 28 november 1940, wonen op de verdieping boven zijn ouders. David Nathan werd op 3 juli 1912 geboren. Bij de keuring voor militaire dienst op 12 mei 1931 werd hij voorgoed afgekeurd, omdat hij, net als zijn vader, erg klein van stuk was. Zijn lengte bedroeg slechts 1.52 m. Van beroep was hij diamantbewerker. Esther kwam op de wereld op 22 december 1921. Haar ouders waren Levie Godschalk en Eva Elsas. Esther is in Sobibor vermoord op 21 mei 1943.

David Nathan en Esther hebben tot 6 juni 1941 op de Bredeweg gewoond, voordat zij verhuisden naar Dongestraat 21 3 hoog.

Esther Godschalk

David Nathan was een van de ca., 140 Joden, die op 2 september 1942 vanuit Amsterdam naar Werkkamp ’t Schut in Ede werden gestuurd. De mannen moesten in Ede grond ontginnen voor de Nederlandsche Heidemaatschappij. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942, Jom Kipoer, werden de Joden overgebracht naar Arnhem en vandaar op de trein gezet naar Westerbork. Daar vandaan ging David Nathan verder op transport naar Auschwitz, waar hij op 28 februari 1943 stierf.

 

Bredeweg 35 huis

In februari 1941 was dit het huis van kantoorbediende Joseph van Aalst, die op 14 januari 1880 werd geboren als zoon van Mozes van Aalst en Klara Klepman. Op 23 december 1899 werd Joseph, die een lengte had van 1.61 m., goedgekeurd voor de militaire dienst. Door de beschrijving van zijn signalement in het militieregister kunnen we ons een beeld vormen hoe hij eruitgezien moet hebben. Zijn gezicht was ovaal met een groot voorhoofd, zijn ogen waren blauw, zijn haar en wenkbrauwen waren bruin. Verder was alles normaal aan zijn gezicht, met uitzondering van een litteken op zijn rechterwang.

Joseph trouwde met Nanette de Vries op 19 augustus 1908. Nanette werd geboren op 25 december 1878. Haar ouders waren Baruch de Vries en Matje Rennel. Joseph en Nanette kregen twee dochters: Carolina van 1 december 1909 en Marie van 31 oktober 1912.

Simon van Collem


Nanette de Vries overleed op 9 november 1939, waarna Joseph op 29 mei 1940 hertrouwde met Anna Roselaar. Anna werd geboren op 13 juli 1889, zij was een dochter van Isaac Roselaar en Mathilda Klerk. Anna was eerder getrouwd geweest met Salomon van Collem, die overleed op 23 september 1933 en met wie ze twee kinderen had: zoon Simon, de bekende filmjournalist die de oorlog overleefde door onder te duiken, en dochter Mathilda.

Joseph van Aalst en Anna Roselaar werden beiden vergast in Auschwitz op 10 september 1942, nadat ze op 12 februari van dat jaar afgevoerd waren naar Westerbork.

 

Bredeweg 37 huis

Op dit adres woonden de familie Wald en kantoorbediende Maurits Salomon Belinfante, die op 9 augustus 1880 in Amsterdam werd geboren. Maurits Salomon was al 44 jaar oud toen hij trouwde met de 38-jarige Christina Johanna Vissers. Daar Maurits Salomon in 1941 alleen ingeschreven stond op het adres Bredeweg 37 huis moeten we aannemen, dat echtgenote Christina Johanna al eerder was overleden, of dat er een scheiding had plaatsgevonden. De beschikbare bronnen geven daarover geen uitsluitsel.  Maurits Salomon Belinfante werd vergast in Auschwitz op 10 september 1942.

De familie Wald bestond uit vader Samuel Wald, moeder Lydia Klein, zoon Kurt Wald en dochter Liesbeth Wald. Uit de beschikbare gegevens blijkt, dat de familie in 1933 uit Duitsland vluchtte naar Amsterdam, waar ze vanaf 1935 op de Bredeweg woonden.

Bredeweg 37 huis, foto Joodsmonument


Samuel Wald, geboren in Krojanke op 2 januari 1881, en Lydia Klein, geboren in Schulitz op 4 september 1891, gaven elkaar hun ja-woord in Schulitz op 21 juni 1910. Hun beide kinderen zijn in Duitsland geboren, resp. op 24 mei 1911 en 25 december 1921. In Amsterdam was Lydia Klein handelaar in damesconfectie

Vader Samuel heeft de oorlog niet meegemaakt, want hij overleed in Amsterdam op 9 maart 1940. De andere leden van het gezin Wald werden allen vergast in Sobibor op 26 maart 1943.

 

Bredeweg 37 1 hoog

In het huis boven de familie Wald woonde Jozef van Sijes en zijn gezin. Jozef werd op 14 december 1894 goedgekeurd voor militaire dienst. Uit het militieregister weten we, dat hij 1.67 m. lang was, bruine ogen en blond haar had. Zijn gezicht was ovaal met een ronde kin en voorhoofd. Hij had een grote neus. Jozef had geluk, want op 9 januari 1895 kreeg hij vrijstelling door broederdienst.

Jozef werd geboren op 23 januari 1875. Zijn ouders waren Abraham Joël van Sijes en Betje Salomon Munnikendam. Jozef trad in het huwelijk met Sara Slap op 17 oktober 1906. Sara was van 26 mei 1882. Haar vader heette Isaac Slap en haar moeder droeg de naam Naatje Coster.

Jozef, die commissionair in diamanten was, en Sara kwamen in 1923 op de Bredeweg wonen. Op 24 juli 1943 verhuisden zij naar de Pretoriusstraat. Op 15 december van dat jaar voerden de Duitsers hen beiden af naar Westerbork. Vandaar gingen ze op transport naar Bergen-Belsen, waar Jozef omkwam op 27 december 1944. Sara hield het uit tot 16 februari 1945.

Salomon Batavier, foto Joodsmonument

Bredeweg 41 1 hoog

Sinds mei 1936 woonde het echtpaar Salomon Batavier en Margaretha Hijmans op het adres Bredeweg 41 1 hoog. Diamantslijper Salomon zag het eerste daglicht op 29 juni 1888. Zijn ouders waren Jacob Emanuel Batavier en Frederika Konijn. Salomon kwam uit een gezin van 12 kinderen. Salomon en Margareta traden in het huwelijk in het Belgische Borgerhout, vlakbij Antwerpen, op 12 juli 1927. Vermoedelijk heeft Salomon een tijd in Antwerpen gewerkt om het vak van diamantslijper te leren.

Margaretha Hijmans, foto Joodsmonument

Margaretha Hijmans was een dochter van Isaac Mozes Hijmans en Esther van Weeren. Zij kwam ter wereld in Amsterdam op 10 augustus 1892. Een paar dagen na de voltrekking van haar huwelijk ging Margaretha met haar man mee naar Amsterdam, waar ze zich vestigden in de Berkelstraat nummer 3 1 hoog. Margaretha heeft, voor zover bekend, geen kinderen gebaard, wat gezien haar relatief hoge leeftijd, toen ze trouwde, niet verwonderlijk is.

Zowel Salomon Batavier als Margaretha Hijmans werden vergast in Sobibor op 11 juni 1943.

 

Tiel, 20 oktober 2020

=======================================================


 

 

 

1 opmerking:

  1. Hoi Paul,
    Jemig,
    Dat er zoveel Joodse mensen op de Bredeweg woonden, die nu door jou in ieder geval een naam of gezicht hebben, heb ik als kind niet geweten.
    Wel ken ik het verhaal van mijn moeder, net een paar jaar getrouwd, wonend op Bredeweg 36 drie hoog, mijn zusje pas geboren Maart 1943 , dat zij vertelde hoe bang en machteloos zij zich voelde, toen haar Joodse buren weggevoerd werden.
    Onvoorstelbaar leed.
    Bedankt, groet Els.

    BeantwoordenVerwijderen