Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 28 oktober 2020

Genealogisch blog 483

12 keer getuige

Wijnanda Welling, die op 12 februari 1745 werd geboren in Amersfoort, kreeg van haar ouders de roepnaam Wijntje mee. Wijntje was het oudste kind van Jacobus Welling bij diens tweede vrouw Margaretha van Cousine. Jacobus en Margaretha kregen drie kinderen, twee dochters en zoon Jan. Uit zijn eerste huwelijk met Alijda Dirckx had Jacobus zeven kinderen, zes zonen en een dochter.

Nog op dezelfde dag als haar geboorte ontving Wijntje in de Kromme Elleboogkerk het doopsel. Haar peettante was Joanna van Cousine, die haar ook ten doop hield. Wijntje zal een normale jeugd gehad hebben, want daarover zijn geen gegevens bekend.

Wijntje was 25 jaar oud, toen zij met Johannes Jodocus Roekhoil (Johannes) Boon in Amersfoort in ondertrouw ging op 21 september 1770. Wijntje en Johannes gaven elkaar het ja-woord tijdens de plechtige voltrekking van hun huwelijk in de Kromme Elleboogkerk op 5 oktober 1770. Als getuige trad toen op Toon Welling (1734-1795), de broer van Wijntje. Eerder waren Wijntje en Johannes al voor het gerecht met elkaar in de echt verbonden.

Johannes Jodocus Roekhol Boon kwam in 1740 ter wereld in Stockum bij Düsseldorf. Zijn ouders waren Johannes Ferdinandus Boon en Maria Elisabeth IJers. Ook over de jonge jaren van de echtgenoot van Wijntje is niets anders bekend dan dat hij, in Amersfoort, het beroep van slachter uitoefende.

Van de voornamen van Johannes komen verschillende variaties voor. In de huwelijksakte, die bij het gerecht in Amersfoort werd opgemaakt stond Johannes geregistreerd als Johannis Jodocus Roekbol. In de overlijdensakte van dochter Margrietha van 1843 was zijn voornaam opeens Jacobus. Als zijn achternaam kwam ook enkele malen Bone voor. Ook de achternaam van de zonen van Wijntje en Johannes komt in enkele documenten voor als Bone. 

Iets meer dan een jaar nadat Wijntje en Johannes in het huwelijksbootje stapten kwam hun eerste kind ter wereld, dochter Margrietha van 12 oktober 1771. Nog dezelfde dag werd Margrietha gedoopt in de Kromme Elleboog. Daarbij was tante Nelletje Steenbeek degene die het kind ten doop hield en dus was zij haar peettante.

Drie jaar later diende dochter Maria zich aan. Zij ontving het doopsel op 7 maart 1774. Ook nu was Nelletje Steenbeek haar peettante.  Na Maria volgden nog drie dochters: Margareta van 28 februari 1776, Joanna van 15 april 1778 en Elisabeth van 24 augustus 1780. Ook deze meisjes ontvingen het doopsel in de Kromme Elleboog op de dag van hun geboorte. De laatste twee kinderen van Wijntje en Johannes waren jongens, Johannes Ferdinand, die geboren werd op 7 februari 1783 en, als jongste kind, Jacobus van 9 september 1785. De beide jongen ontvingen, in tegenstelling tot de meisjes, het doopsel in de parochiekerk ’t Zand. Tante Maria van ’t Hof, de echtgenote van Wilhelmus, de broer van Wijntje, was de peettante van de beide jongens.

Havik in Amersfoort, bloemenmarkt

Dat Wijntje en Johannes het met het beroep van Johannes niet echt breed hadden, kwam in 1793 aan het licht. Het gezin van Wijntje en Johannes woonde toen op ’t Havik en bleef daar wonen tot 1814, toen Johannes Jodocus Roekhol Boon overleed.

Bij zijn aanslag van 1793 voor de Liberale Gift (belasting over vermogen groter dan fl. 1000) verklaarde Johannes onder ede, dat hij nog vier kinderen had die thuis woonden, dat Machiel Lagerweij bij hem inwoonde, en dat zijn vermogen kleiner was dan fl. 1000. Zo kreeg Johannes vrijstelling van de Liberale Gift. Wel toonde Johannes zich bereid een vrijwillige bijdrage te doneren, wat hij dan ook deed op 7 augustus 1793.

Wijntje kreeg binnen de familie Welling en in de familie van haar man twaalf keer het verzoek getuige te willen zijn bij een plechtige, kerkelijke gebeurtenis. Slechts een maal was ze getuige bij een huwelijkssluiting. Haar broer Wilhelmus (1751-1811) had haar gevraagd voor hem getuige te willen zijn, toen hij op 22 april 1776 in het huwelijk trad met Maria van ’t Hof (1744-1826).

Alle andere feestelijkheden, waarbij Wijntje getuige was, waren doopfeesten. In de periode 1767 tot en met 1780 was ze viermaal getuige bij de doop van neefjes en nichten uit de familie Welling. Daarna, in de periode 1800 tot en met 1807 trad ze, als grootmoeder, zeven keer op als doopgetuige van kleinkinderen van haar. De dopelingen waren steeds kinderen van haar getrouwde dochters Margareta, die getrouwd was met Pieter Jacobus Nisters, en Elisabeth, die het bed deelde met Willem Stork. De beide dochters van Wijntje hadden elk drie kinderen.

Johannes Jodocus Roekhoil Boon overleed op 74-jarige leeftijd in Amersfoort op 21 maart 1814 om 22.00 uur. De volgende dag deed de familie aangifte van zijn heengaan. Bij zijn overlijdensaangifte waren Aris van Doesburg (geb. 1763) en Helmud Middelaar (geb. 1778) de getuigen.

Overlijdensakte van Wijnanda Welling


Aan het leven van Wijnanda Welling kwam 10 jaar na het heengaan van haar echtgenoot een einde. Zij overleed op 10 april 1824 ’s morgens om 6.30 uur. Nog dezelfde dag konden haar schoonzoon Peter Jacobus Nisters en Gerrit van Kesteren aangifte doen van haar overlijden op het Gemeentehuis van Amersfoort. Opvallend daarbij was, dat geen van beide aangevers de naam wist van de moeder van Wijntje.

 

Tiel 28 oktober 2020

 

================================================== 



 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten