Voorportaal
In de jaren ’30 van de vorige eeuw opende de Nederlandse Regering een groot aantal werkkampen in het kader van de werkverschaffing, onder meer in Drenthe en Friesland. Werkeloze mannen moesten werkzaamheden verrichten als tegenprestatie voor de steun die ze ontvingen. De mannen moesten heide omspitten of wegen aanleggen, sommigen hielpen lokale boeren bij het binnenhalen van de oogst.
Toen de Duitsers ons land bezetten, namen ze de kampen zonder slag of stoot over. Alleen moesten van toen af Joodse mannen in en rond de kampen aan de slag onder leiding van dezelfde organisatie als voor de oorlog: de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Het toezicht op het werk was in handen van de Nederlandsche Heidemaatschappij en ook in het kamp zelf hadden Nederlanders het voor het zeggen. In de loop van 1942 werd het regime in de kampen strenger en het eten slechter. Al gauw bleken de kampen een voorportaal van concentratiekamp Westerbork
In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 moesten alle Joden uit de vijftig werkkampen halsoverkop weg. De mannen werden afgevoerd naar Westerbork. Tegelijkertijd werden in hun woonplaatsen vrouwen en kinderen van hun bed opgepakt en op transport naar Westerbork gezet..
Kamp Diever A en Diever B |
Een van die werkkampen was het Kamp Diever A en Diever B aan de Oude Willem bij Diever. In Diever B verbleef David Swaab. Wanneer David precies is aangekomen in Diever B is niet bekend. Wel weten we, dat hij behoorde tot de groep dwangarbeiders van 40 tot 60 jaar, die na 20 juli 1942 in Diever B aankwam. David heeft nog geen twee maanden in Diever B doorgebracht.
David Swaab |
David Swaab zag het eerste levenslicht in Amsterdam op 14 mei 1889. Hij was de oudste van de vijf kinderen van Meijer Swaab (1860-1942) en Sara Rodrigues (1861-1940). David had een broer en drie zussen. Over zijn postuur weten we iets van de keuring voor militaire dienst. Hij had een lengte van 1.62 m.; wegens lichamelijke gebreken was hij ongeschikt voor het uitoefenen van de dienstplicht. Met zijn ouders woonde David op de Groenburgwal en op de Prins Hendrikkade in Amsterdam. David verdiende de kost door het maken en verkopen van sigaren.
Aangifte van diefstal |
Op 20 juni 1942 deed hij op het Politiebureau in de Marnixstraat aangifte van een inbraak die had plaats gevonden in de sigarenfabriek waar hij werkte aan de Tuinstraat. De inbreker was door een dakraam naar binnengekomen en nam 200 sigarenzakjes en een pond tabak mee.
David was al 32 jaar, toen hij op 31 augustus 1921 eeuwige trouw beloofde aan de 33-jarige Rachel Polak. Het stel ging wonen in de Polanenstraat op nummer 66 eenhoog. Een jaar later kwam op 15 juni 1922 zoon Louis David ter wereld. De jongen kreeg de roepnaam Louki. Na zijn schooltijd ging hij aan de slag als smid. Louki was het enige kind van David en Rachel.
Rachel was een dochter van Levie Simon Polak en Eva Hamburger, die zeven kinderen hadden. Rachel werd geboren in Amsterdam op 18 augustus 1888.
Rachel Polak |
Vanuit Diever B mocht David brieven naar huis en familie schrijven. Naast brieven aan echtgenote Rachel stuurde hij post naar zijn familieleden Suus Sonneveld en Kee Polak. Op 20 september 1942 schreef David aan echtgenote Rachel:
“Jullie zullen wel denken lang niets gehoord van David. Ja, dat komt ten eerste, er kwam een afkondiging dat wij maar eens per week mogen schrijven. Dat is nu weer ongedaan gemaakt. Nu kan ik weer enige dagen schrijven, maar daar wij elke avond zo laat thuis komen van het werk en nog veel moeten doen, had ik geen tijd. Wij eten nu pas tegen zeven uur. Want er komen wel eens ploegen laat thuis, want de meeste van ons moeten vijf kwartier of 1 ½ uur lopen van hun werk eer wij thuis zijn. Maar nu vandaag, zondag, heb ik meer tijd om te schrijven.”
David moest voortdurend helpen bij het rooien van aardappels. Hij vond dat zeer onaangenaam werk, zo liet hij weten:
“Wij moeten nog steeds aardappelen rooien. Het is zeer vies werk. Het goed rot van je lichaam af en als het weer zeer nat is, dan is je ondergoed nat.”
Uit de brief van David aan zijn vrouw Rachel van 20 september 1942 kunnen we een goed beeld krijgen van de dagelijkse routine in het Joodse werkkamp Diever B. David schreef:
“Hier volgt de indeling van de dag: half zes opstaan, wassen, eten halen, bed opmaken en om de vier dagen kamer opruimen. Kwart over zessen een beetje pap eten, brood snijden voor mede te nemen en koffie ontvangen en brood inpakken. Kwart voor zeven aantreden en afmarcheren en om acht uur op het werk. Half tien rust tot kwart voor tien. Dan weer aan de gang tot kwart over twaalf, tot kwart voor één rust, weer aan de gang tot drie uur. Rust tot kwart over drie, weer aan de gang tot half vijf, gereedschap inleveren en om kwart voor vijf afmarcheren, zes uur thuis, wassen, verkleden, koffie drinken en eten.”
Zoals al gezegd, op 2 oktober 1942 sloten de Duitsers alle Joodse werkkampen en werden de gevangenen over gebracht naar Westerbork. David en zijn kompanen moesten naar Westerbork lopen. Direct bij aankomst schreef David een brief aan echtgenote Rachel:
“Lieve vrouw,
Met deze bericht ik je dat wij hedenmorgen zijn vertrokken naar Westerbork en wacht maar rustig af tot ik bericht stuur. Dat zal ik zo gauw mogelijk doen. Gegroet Ons geheel kamp is er naar toe. Wacht op bericht, brief volgt spoedig.
D. Swaab.”
Lang hoefde David niet te wachten op het weerzien met zijn vrouw. Zij was in Amsterdam al opgepakt en kwam op 4 oktober 1942 aan in Westerbork.
Kaart Joodse Raad van Rachel Polak |
Lang hebben David en Rachel niet van het weerzien van elkaar kunnen genieten in Westerbork, slechts vijf dagen. Op 9 oktober 1942 moesten beiden op transport naar Auschwitz. Daar werden ze direct na aankomst, op 12 oktober 1942, vermoord in de gaskamers.
Louki, het enige kind van David en Rachel, was hun voorgegaan. Hij zat al geruime tijd in Westerbork. Van zijn eerder genoemde tantes vernam hij, dat zijn vader in Diever B zat. Hij schreef:
“Thuis hadden ze me nog niets ervan geschreven. En aangezien jullie er vanzelfsprekend niet uitvoerig op waren ingegaan, omdat jullie dachten dat ik het al wist, begreep ik er niet veel van. Ik heb tweemaal geprobeerd een brief te versturen, maar beide zijn niet doorgekomen. Eerst op de dag dat vader weg moest kreeg ik bericht. Voor moeder valt het natuurlijk niet mee. Ik ben er al aan gewend en vader zal het ook wel leren…”
Louki was een van de 506 Joden die op 17 augustus 1942 op transport gingen naar Auschwitz. Daar heeft hij het nog relatief lang volgehouden. Ruim een maand na aankomst in Auschwitz ging hij de gaskamers in.
Achterzijde kaart Louis David Swaab |
Na de dood van Louki stuurde het Standesamt van Auschwitz nog een bericht naar Amsterdam om te laten weten, dat Louki was overleden. De Duitsers konden natuurlijk niet laten weten, dat ze hem vergast hadden, daarom gaven ze als zijn doodsoorzaak op, dat zijn bloed stil was gaan staan door een hartstilstand. Kul natuurlijk.
Tiel 25 juli 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten