Wereldberoemd in Amsterdam
Leon Boedels, met zijn karakteristieke hoge hoed, de onafscheidelijke sigaar en gekleed in een deftig wit vest, was aan het begin van de twintigste eeuw buitengewoon populair in Amsterdam. Boedels was directeur van het Amsterdamse Floratheater, hij was zanger en komiek, hij was regisseur en filmpionier. Bij het Amsterdamse publiek was hij vooral bekend als coupletzanger, cabaretier zouden we tegenwoordig zeggen. Het nieuws dat hij overdag in de krant las, becommentarieerde hij ‘s avonds als zingend op de bühne van het Floratheater. Daarmee werd hij wereldberoemd in Amsterdam. De toeschouwers in de volle zalen in theater Flora wilden weten wat Boedels over het nieuws te “zingen” had.
Leon Boedels |
Lion Isaac Boedels werd op 28 februari 1866 in Rotterdam geboren. Zijn ouders waren Isaac Levie Boedels en Sientje Saul Koster. Vader Isaac was danser en dansleraar en rekwisiteur in het Rotterdamse Tivoli Theater. Via zijn vader kreeg Lion als kind al verschillende rolletjes in komedies toebedeeld. Samen met zijn zusje Sophia stond hij verschillende malen in komedies op het toneel, onder meer in “Mijn Leopold” van Adolph l’Arronge (1838-1908). Hij leerde viool spelen en dansen. In die tijd zat hij overdag op school n stond hij ’s avonds op de planken.
Toen Lion te groot was voor kinderrollen heeft hij de theaterwereld drie jaar de rug toegekeerd om in de diamantindustrie te gaan werken. In 1883 was hij terug in het theater. Hij had zijn roepnaam veranderd van Lion en Leon en trad gedurende zes weken als variétéartiest op in Rotterdam. Daarna trok hij van stad naar stad, van café naar café, van kermis naar kermis, vaak in gezelschap van bekende Joodse muzikanten. Zijn liedjes hadden vaak een pikante ondertoon. Velen kenden zijn liederen, mogelijk was “Tolhuis, kielekiele tolhuis” zijn bekendste:
Tolhuis, kiele kiele tolhuis
Als 't zondag is en heel mooi weer, en lekker in de lucht
Dan zegt de man zo tot z'n vrouw: "Kom, nu de stad ontvlucht
Naar 't Kalfje of naar Scholenburg, wat staat je 't meeste aan?
Of willen we gezelligjes naar het Tolhuis gaan?"
Ja, Tolhuis, Tolhuis, Tolhuis, kiele, kiele
Tolhuis, kiele, kiele, hopsasa
Tolhuis, Tolhuis, Tolhuis, kiele, kiele
Tolhuis, kiele, kiele, hopsasa
Kom, vooruit, kom, vooruit, kom vooruit, kom vooruit
Ha ha ha
Kom, Karline, kom, Karline, kom
We gaan naar 't Tolhuis, meid, daar heb je aardigheid
Ja
Kom, Karline, kom, Karline, kom
We gaan naar 't Tolhuis, meid, daar heb je aardigheid
Ja! Ja
Toen Adam zich in 't Paradijs verveelde, zo alleen
En hem na zeek're middagslaap 'n vrouw, de vrouw, verscheen
Sprak zij: "O, Adam, eerste mens, wil even naar mij zien
Ik word uw levensgezellin, 'k ben Eva-Karolien
Dus, Adam, Adam, Adam, kiele, kiele
Adam, kiele, kiele, sta toch op
Dus, Adam, Adam, Adam, kiele, kiele
Adam, kiele, kiele, sta toch op!"
Hij zegt, en lacht, "Kom vooruit, kom vooruit, kom vooruit
Ha ha ha
Kom, Karline, kom, Karline, kom
Wij gaan het bos in, kind
Zien of je 'n appel vindt, ja, ja
Wij gaan het bos in, kind
Zien of je 'n appel vindt, ja, ja!"
Onlangs bezocht ons 'n Chinees, verbazend dik en lang
Zijn naam is overal bekend; 't was de ouwe Li-Hung-Chang
Men dacht: "Die vreemde snijboon koopt in alle landen fiks!"
En Li-Hung-Chang bekeek ook veel maar kopen deed-ie... niks
Ja, Li-Hung, Li-Hung, Li-Hung, kiele, kiele
Li-Hung, kiele, kiele, Li-Hung-Chang
Ja, Li-Hung, Li-Hung, Li-Hung, kiele, kiele
Li-Hung, kiele, kiele, Li-Hung-Chang
Hij denkt heel stil, en lacht, zo door z'n bril:
"Ha ha ha
Kom, Karline, kom, Karline, kom
Nu weer naar China toe, zien of ik mijn voordeel doe
Ja, ja
Nu weer naar China toe, zien of ik mijn voordeel doe
Ja, ja!"
Zo rondtrekkend kwam hij ook in de Amsterdamse café-chatants terecht. In de wintermaanden speelde hij in Theater de Vereniging in de Warmoesstraat, waar hij optrad als “de beroemde Hollandse komiek en politieke coupletzanger”. Op 18 januari 1894 trouwde hij in Amsterdam met Leonora Kinsbergen. Haar vader Leendert Lion Kinsbergen verdiende zijn brood als circusartiest. Haar moeder was Jeanette Blanes, een telg uit een andere bekende circusfamilie. Leon en Leonora kregen drie dochters, die allen viool gingen spelen en actief waren in de muziekwereld.
Leon had echter meer in zijn mars, dan alleen optreden als coupletzanger. Hij kwam in contact met Franz Nöggerath (1859-1908), die de eigenaar was van Theater Flora in de Amstelstraat. Het klikte tussen de beide mannen en Leon Boedels werd de vaste komiek, regisseur en artistiek leider van het Floratheater. Als regisseur en gekleed in een stofjas hield hij tussen de coulissen alles in de gaten. Geen detail van een voorstelling ontging hem. Leon zou het Floratheater nooit meer verlaten.
Theater Flora, Foto Stadsarchief Amsterdam |
Leon speelde en regisseerde veel revues die in Flora werden opgevoegd. Een grote brand legde het theater in 1902 in de as. Snel werd met de herbouw begonnen en op 17 december 1903 kon Flora zijn deuren weer openen voor het publiek. Er waren weer variétévoorstelling, operettes en revues te zien. Vaak eindigden de voorstellingen met de vertoning van een film. Met de kapelmeester van het Floratheater, Sal Kinsbergen (1867-1956), over wie ik wat vertelde in Genealogisch blog 624 en die een verre neef was van zijn vrouw, verzorgde Leon café-chantants, waarin hij de actualiteit op de hak nam. In de jaren 1905-1906 bracht Leon 34 plaatopnames uit met zijn liedjes.
Daarnaast had hij warme belangstelling voor het nieuwste medium, de film. Nöggerath was in 1896 als eerste begonnen met het vertonen van films in het Floratheater. Nöggerath merkte al snel de grote belangstelling van Boedels voor het nieuwe medium op. Op het dak van het Floratheater liet Nöggerath een filmstudio bouwen. Leon kreeg van Nöggerath de kans films te regisseren en te maken. In 1929 merkte Boedels in een interview in de krant over de beginjaren van de film op:
“Toen de heer Nöggerath met zijn films begon, leerde ik het apparaat bedienen en trad verder op als explicateur. Het was een geweldige attractie in die dagen! Wij hadden verschillende van mijn liedje met een ‘gramophoon’ opgenomen en die werden dan gelijk met de film afgedraaid. Ook ging ik wel achter het doek staan zingen en het publiek verzekerde na afloop, dat het nog nooit zo’n prachtige ‘phonograaf’ had gehoord. Zoo hebben wij dus de eerste sprekende en musiceerende film in Amsterdam vertoond.”
Boedels maakte ook films van actuele gebeurtenissen, zoals de kroning van Koningin Wilhelmina. Voor opnames reisde hij ook naar het buitenland, o.a. naar Engeland, Duitsland en België, waar hij in Gent Koning Leopold filmde. Enkele speelfilms die hij maakte waren de horrorfilm ‘De Greep’ en het historische drama ‘Graaf Willem IV van Holland’.
De Greep
Toen Nöggerath in 1908 overleed, zetten zijn vrouw en zoon het bedrijf voort. Leon Boedels werd toen directeur van het Floratheater. Hij stopte toen zelf met optreden. Elke avond hield hij wel heel nauwkeurig in de gaten wat er op het toneel gebeurde. Hij wist precies wanneer iemand op moest. Hij regelde lichteffecten en hielp bij decorwisselingen. Na afloop van de voorstellingen controleerde hij de kassa van het theater en de inkomsten in de horeca.
In de eerste twee decennia van de 20ste eeuw was Leon een vaak geziene gast op de uitgaansplekken van Amsterdam, altijd met zijn hoge hoed op en een sigaar in de mond.
Met hoge hoed en sigaar, foto Stadsarchief Amsterdam |
In 1927 maakte Leon Boedels nog een keer als humorist een tournee langs de theaters. Dat kon echter niet verhinderen, dat het met het Floratheater slecht ging. Surseance van betaling werd aangevraagd en in december kocht bioscoopexploitant Jean Desmet (1875-1956) het Floratheater op een veiling. In de strenge winter van 1929 brandde het Floratheater helemaal af. Leon zat nu definitief zonder werk en zonder vast inkomen. Hij moest zijn woning aan de Amstel verlaten en weer gaan optreden om toch nog inkomen te hebben. Met zijn liedjes trok hij nog door het land. In Het Amsterdamse theater Carré regisseerde hij de revue “Amsterdam in vuur en vlam”.
https://www.openbeelden.nl/files/07/90/790216.790203.WEEKNUMMER300-HRE0001C32A.mp4
(door op de link te klikken download je de beelden van de begrafenis van Leon Boedels)
Na een kort ziekbed overleed Leon Boedels op 6 april 1930 in Amsterdam. In de Amstelstraat bracht een enorme menigte hem de laatste eer, toen zijn stoffelijke resten twee dagen later werden overgebracht naar de Joodse Begraafplaats in Diemen. Echtgenote Leonora overleed acht maanden later op 10 december 1930.
Pas in 1952 werd op de plaats van het Floratheater een nieuwe bioscoop Flora gebouwd. Later bood het gebouw huisvesting aan clubs als de It. Tegenwoordig is in het pand een sportschool gevestigd..
Tiel, 19 april 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten