Smoesjes
De nazi’s waren er meester in de nabestaanden van hun slachtoffers te doen geloven, dat hun geliefden op een natuurlijke wijze het leven hadden gelaten en dat zij daar part noch deel aan hadden. In de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog lieten ze de nabestaanden nog schriftelijk op een of andere manier weten, dat hun geliefden waren gestorven. Daarmee wilde de SS verdoezelen, dat ze een geliefde hadden vermoord (op welke wijze dan ook) dan wel, dat die geliefde bezweken was aan de immens zware slavenarbeid, ziekte en honger die behoorden bij de dagelijkse routine in de concentratiekampen.
De kaart in het Arolsen Archiv van Levie Roselaar bevat zo’n smoes. Volgens het Standesamt van Auschwitz zou hij overleden zijn, omdat zijn zwakke hartspier verdere dienst weigerde. Hoewel we nooit precies zullen weten waaraan en wanneer exact Levie is gestorven, kunnen we de redenen die de SS opgaf zonder meer naar het rijk der fabeltjes verwijzen.
Kaart Levie Roselaar bij Arolsen Archiv |
Uit zijn kaart bij het Arolsen Archiv kunnen we opmaken, dat Levie op 7 augustus 1942 vanuit Westerbork op transport werd gezet naar Auschwitz. Daar kwam hij drie dagen later aan. De selectie bij binnenkomst in Auschwitz was niet fataal voor Levie. Hij was blijkbaar nog krachtig genoeg voor de slavenarbeid in een of ander commando. Zeer vermoedelijk bezweek Levie aan de ontberingen die hij had moeten doorstaan en liet hij op 20 september 1942 het leven, waarna zijn stoffelijke resten door de schoorsteen gingen. Het thuisfront wist niet beter dan dat hij overleden was door hartspierzwakte. Smoesjes!
Levie Roselaar was de oudste van de vier kinderen van Abraham Roselaar (1879-1943) en Roosje van Loggem (1878-1943). Levie had twee zussen Sara (geboren 1904) en Schoontje (geboren 1907), die beiden, net als haar ouders, omkwamen in de concentratiekampen, en een broer, die al in 1917 op 8-jarige leeftijd overleed.
Op 19 mei 1922 moest Levie gekeurd worden voor militaire dienst. Toen werd bepaald, dat zijn lengte 1.58 m. was en dat hij kostwinner was, klaarblijkelijk voor het ouderlijk gezin. Bij de keuring werd Levie voorgoed ongeschikt verklaard voor de militaire dienst. Waarom is niet helemaal duidelijk.
Levie verdiende de kost als koopman in de ambulante handel in groenten en fruit. Van de Gemeente Amsterdam kreeg hij in 1934 vergunning om als koopman in lompen en oude metalen in Amsterdam Centrum en Oost langs de straten te gaan. Enige tijd later trok de Gemeente zijn vergunning in, omdat hij niet voldeed aan zijn betalingsverplichtingen aan de Gemeente. Enige tijd later handelde hij in groeten en fruit. In het begin van de Tweede Wereldoorlog stond hij geregistreerd als loswerkman.
Levie Roselaar beloofde eeuwige trouw aan de 21-jarige Maria Koopman op 7 november 1828. Bij de voltrekking van het huwelijk van Levie en Maria waren Jacob Bromet, de grootvader van Maria van moederszijde, en zwager Abraham Kroet de getuigen.
Maria Koopman was de jongste van de vier kinderen van Barend Koopman (1877-1913) en Sara Bromet (1881-1943). Zij had drie oudere broers. Maria zag het eerste levenslicht in Amsterdam op 10 januari 1907. Na haar schooltijd verdiende zij haar geld met de verkoop van groenten en fruit.
Levie en Maria werden de ouders van twee kinderen. De oudste was dochter Roza, die in Amsterdam geboren werd op 18 augustus 1929. Pas zevenjaar later kwam het tweede kind ter wereld. Een zoon, die Levie en Maria de naam Barend gaven en hem daarmee vernoemden naar de vader van Maria. Barend werd geboren op 2 juli 1936.
Ten tijde van de geboorte van de kleine Barend woonden Levie en Maria nog in de Joodse Houttuinen op nummer 44 tweehoog. In 1938 verhuisde het gezin naar de Jodenbreestraat 32 eenhoog. De volgende verhuizing vond ruim een jaar later plaats. Op 21 juni 1939 vestigden Levie en Maria zich met hun gezin op het Waterlooplein 41 tweehoog.
Archiefkaart Levie Roselaar |
Levie Roselaar kwam al op 7 augustus 1942 in Westerbork terecht, waarna hij direct op transport ging naar Auschwitz. In het kader van het “Judenfrei” maken van Amsterdam arresteerden de nazi’s Maria en haar twee kinderen tegen eind mei 1943.
Kaart Arolsen Archiv van Maria Koopman |
De kaart in het Arolsen Archiv van Maria Koopman geeft aan, dat zij met haar beide kinderen op 26 mei 1943 in Westerbork werden ondergebracht in barak 55. Op 1 juni 1943 gingen Maria, Roza en de kleine Barend mee met het 14e transport van Westerbork naar Sobibor. Daar vermoordden de nazi’s hen door vergassing direct na aankomst in Sobibor op 4 juni 1943.
Weer een compleet gezin uitgemoord!
Tiel, 19 december 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten