Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zaterdag 4 november 2023

Genealogisch blog 718

Twee maanden brommen

In zijn eerste huwelijk met Rebecca Roosnek (1867-1906) verwekte Samuel Swaab (1860-1928) negen kinderen van wie er drie niet ouder werden dan een paar maanden. De overige kinderen waren vijf jongens en een meisje.

In zijn tweede huwelijk met Johanna Paulina de Bakker verwekte Samuel Swaab nog eens drie kinderen, twee dochters en een zoon, die de volwassen leeftijd bereikten.

Eduard Swaab van 2 oktober 1901 was het achtste en op een na jongste kind van Samuel Swaab en Rebecca Roosnek. Het meisje, Sophia genaamd, drie jaar na Eduard geboren, werd niet ouder dan een maand.

Eduard, die korte tijd als diamantzetter gewerkt heeft en daarna steeds als handelsreiziger in fournituren en lederwaren, moest in januari 1921 gekeurd worden voor de militaire dienst. Zijn lengte bleek toen 1.70 m. te zijn. De dienstdoende officier vond hem geschikt. Daarna volgde zijn indeling bij het Vierde Regiment Infanterie in Leiden. Pas in 1926 zwaaide hij definitief af.

Archiefkaart Amsterdam van Eduard Swaab

Tot eind 1927 heeft Eduard gewoond in Amsterdam, Utrecht, ’s Gravenhage en Eindhoven. In Eindhoven was het voor hem moeilijk om op het rechte pad te blijven. Op 4 november 1927 werd hij door de Politierechter in Amsterdam wegens verduistering veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf. De rechter motiveerde zijn vonnis als volgt:

“verduistering, gepleegd door hem, die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft.”

Op 25 oktober 1927 kwam de sterke arm hem ’s morgens om 8.00 uur ophalen en vervoerde hem naar de gevangenis in ’s Hertogenbosch, waar hij om 11.00 in zijn cel werd opgesloten. Voor die tijd werd zijn signalement nauwkeurig omschreven. Zijn lengte was nu 1.72 m. (blijkbaar was hij sinds de dienstkeuring nog 2 cm. gegroeid, of was de meting niet zo nauwkeurig?), hij had donkerblond haar en dito wenkbrauwen. Zijn ogen waren blauw en verder had hij een normaal gezicht zonder opvallende kenmerken.

Na twee maanden brommen werd Eduard op 24 januari 1928 ’s morgens om 8.00 uur weer vrijgelaten en kon hij zijn normale leven weer oppakken. In 1928 woonde Eduard weer in Amsterdam, in de Ericastraat op nummer 23.

In Amsterdam heeft hij Marianne Judith Louisa (Marianne) Bamberg leren kennen. Marianne verdiende de kost als diamantsnijdster. Zij was ook afkomstig uit een familie van goochelaars en artiesten. Omdat het tussen Eduard en Marianne goed klikte, besloten ze al gauw in het huwelijk te treden. De huwelijksplechtigheid vond plaats op het Stadhuis van Amsterdam op 24 januari 1929. De getuigen bij de voltrekking van hun huwelijk waren Eliza Dirk Anton van Duin en Levie de Jong.

Marianne kwam ter wereld in Amsterdam op 6 december 1903. Haar geboorte vond plaats in de ouderlijke woning aan de Utrechtsestraat nummer 112 om 19.00 uur. Haar ouders waren Simon Bamberg en Josephine Son. Het huwelijk van Eduard en Marianne bleef kinderloos.

Eduard en Marianne betrokken in 1932 de woning Amstel 278 driehoog.. Het pand Amstel 278 had juist een grote verbouwing ondergaan. Het huis werd teruggebracht van drie woningen naar twee grotere woningen. Eduard en Marianne kwamen terecht in een gerenoveerde woning. Later verhuisden ze naar de Nieuwe Amstelstraat 26.

Eind juni 1942 deed Marianne, die toen wat bij verdiende door kamers te verhuren, bij de politie op het Jonas Daniël Meijerplein aangifte van het feit, dat uit haar woning een hoeveelheid schoon wasgoed was ontvreemd. Volgens haar was de waarde van het wasgoed fl. 50,00. Enkele dagen later moeten Eduard en Marianne verhuisd zijn naar de Jan Bernardusstraat 7 eenhoog in Amsterdam.

Kaart Eduard Swaab bij Arolsen Archiv

Begin juli 1942 werd Eduard door de Duitsers opgepakt. Via de Hollandsche Schouwburg kwam hij in Westerbork terecht. Blijkbaar was Marianne niet op de hoogte van de arrestatie van haar echtgenoot, want ze deed op 11 juli 1942 bij de Amsterdamse politie aangifte van de verdwijning van haar man. Ze verzocht de politie hem op te sporen. Uiteraard leverde dat geen succes op.

Op 16 juli 1942 stapte Eduard in Westerbork in de trein die hem naar Auschwitz zou brengen. Daar kwam hij drie dagen later aan. Bij de selectie op het perron kwam hij terecht bij degenen, die niet direct naar de gaskamers gingen. Hij moest eerst nog twee maanden slavenarbeid verrichten, voordat hij op 30 september 1942 ‘door de schoorsteen ging’.

Marianne Judith Louisa Bamberg overleefde de oorlog. Aan haar leven kwam een einde in Amsterdam op 25 september 1975. Haar stoffelijke resten werden ter aarde besteld op 2 oktober 1975 op de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Kruislaan in de hoofdstad.

 

Tiel, 4 november 2023

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten