Adriaan Cornelis van Haeften
Ik heb in mijn Genealogische blogs herhaalde malen betoogd, dat leden van de Utrechtse tak van de familie Van Haeften in de 18e eeuw belangrijke financiers waren van de Staten van Utrecht. Binnen de familie Van Haeften had men de beschikking over een groot pakket obligaties ten laste van de Staten van Utrecht. De meeste obligaties hadden een nominale waarde van enkele honderden guldens. De familie deed de obligaties doorgaans van de hand voor fl. 1000,- per stuk. Nicolaas van Haeften (1708-1789) kan beschouwd worden als de grootste financier van de Staten van Utrecht binnen de familie van Haeften. Een goede tweede is misschien wel Adriaan Cornelis van Haeften.
Adriaan Cornelis (Adriaan) van Haeften werd geboren in Utrecht op 9 september 1738 om 21.15 uur. Zijn ouders waren Johan van Haeften en Adriana Aletta Storm van ’s Gravensande. Adriaan was het tweede kind van Johan en Adriana. Zijn oudere broer, die Nicolaas heette, was maar 22 jaar oud, toen hij op 23 januari 1760 overleed.
Buurkerk, Utrecht
Adriaan kreeg op 14 september 1738 het doopsel toegediend in de Utrechtse Buurkerk. Daarbij waren aanwezig als getuigen zijn grootmoeder van moederszijde Ernestine Henriëtte Bronckhorst (1695-1780) en zijn oom van moederszijde Nicolaas van Bronckhorst (1698-1755). De doop van Adriaan werd uitgevoerd door predikant Johannes Regnerus Kelderman (1672-1743). In het doopboek van de Buurkerk heeft de predikant als de achternaam van Adriaan “Van Haaften” opgeschreven. Hij schreef op wat hij hoorde van de ouders. Ook de achternaam van zijn zus Laurentia Clara Elisabeth werd bij haar doop ingeschreven als “Van Haaften”. In 1813 heeft de derde echtgenoot van Laurentia, t.w. Johan Pieters Graafland, via de rechter afgedwongen, dat zowel voor Adriaan als voor Laurentia een aanpassing plaats vond van de achternaam in “Van Haeften” in het bevolkingsregister. Op 16 maart 1813 werd van beiden de achternaam veranderd van “Van Haaften” in “Van Haeften” in het geboorteregister.
Naamsverandering, detail
In de jaren na de vroege dood van zijn vader in 1748 vergaarde Adriaan zich een aanzienlijk vermogen uit de nalatenschap van zijn vader, van diens ouders en van andere familieleden, zoals zijn broers en zussen. Adriaan kon van zijn vermogen goed rondkomen, hij staat in verschillende akten genoteerd als rentenier. Hoewel zijn ouders in totaal acht kinderen kregen, had dat aantal relatief gezien weinig invloed op de omvang van wat aan Adriaan werd nagelaten. Twee zussen van hem bereikten slechts de leeftijd van een aantal maanden evenals zijn broer Steven. Zijn broers Nicolaas (22) en Jacob Jan (19) overleden op vrij jonge leeftijd. Adriaan, zijn broer Johan jr. en zijn zus Laurentia waren uiteindelijk de erfgenamen van de overleden familieleden.
Het is van Adriaan niet bekend, dat hij een andere maatschappelijke functie vervuld heeft dan die van rentenier. Wel bekend is, dat hij nooit in het huwelijk is getreden.
Dat Adriaan goed in de slappe was gezeten heeft, wordt duidelijk wanneer we zijn transacties met de obligaties ten laste van de Staten van Utrecht bij elkaar optellen. Volgens notariële aktes heeft hij in de periode tussen 1759 en 1794 voor tenminste fl. 31.000 aan obligaties verkocht. In werkelijkheid was het bedrag aan verkochte obligaties enkele duizenden guldens hoger. Daar tegenover stond, dat hij in genoemde periode voor slechts fl. 6500 aan Utrechtse obligatie heeft gekocht.
Soms had hij blijkbaar onvoldoende liquide middelen om zijn handeltje in obligaties te financieren. Zo verklaarde hij op 12 februari 1759 fl. 800 schuldig te zijn aan de weduwe Catharina van Spithoven. Om zijn schuld bij de weduwe te vereffenen droeg hij haar een obligatie over. In 1761 was hij aan Aletta van Hazeldonk fl. 1000 schuldig vanwege een lening. Aletta van Hazeldonk was ongetrouwd, toen zij in 1770 overleed. Zij werd op 6 februari 1770 begraven op het kerkhof bij de Nicolaaskerk, waarbij zes ellen laken werd gescheurd.
Adriaan Cornelis van Haeften was niet alleen actief met de handel in obligaties. In overeenstemming met de familietraditie hield hij zich ook bezig met de handel in onroerend goed. Hij was nog maar net 21 jaar oud en nog niet mondig, toen hij in 1757 vijf morgen weiland aan de Vleutensedijk verhuurde aan Adrianus Lomyer. Bij het passeren van de betreffende akte bij notaris N. de Graaf werd hij bijgestaan door zijn moeder Adriana Aletta Storm van ’s Gravensande.
Uit de nalatenschap van zijn achterneef Gijsbert Franco Milan de Visconti (1693-1780) en diens zus Alexandrina verkreeg Adriaan een hofstede met 14 morgen land aan de zuidzijde van het dorp Benschop bij Lopik en nog eens 5,5 morgen en een huis met tien morgen land aan de noordzijde van Benschop. Gijsbert en Alexandrina Milan de Visconti hadden dat al in januari 1768 laten vastleggen. Ook Adriaans broer, Johan jr., zou van hen onroerend goed in Zuid Polsbroek, Benschop en Lopik erven, maar die beslissing trokken ze in op 18 december 1796. De vermoedelijke oorzaak daarvan zal geweest zijn de dubieuze levenswandel van Johan jr., waarmee de beide Milan de Visconti ’s het niet eens waren. Nadat hij de goederen in Benschop in zijn bezit had gekregen, ging Adriaan er ook wonen. Hij bleef in Benschop wonen tot dat hij in 1803 verkaste naar Huis Jagtlust in ’s Gravenland dat hij toen had gekocht.
Huis Jagtlust, ’s Gravenland
Adriaan zou tot zijn dood in Huis Jagtlust blijven wonen.
Het is duidelijk, dat Adriaan het goed kon vinden met zijn jongste zus Laurentia Clara Elisabeth van Haeften. Op 23 september 1791 was hij getuige bij de doop in de Oude Kerk in Amsterdam van Maria Cornelia Witsen Elias, een kleindochter van zijn zus. En op 12 januari 1800 was hij ook getuige bij de doop, eveneens in de Oude Kerk in Amsterdam, van Aletta Clara Ann Elisabeth Fabricius, een andere kleindochter van zijn zus.
Doop van Maria Cornelia Witzen Elias
In 1802 benoemde Adriaan zijn neef Adriaan Cornelis Fabricius, een zoon van zijn zus Laurentia, tot executeur over zijn goederen en effecten in Nederland en over zijn tegoeden in Engeland. Het was binnen de Utrechtse familie Van Haeften een tijd populair om gelden in Engeland te beleggen.
Adriaan benoemde in 1809 zijn zus Laurentia tot zijn enige erfgenaam. Tevens benoemde hij toen de weeskamer in Amsterdam tot voogd van de kinderen van zijn neef Johan van Haeften, de stamvader van de Amsterdamse tak van de familie. Adriaan bepaalde daarbij wel, dat de weeskamer niet zou delen in legaten en erfenissen, die de kinderen ten deel zouden vallen.
Aan het leven van Adriaan Cornelis van Haeften kwam een einde in ’s Gravenland op 9 november 1816. Een enkele bron vermeldt abusievelijk als het jaar van zijn overlijden 1819.
Tiel, 11 november 2023
Je bericht was geweldig om te lezen! Je schrijft fantastisch. Ik kijk uit naar meer van je!
BeantwoordenVerwijderen