Snoor
Vroeger gingen mijn broer en ik
in de grote zomervakantie vaak logeren bij tante Noor en oom Bert in Eindhoven.
We mochten ze al gauw bij de voornaam noemen. De vakanties in Eindhoven waren
een feest. De reis met de sneltrein van Amsterdam naar Eindhoven was elke zomer
weer spannend. De bruggen over de grote rivieren, vooral die over de Waal, vond
ik indrukwekkend.
Toen Bert bij het Brabantsdagblad
ging werken verhuisden Noor en hij vanuit Tilburg naar Eindhoven. Hun eerste
woning daar was een bovenhuis in de St. Leonardusstraat. Hun volgende huis was
een benedenwoning in de St. Adrianusstraat met een enorme tuin. Noor was gek op
tuinieren. Vanuit de St. Adrianusstraat verhuisden Noor en Bert naar de 1e
Wilakkerstraat en vandaar tenslotte naar de St. Servaasweg aan het plein naast
de kerk. Steeds een betere woning.
Logeren bij Snoor en
Bert
|
In Eindhoven werden mijn broer en
ik verwend tot en met. Noor en Bert namen ons overal mee heen. Eerst altijd op
de fiets of met de bus. Bert leerde pas vele jaren later autorijden. De stad
in, naar de krant, naar de Leenderheide, naar de wagenspelen in Woensel, naar
een bloemist op de Heezerweg die in een kasje een heel bijzondere hertshoorn had,
naar de viswinkel van Koelewijn op de Heezerweg om een praatje te maken met
Peter, die toen net naam begon te maken, naar de film. Maar het meeste is me bijgebleven het
rolschaatsen op het Burghplein tegenover de fabrieken van DAF. Op het plein was
een rolschaatsbaan aangelegd. Op rolschaatsen, geleend van kinderen uit de
buurt, reed ik mijn rondjes over het plein. Steeds harder en met pootje-ov er
in de bochten. Hardrijden betekende soms ook hard vallen, maar daar wist Noor
altijd wel wat op met een extra snoepje of een glaasje limonade.
Noor en Bert traden in 1953 in
het huwelijk. Uit liefde voor zijn aanstaande is de toen nog onkerkelijke Bert
katholiek geworden. Een nadrukkelijke eis van de ouders van Noor om in te
stemmen met het huwelijk van hun jongste dochter. Immers het katholieke geloof
was het enige ware geloof. Van een gemengd huwelijk was toen beslist nog geen
sprake, dan haalde je de duivel in huis.
1953 Huwelijk van
Noor en Bert
|
Noor en Bert hadden geen
kinderen. Daarom vonden ze het fijn om mijn broer en mij te verwennen, en
vooral als mijn verjaardag in de vakantie viel. Om invulling aan hun dagelijkse
leven te geven stortten ze zich vol overgave op hun liefhebberijen. Voor Bert waren
dat tekenen en schilderen. Tijdens één van de vakanties schilderde hij een
portret van mij, dat mijn vader met zijn verjaardag als cadeau kreeg. Ik moest
daarvoor vele uren poseren, en dus stilzitten. Een onmogelijke opgave! Later
ging Bert humorvolle etsen maken. Bij Noor groeide haar liefhebberij bijna uit
tot haar dagelijks werk.
Net als bij mijn vader had mijn
opa zijn passie voor toneel ook in zeer hoge mate over weten te brengen op zijn
jongste dochter Noor. Zijn oudste dochter had daarvoor helemaal geen gevoel en
de tweede moest de liefhebberij opgeven door fysieke ongemakken. Noor, die zich
het liefst Noortje liet noemen, maar voor ons Snoor werd, verdiende in haar
jonge jaren, in navolging van haar vader en broer, al haar sporen als
regisseuse van de Amersfoortse toneelvereniging “Euripides”.
De Tijd De Maasbode,
d.d. 08-01-1968
|
In Eindhoven raakte Snoor in de
jaren zestig van de vorige eeuw betrokken bij het cabaretgezelschap “De
Muze-kanten”. Ze werd regisseur en vaste tekstschrijver van de groep. Ze wilde
met haar cabaret de kleinkunst dienen, niet door het uitdelen van trappen, maar
door het publiek een avondje onbezorgd te amuseren, zo schreef ze in het
programmaboekje van de voorstelling “Approopoo” in 1966. Dagblad De Tijd De
Maasbode was in een recensie van die voorstelling blij, dat ze toch ook meer
deed: ze hield, zoals het hoort in een cabaret, het publiek wel degelijk een
spiegel voor; en al werd er niet getrapt, hier en daar werd toch wel een
speldenprikje uitgedeeld.
“De Muze-kanten”, waartoe
aanvankelijk ook zangeres en actrice Loeki Knol behoorde, trad in de jaren
1963-1968 elke vrijdagavond op in de bierkelder van Hotel “’t Silveren
Seepaerd”. Het amateurgezelschap kreeg in 1966 van de Gemeente Eindhoven een
aanmoedigingssubsidie. Harm Savenije was één van de dragende spelers van de
groep. Met hem en zijn verloofde Marianne, die om de hoek woonde, raakten Snoor
en Bert voor het leven innig bevriend.
Toen er aan het cabaret een einde
was gekomen stortte Snoor zich met haar hele ziel en zaligheid op het
regisseren van amateurtoneelgezelschappen in de omgeving van Eindhoven. Zo
leidde ze het toneelgroep “St. Genesius” uit Helmond, waarvoor ze vaak werkte,
in 1988 naar de finale van een regionale competitie van amateurgezelschappen.
Snoor was een echte Welling. Ook
zij stak graag overal haar neus in net als haar vader en haar broer. Het was
dan ook niet verwonderlijk, dat ze zich in de jaren tachtig ging bezig houden
met de Eindhovense politiek. Een zetel in de Raad ambieerde ze niet, maar op de
achtergrond was ze een steun en toeverlaat voor de CDA-fractie.
Snoor overleed in januari 1993
aan kanker. Bert bleef nog 10 jaar alleen achter.
Tiel, 23-07-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten