Tante Greet
Ik heb nog niet of nauwelijks
geschreven over de oudste zus van mijn vader, tante Greet. Ik zou haar te kort
doen door alleen over haar twee zussen te schrijven, want tante Greet was een
bijzonder vrouw, een hele bijzondere, en ze was mijn meter.
Na haar schooltijd ging tante
Greet als verpleegster werken in het Militaire Hospitaal aan de Hogeweg in
Amersfoort. Ze had een militaire rang en droeg tijdens en na diensttijd een uniform,
wanneer ze niet op een ziekenzaal werkte. Ik weet nog, dat ik, als kind, haar
dat erg stoer vond staan. Ze had ook altijd van die truttige schoenen aan.
Nooit een hakje of zo. Er straalde iets mannelijks van haar af. Tijdens haar
werk in het Militair Hospitaal raakte tante Greet bevriend met Reinie, voor ons
neven en nichten al gauw tante Reinie. Reinie kwam uit het Noorden van het
land, maar bleef in huize Welling toch altijd een beetje een vreemde, omdat ze
niet katholiek, maar protestant was.
1950, Tante Greet als verpleegster |
Het zal in de eerste helft van de
vijftiger jaren geweest zijn, dat tante Greet haar werk als verpleegster opgaf
en met haar vriendin naar Amsterdam verhuisde naar een spiksplinternieuwe flat
aan de Joh. Jongkindstraat in Slotervaart. De flat van de tantes was zo
ongeveer de eerste die klaar was. Verder was Slotervaart nog een grote bouwput.
Toen wijzelf nog maar net in Amsterdam woonden, nam mijn vader ons kinderen op
een zondagmiddag mee voor een bezoek aan tante Greet en Tante Reinie. Had mijn
moeder even het rijk alleen. Ons stond een lange tramrit te wachten met lijn
17. Vol trots lieten de vriendinnen zien hoe ze de woning deelden en welke
afspraken ze hadden over het gezamenlijk gebruik van spullen. Ieder had een
eigen slaapkamer, zo lieten ze ons zien. Mijn vader legde ons in de tram terug
naar huis uitvoerig uit, dat vrouwen, die niet getrouwd waren op die manier
goedkoop samen een huis konden delen. Net als de moeder van
Dirk en die andere mevrouw aan de overkant van onze straat, legde mijn
vader uit. Ik ben daarna nooit meer bij de tantes thuis geweest. Daar zullen
mijn ouders wel voor gezorgd hebben.
1956, Op bezoek bij Trut en Treinie |
In Amsterdam werkten tante Greet
bij de Raad van Arbeid op de Wibautstraat en tante Reinie bij de Sociale
verzekeringsbank op de Apollolaan, of omgekeerd. Ze gingen beiden aanvankelijk
op de brommer naar hun werk, op een Berini met een lange leren jas aan. Later
haalde tante Reinie haar rijbewijs en kochten de vrouwen een auto.
Na de Hongaarse Opstand
was tante Greet op de een of andere manier in contact gekomen met een Hongaars
gezin uit Székesfehérvár, een plaats tussen Boedapest en het Balatonmeer. Toen
ze een keer bij ons was vroeg ze mij te gaan corresponderen met een dochter van
het gezin. Dat kon gewoon in het Nederlands, want de moeder van het gezin was
onze taal machtig. Dat leek me wel, een correspondentievriendin in Hongarije.
Zou ook wel interessante postzegels opleveren. Na een paar brieven verwaterde
de correspondentie om een onduidelijke reden. Maar tante Greet en tante Reinie
gingen bijna ieder jaar op vakantie naar Hongarije. Ze vonden het een prachtig
land en het was zo goedkoop daar.
Groot was de opschudding in de
familie, toen tante Greet aankondigde de katholieke kerk de rug toe te keren en
toe te treden tot de kerk waarvan ook tante Reinie lid was. Hoe kon hun dochter
het nou in haar hoofd halen om het enige ware geloof de rug toe te keren, jammerden
mijn opa en oma. Ook mijn vader snapte er niets van. Mijn moeder wel, maar liet
dat niet merken om de consternatie niet nog groter te maken. Lange tijd kwam
tante Greet niet meer thuis.
Tante Greet en tante Reinie, door
ons omgedoopt tot “Trut en Treinie”, verhuisden naar Heereveen, en weer een
paar jaar later naar Leeuwarden. Er was toen nauwelijks meer contact met de
dames, die in het hoge Noorden van het land hun eigen leven leidden. Wij wisten
ondertussen wel hoe de verhouding tussen Trut en Treinie was. Er werd in de
familie niet over gesproken en bij familiefeesten was meestal alleen Trut
aanwezig.
Begin 1996 kwam uit Leeuwarden
het bericht, dat Greet Welling op 80-jarige leeftijd was overleden. Een paar
dagen later zou de uitvaartdienst plaatsvinden in de kerk van de Pinkstergemeente
in Leeuwarden. De Pinkstergemeente, waren Trut en Treinie daar lid van?,
ongelooflijk. Met mijn zwager toog ik door wind en sneeuw naar Leeuwarden.
Betrekkelijk vroeg kwamen we bij de kerk aan. Omdat het zulk slecht weer was
besloten we maar naar binnen te gaan. Ergens achter in de kerk schoven we een
bank binnen. Tot onze verbazing stond er voor in de kerk geen kist met het
lichaam van de overledene. Langzaam druppelde de kerk vol. Ik keek achterom en
zag in een hoek achterin de kerk de kist staan. Ik kon mijn ogen niet geloven!
Op een gegeven moment kwam Tante Reinie de kerk binnen. Ze leek niet erg
bedroefd. Een man, die kennelijk de leiding had over de dienst, kwam naar me
toe en vroeg me of ik de neef van Greet was. Toen ik dat bevestigde, wenste hij
me een goede dienst toe. Waar bemoeit die man zich mee, dacht ik nog.
De uitvaartdienst was een en al
vrolijkheid. Er werd gezongen, geklapt en zelfs even gedanst. Met stijgende
verbazing heb ik dat alles zitten bekijken. Bij de Heer zijn was een feest.
Over tante Greet werd totaal niet gesproken, de aanwezigen waren alleen maar
blij weer samen te zijn. Niemand bekommerde zich om de kist achterin de kerk.
Na afloop van de dienst ben ik naar de kist gelopen en heb die in stilte
aangeraakt. De begrafenisondernemer kwam en laadde de kist achterin de
lijkwagen. Tante Greet werd in Oenkerk begraven links naast de kerk. Een
prachtige plek, had ik enkele weken eerder ontdekt, toen ik daar was voor mijn
werk.
De kerk van Oenkerk |
Ruim een jaar na de begrafenis
van tante Greet werd ik gebeld door iemand van de Pinkstergemeente uit
Leeuwarden. Uit de nalatenschap van tante Greet was voor elk van de neven en
nichten fl. 40,- overgebleven. Formeel had ik daar natuurlijk recht op, maar de
Pinkstergemeente zou het ten zeerste op prijsstellen, wanneer ik dat geld aan
de kerk zou laten. Dat nooit!, schreeuwde ik haast door de telefoon. Alles aan
mij uitbetalen en direct, de kerk krijgt geen cent van mij. Twee weken later stond er fl. 40,- op mijn rekening
bijgeschreven.
Tiel, 28-07-2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten