Amerikaanse vrouwen
Eind mei 2001 vertrokken we met
de auto naar Tsjechië voor een rondreis, die onderbroken zou worden door een
verblijf van vier dagen in Krakau in Polen. Zodra we de grens tussen Duitsland
en Tsjechië over waren, schrokken we van het toen nog enorme verschil tussen
een West-Europees land en een voormalig communistisch land. Op onze eerste
bestemming, de hoofdstad Praag, merkten we van die verschillen, echter, weinig meer. Praag kon zich meten met
Amsterdam, de sfeer in beide steden kwam ook aardig overeen. In Praag bezochten
we de Joods wijk van de stad met onder meer de Spaanse Synagoge.
De Joodse begraafplaats van de
stad maakte veel indruk en een tentoonstelling van tekeningen gemaakt door
kinderen in concentratiekamp Theresiënstadt
deed ons besluiten een bezoek aan dat kamp te brengen, dat de nazi’s een
doorgangskamp noemden. Een busje van het hotel, waar we verbleven, bracht ons
erheen op zaterdagmorgen, ruim 60 km. van Praag. Daardoor hadden we zelf niet
het probleem de weg te vinden met al die borden in een onbegrijpelijke taal. We
waren de eerste en vrijwel de enige bezoekers van de vesting van Theresiënstadt
die dag.
Bedden voor
gevangenen in Theresiënstadt
|
In alle rust konden we de
verschrikkingen, die hier plaats gevonden hebben tot ons laten doordringen. We
spraken geen woord. Volgens de nazi’s was Theresiënstadt een mooie stad, waarin
Hitler Joden uit onder meer Tsjechië en Nederland op een “fatsoenlijke” manier
wilde onderbrengen. Er werd zelfs een film overgemaakt om het Rode Kruis te
overtuigen van de goede bedoelingen van de nazi’s.. De makers van de film werden
na afloop direct op transport naar Auschwitz gesteld en vergast. Wanneer je er
rondloopt dringt het onmiddellijk tot je door, dat de nazi’s het Rode Kruis en
de wereld enorm in de maling hadden genomen. Ik heb de omstandigheden gezien
waarin de gevangenen moesten leven, werken en slapen. Minimale sanitaire voorzieningen.
Ik hoor nog het slaan op de wind van deuren, die de cellen afsloten, waarin de
gevangen alleen konden staan, zo klein. Ik heb de galg gezien en de executiemuur.
Barakken in
Theresiënstadt
|
In gedachten verzonken, maar
doodstil lieten we ons terugrijden naar Praag. Die avond zochten we vertier in
de schouwburg.
Een week later kwamen we aan in
Krakau in Polen. Krakau is een prachtige stad, die nauwelijks geleden heeft
onder de Tweede Wereldoorlog. Vanuit Krakau brachten we met een bus een bezoek
aan Auschwitz. In het voormalige concentratiekamp Auschwitz I kregen we eerst een
film te zien over de beestachtigheden van het concentratiekamp. Daarna liepen
we enkele uren rond in het kamp. De meeste bezoekers liepen zwijgend rond, een
enkeling wees een ander op iets. Sommige mensen huilden. Iedereen was onder de
indruk van de machine van de dood. Ontdaan was ik van de kamer waar ik de
brillen zag liggen van de vermoorde gevangen. Achter elke bril had een paar
ogen gezeten, realiseerde ik me.
Auschwitz, brillen
van vermoorde gevangenen
|
In een andere kamer lagen op
dezelfde wijze protheses op een hoop die van de gevangen waren geweest. Elk
kunstbeen of elke kunstarm had aan een mens gezeten! We zagen de muur waar
gevangenen werden geëxecuteerd, de galg waaraan ze werden opgehangen, de
aardedonkere cellen, waarin ze werden opgesloten, wanneer ze in de ogen van
de nazi’s iets hadden gedaan wat de heren niet aanstond. Het prikkeldraad rond
alle blokken van het kamp deed nog huiveringwekkend aan. Hier paste alleen maar
eerbiedige stilte voor allen die hier zijn omgekomen en voor hen die de verschrikkingen
hebben overleefd.
Auschwitz, overal
prikkeldraad
|
Vroeg in de middag bracht de bus
ons naar vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Weer liepen we zwijgend door de
poort, langs het spoor dat miljoenen mensen afleverde, alleen omdat ze niet pasten
in de wereld, die Hitler c.s. voor ogen hadden. Ik liep een eind langs het
spoor het kamp in en probeerde te bevatten wat zich hier allemaal heeft
afgespeeld. De selecties, families uit elkaar gehaald, geschreeuw van
commando’s, geroep naar familie. Bezittingen die achtergelaten moesten worden. Wie
nog enigszins de indruk wekte te kunnen werken had “geluk”. Die mocht nog een
tijdje als slaaf werken in de fabrieken van de Duitse oorlogsindustrie. De anderen
gingen meteen door de schoorsteen.
Het spoor naar de
gaskamers
|
Ik liep een van de barakken binnen
die er nog staan. Ik probeerde me voor te stellen hoe het moet zijn geweest in
zo’n barak te wonen en te slapen. In het gekreun en de stank van anderen.
Misschien met een dode naast je, of onder je of boven je. Ik werd bijna
onpasselijk, toen ik de latrine zag. Een plank met een paar gaten. Ga maar
zitten, trek je niets aan van de viezigheid van je medegevangene. Hoe koud moet
het daar ’s winters geweest zijn, de kampkleding was niet gemaakt voor de
ijselijke Poolse winter. Alle menselijke waardigheid werd de gevangenen
afgenomen, ze waren een nummer, het nummer dat in hun arm was gebrand.
Barakken van
Auschwitz-Birkenau
|
De moed om nog verder het
kampterrein op te lopen om naar de restanten van de gaskamers te kijken was er
niet meer. We zaten vol emotie. Is werkelijk te bevatten wat zich hier allemaal
heeft afgespeeld? Hoe is het in godsnaam mogelijk, dat de mensheid zich zo
heeft verlaagd?
We wilden terug naar Krakau,
terug naar de wereld anno 2001. Op de terugweg waren alle mensen in de bus
doodstil en bezig met hun emoties, op twee Amerikaanse vrouwen na, die pal achter
ons zaten. De dames wisselden uitvoerig, en luidruchtig, van gedachten over hun
recente aankopen, de dingen van thuis. Dat werd ons te veel, maar op de vraag
of ze niet even stil konden zijn tot ze in Krakau de bus uit konden, gingen de
dames niet in. Hadden ze dan geen respect voor wat ze die ochtend en middag
hadden gezien? Ze vonden het geschiedenis, interessant om te zien, maar het
dagelijkse leven was veel belangrijker. Kapot hebben we ons geërgerd! Zo respectloos!
Twee dagen later bezochten we
Kazimierz, de voormalige Joods wijk van de stad en bekend van de film
Schindler’s List van Steven Spielberg. We bezochten de Remu Synagoge met
erachter een grote begraafplaats. Daar beweende een groep orthodoxe Joden hun
overledenen met hartverscheurend gezang. De groep bestond uit jongelingen en
oudere mannen, allen met pijpenkrullen en een hoed op hun hoofd. Heen en weer
wiegend baden en zongen ze. Ik kon uiteraard niet verstaan voor welke
overledene ze aan het bidden waren, maar het leek of ze alle slachtoffers van
alle concentratiekampen beweenden met hun rouwbeklag dat door merg en been ging.
Koude rillingen liepen over mijn rug.
Bidden voor de doden
|
Toen ik twee weken geleden in Genealogisch
blog 208 de familie Walvis(ch) nader statistisch onder de loep nam, kwam de
herinnering aan de bezoeken aan Theresiënstadt en Auschwitz me weer scherp voor
de geest. Ruim 28% van de leden van de familie Walvis(ch) is in Auschwitz
omgekomen. Die 221 mensen, mannen, vrouwen en kinderen, zijn over het spoor
aangekomen waar ik langs liep, zijn geselecteerd, de meesten zijn direct
vergast, enkelen moesten nog loodzware slavenarbeid verrichten voordat ze als
dank ook door de schoorsteen gingen. Al die mensen hebben daar gelopen.
Misschien hadden ze tot het laatste moment hoop op een goede afloop. Hoezeer zijn
ze bedrogen!
Terwijl ik dit nu schrijf, komt
weer de woede boven over het respectloze gedrag van die twee Amerikaanse
vrouwen in de bus van Auschwitz naar Krakau.
Tiel, 12 augustus 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten