Vermist (503)
Al enkele dagen beheerste angst haar leven. Ze werd gek van de knagende onzekerheid. Het gebeurde wel vaker, dat Eduard een nachtje wegbleef, wanneer hij op handelsreis was. Maar nu bleef hij wel heel lang weg. Marianne hield het niet meer uit, nam een besluit en stapte naar de politie.
Marianne Swaab-Bamberg verzocht de Amsterdamse politie op 11 juli 1942 haar man Eduard Swaab op te sporen, in ieder geval deed ze aangifte van zijn vermissing. Eduard was een paar dagen eerder hun huis aan de Jan Bernardusstraat nr. 7 eenhoog uitgegaan en was niet meer teruggekeerd. De politie noteerde haar aangifte in het dagrapport, maar deed er voorlopig verder niets mee. Joden, niet waar?
Opsporing verzocht van Eduard Swaab |
Later heeft de politie in de marge van het dagrapport aangegeven, dat Eduard op 16 juli 1942 op transport naar Duitsland was gesteld.
Achteraf is enigszins te reconstrueren wat er met Eduard gebeurd moet zijn. Eduard Swaab, die in Amsterdam geboren werd op 2 oktober 1901, is in de eerste 10 dagen van juli 1942 door de Duitsers opgepakt, omdat hij een Jood was. Via vermoedelijk eerst het kantoor van de SD aan het Adema van Scheltemaplein in Amsterdam en de Hollandsche Schouwburg kwam hij in Westerbork terecht. Vanuit Westerbork ging hij op 16 juli 1942 op transport naar Auschwitz. Daar kreeg hij nog een kleine twee maanden tijd van leven. Maar de SS was onverbiddelijk, op 30 september 1942 moest hij de gaskamer in.
Kampkaart Eduard Swaab, Arolsen Archiv |
Eduard Swaab was de op twee na jongste van de negen kinderen van Samuel Swaab (1860-1928) en Rebecca Roosnek (1867-1906). Samuel en Rebecca, die begin januari 1889 in Amsterdam in het huwelijksbootje waren gestapt, werden na de geboorte van Eduard nog de ouders van twee dochters, van wie er een slechts een maand leefde.
Na het overlijden van Rebecca Roosnek hertrouwde Samuel Swaab in juni 1920 met Johanna Paulina de Bakker (geb. 1896 in Sloten bij Amsterdam), met wie hij nog drie kinderen kreeg, een zoon en twee dochters. Johanna Paulina de Bakker was een dochter van Josephus de Bakker (geb. 1860) en Catharina Siemensma (geb. 1871).
Nadat hij uit huis gegaan was, heeft Eduard Swaab nog in Utrecht en Den Haag gewoond. In zijn Utrechtse periode vond in Amsterdam, waar hij nog ingeschreven stond, de keuring voor militaire dienst plaats voor Eduard. Daardoor weten we, dat hij een lengte had van 1.70 m. Hij werd goedgekeurd voor de dienst en ingedeeld bij het 4e Regiment Infanterie in Leiden. In de jaren 1922, 1924 en 1926 kreeg hij groot verlof.
Eduard verdiende in Utrecht en Den Haag de kost als diamantzetter. In november 1925 keerde Eduard terug naar Amsterdam, waar hij afscheid nam van de diamantindustrie. Hij ging wonen op de Linnaeusstraat. Vanaf toen verdiende hij zijn brood als handelsreiziger in fournituren en lederwaren.
In Amsterdam leerde Eduard Marianne Judith Louise Bamberg kennen, die toen werkte als diamantslijpster. Het stel trouwde in Amsterdam op 24 januari 1929. Getuigen bij hun huwelijk waren Eliza Dirk Anton van Duin en Levie de Jong. Het paar heeft in Amsterdam op verschillende adressen gewoond, totdat ze op 14 augustus 1940 neerstreken in de Nieuwe Amstelstraat op nummer 26 eenhoog.
Marianne was op 6 december 1903 in Amsterdam geboren. Zij was een dochter van Simon Bamberg en Josephina Son, wier achternaam ook voorkomt als Sondemeijer.
De vader van Marianne is kennelijk in de jaren 40 van de vorige eeuw dement geworden. Hij heeft de laatste tijd van zijn leven door gebracht in het Joodse Apeldoornse gesticht “Het Apeldoornsche Bosch”. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werden 1200 patiënten, inclusief Simon Bamberg, en 50 personeelsleden door de Duitsers overgebracht naar station Apeldoorn. Vandaar ging het rechtstreeks naar de gaskamers van Auschwitz. Ongeveer de helft van het personeel kon bij tijds met enkele patiënten de benen nemen.
Het huwelijk van Eduard Swaab en Marianne Bamberg is kinderloos gebleven, voor zover bekend.
Aangifte van de diefstal van wasgoed |
Een paar weken voordat ze haar echtgenoot bij de politie als vermist aangaf, deed Marianne ook een aangifte bij de politie van Amsterdam. Nu van het feit, dat van de zolder van hun woning aan de Nieuwe Amstelstraat wasgoed was gestolen. Marianne meende dat de waarde van het gestolen wasgoed ongeveer fl. 50,- was. Of de dief ooit is gevonden werd niet vermeld in het politierapport.
Marianne is nooit hertrouwd, nadat haar duidelijk was geworden, dat Eduard in Auschwitz aan zijn einde was gekomen. Kort na de oorlog was ze bewoonster niet alleen van Nieuwe Amstelstraat 26 eenhoog, maar ook van tweehoog en driehoog. Om in haar levensonderhoud te voorzien verhuurde ze kamers.
Toen ze 71 jaar oud was, overleed Marianne Judith Louise Bamberg in Amsterdam op 25 september 1975. Haar overlijden werd officieel vastgesteld door schouwarts H. Tuijnman.
Tiel, 19 januari 2021
=============================================
Geen opmerkingen:
Een reactie posten