Inwonend
Toen er in Nederland nog geen sociale voorzieningen waren, was iemand, die, om wat voor reden dan ook, niet voor zijn of haar eigen inkomen kon zorgen afhankelijk van de goedheid familie of de kerk. Voor mensen met een lichamelijke handicap gold ook, dat zij voor hun levensonderhoud in hoge mate afhankelijk waren van familie of de kerk, hoewel deze mensen vaak in het kader van de Invaliditeitswet een (kleine) uitkering genoten.
Maria Johanna Welling, roepnaam Maria, genoot in het kader van de Invaliditeitswet zo’n uitkering. Uit haar Amsterdamse Gezinskaart valt niet op te maken sinds wanneer zij een uitkering genoot in het kader van de Invaliditeitswet. In dit Genealogische blog wil ik aan de hand van de summiere gegevens, die mij ter beschikking staan, trachten het leven van Maria te beschrijven.
Maria Johanna Welling zag het eerste levenslicht in Amersfoort op 10 september 1855 om 3.00 uur ’s nachts. Ze was het vierde van de zes kinderen van Jacobus Welling (1824-1893) en Geertruida Hendrika van Munster (1824-1861). Na het overlijden in april 1861 van haar moeder hertrouwde vader Jacobus in november van datzelfde jaar met Hendrika Steenbeek. Door het tweede huwelijk van haar vader kreeg Maria nog eens negen halfbroers en -zussen. De geboorte van Maria ging vader Jacobus in de loop van de tiende september aangeven op het Gemeentehuis van Amersfoort, daarbij waren Swerus van Beek en Johannes Wilhelmus Janssen de getuigen. Ze zal de volgende dag katholiek gedoopt zijn.
Geboorteakte Maria Johanna Welling 1855 |
Het is verwarrend, dat in officiële documenten als haar voornamen ook Johanna Maria voorkomt. Over de jeugd van Maria is mij helemaal niets bekend. Zeker is, dat ze nooit is getrouwd. Ze woonde in haar jeugd met haar ouders op de Arnhemseweg in Amersfoort en later, vanaf 1853 met haar vader, die kleermaker was, en diens tweede vrouw op de Utrechtsestraat.
Het eerste feit, dat over haar vermeld wordt, stamt uit 1904. Het Amersfoortse bevolkingsregister vermeldt, dat Maria op 19 mei 1904 uit Harderwijk kwam en per genoemde datum ging wonen bij Lambertje Klarenbeek, die op 7 juni van dat jaar door haar huwelijk met Hendrik Johannes Dirk Welling, de broer van Maria, haar schoonzuster zou worden.
Uit het feit, dat Maria vanaf 1904 onderdak vond bij verschillende familieleden, maak ik op, dat ze in de jaren 1903-1904 invalide moet zijn geraakt. Ik denk dat dat gebeurd is, toen zij zich als dienstbode verhuurde in Harderwijk.
Maria heeft niet lang bij haar broer en schoonzuster gewoond, maar tot 10 oktober 1905, toen ze verhuisde naar Bussum. Voor zover mij bekend heeft Maria tot augustus 1914 in Bussum gewoond. Ik ga ervan uit, dat ze in die tijd inwoonde bij leden van de Bussumse tak van de familie Welling. Op 27 augustus 19114 nam Maria haar intrek bij haar zus Geertruida Hendrika (1862-1929) en haar man Heinrich Joseph Anton (Heinrich) Schulte (1864-1947), die in de Spuistraat in ’s Gravenhage op nummer 40 woonden en daar een zaak in manufacturen runden. Het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat Maria af en toe meehielp in de manufacturenwinkel van haar zwager. In 1925 verhuisde Maria met het gezin van haar zus mee naar de Nieuwe Parklaan 132.
Gezinskaart Maria Johanna Welling, 's Gravenhage |
Op de Nieuwe Parklaan bleef Maria slechts van april tot december 1925 bij het gezin van haar zus wonen. Rond de kerstdagen van 1925 verhuisde ze naar Amsterdam, waar ze haar intrek nam bij haar aangetrouwde zwager Lambertus Leonardus Janssen (geb. 1867), die woonde in de Van Eeghenstraat op nummer 17. Lambertus Leonardus Janssen was getrouwd met Wilhelmina Catharina Welling (1870-1949), de halfzus van Maria. Ook Hendrika Johanna Welling (1873-1961), een andere halfzus van Maria, heeft ingewoond bij Lambertus Johannes Janssen en Wilhelmina Catharina Welling.
Van Eeghenstraat 2-36, Amsterdam |
Bij haar zwager en haar halfzus hield Maria het nog geen jaar uit. In oktober 1926 besloot ze te verhuizen naar Harderwijk naar de Smeepoortstraat nummer 16. In de Smeepoortstraat was de Oranje-Nassaukazerne gevestigd. Tot 1909 was deze kazerne een opleidingscentrum en terugkeerplaats voor de Koloniale Reserve. Van 1914 tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waren in deze kazerne infanteristen gelegerd. Tijdens de oorlog was de kazerne in gebruik bij de Duitsers. Van 1951 tot 1988 was in de kazerne de School voor de Militaire Inlichtingen Dienst gevestigd. Na 1988 werd het complex omgebouwd tot appartementen.
Tot wanneer Maria in de Smeepoortstraat in Harderwijk gewoond heeft is mij niet bekend, maar op het einde van haar leven moet ze teruggekeerd zijn naar Amersfoort.
Smeepoortstraat, Harderwijk, 1901 |
Maria zal de laatste jaren van haar leven weer gesleten hebben bij haar broer Hendrik Johannes Dirk en diens vrouw Lambertje Klarenbeek, die toen in de Joh. Bosboomstraat in Amersfoort woonden.
Bidprentje Maria Johanna Welling |
Maria Johanna Welling overleed in Amersfoort onverwacht op 78-jarige leeftijd op 18 oktober 1933. Van haar overlijden deden Johannes Antonius Kaspers en Hermanus Arnoldus van Zwieten aangifte bij de Gemeente Amersfoort. De ter aardebestelling van Maria Johanna Welling vond plaats op 21 oktober 1933 op de RK. Begraafplaats aan de Utrechtseweg in Amersfoort. In het graf waarin de stoffelijke resten van Maria Johanna werden begraven, werden later haar broer Hendrik Johannes Dirk (1958) en diens vrouw Lambertha Klarenbeek (1973) bijgezet.
We kunnen concluderen, dat Maria ten gevolge van haar handicap haar hele leven nooit een plekje voor zichzelf heeft gehad, zelfs na haar dood niet.
Tiel, 4 januari 2021.
==============================================
Geen opmerkingen:
Een reactie posten