Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 6 mei 2021

Genealogisch blog 539

 

Zeeman en distributieambtenaar

Ik ga ervan uit, dat elke genealoog in zijn stambomen wel een of meerdere personen heeft van wie de levenswandel niet helemaal of helemaal niet verlopen is langs het rechte pad. In mijn stambomen komen een aantal personen voor die het niet zo nauw namen met de heersende moraal of met de wetgeving. Ik schreef al over de moordenaar in de familie Bosman, over de dieven in de familie Welling en over mensen die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog zich hadden aangesloten bij de NSB. In enkele eerdere blogs schreef ik al het een en ander over Abraham Johannes van Straaten, de vader van mijn schoonvader, die het in het leven allemaal niet zo nauw nam.

In dit Genealogisch blog wil ik wat nader ingaan op de levenswandel van Abraham Johannes (Abraham) van Straaten, de vader van mijn schoonvader Abraham Johannes (Jo) van Straaten. Ik ben van mening, dat je als genealoog de minder fraaie kanten van de families, die je onderzoekt, niet moet weglaten. Het is gebeurd, het is geschiedenis en die is niet altijd even fraai. Het is mij te makkelijk de familiegeschiedenis voor te stellen als een spannend boek met altijd goede afloop. Ik realiseer me, dat het moeilijk is de familiegeschiedenis van lang vervlogen eeuwen precies weer te geven, vaak ontbreken daartoe de bronnen. Maar dat neemt niet weg, dat van de genealoog een kritische houding gevraagd mag worden bij zijn of haar familieonderzoek.

Thomas van Straaten (1841-1890) en zijn vrouw Suzanna Martha Margaretha (Suzanna) de Voogd (1840-1883) verhuisden in 1878 van Rotterdam, waar ze beiden geboren en getogen waren, naar Vlissingen en in 1880 naar de Czaar Peterstraat 199 in Amsterdam. De verhuizingen zullen ongetwijfeld te maken hebben gehad met het werk van Thomas. Hij was restaurateur oftewel in normaal Nederlands kok. Nog even, want vanaf 1884 verdiende hij de kost als stuurman op de grote vaart. Thomas en Suzanna waren in Rotterdam de ouders geworden van vijf kinderen. Kort na hun verhuizing kwam in Amsterdam in de Czaar Peterstraat hun zesde kind ter wereld, zoon Abraham Johannes van 21 juli 1880. Vroedvrouw Marietje Meijer leidde de bevalling en deed aangifte van de geboorte van de kleine Abraham.

Abraham Johannes van Straaten

Na het overlijden van zijn moeder in 1883 hertrouwde de vader van Abraham met de van Noorse origine Andrea Petronella Antonetta Christensen, bij wie hij nog een zoon verwekte, die de naam Andreas kreeg. Toen Abraham net aan 10 jaar oud was kon of wilde zijn stiefmoeder niet meer zorgen voor hem en zijn 14-jarig zusje Jansje Catharina Allegonda en zijn broertje Thomas Johannes van 12 jaar. Daarom werd op 11 mei 1890 op last van de kantonrechter in Amsterdam en op verzoek van hun beëdigd voogd oom Nicolaas de Voogd een aanvraag ingediend voor plaatsing van de kinderen in het hervormde Diaconie Weeshuis aan de Amstel. Daarvoor moest hij wel schriftelijk aantonen, dat de kinderen hervormd waren gedoopt. Abraham was in de Amsterdamse Oude Kerk gedoopt en uit Rotterdam kwam de bevestiging bij attestatie, dat de kinderen hervormd waren Halfbroertje Andreas bleef bij zijn moeder.

Aanvrage voor plaatsing in het Daconie Weeshuis

Eind mei 1890 ging de vergadering van Diakenen van het weeshuis akkoord met de plaatsing van de drie kinderen. Toen de kinderen op 29 mei 1890 hun intrek namen in het weeshuis legde de boekhouder van het weeshuis hun persoonlijke bezittingen nauwkeurig vast. De waarde van hun bezittingen was voor elk kind fl. 1297,37, zijnde een legaat van fl. 912,50 van ene Johannes Dollée en een legaat van fl. 100,00 van ene Hansz Heinrich Wilhelm Maesz. De rest van hun bezittingen werd gevormd door de nalatenschap van hun ouders.

Uit de Bijzondere registers van de Gemeente Amsterdam is op te maken, dat Abraham het Diaconie Weeshuis in 1893 de rug toekeerde en zijn intrek nam in de Martha Stichting in Alphen a/d Rijn. In 1903 stond hij geregistreerd als varensgezel en was hij woonachtig in Aarlanderveen. 

Helena Wilhelmina Kennedy

In 1908 keerde Abraham terug naar Amsterdam, waar hij ging wonen in de Von Zesenstraat. Op 15 oktober van dat jaar trouwde hij met Helena Wilhelmina (Helena)Kennedy, een dochter van Jan Willem Kennedy en Antoinette Josephine Bonel. Bij het burgerlijk huwelijk van Abraham en Helena waren Thomas Johannes van Straaten, de broer van Abraham, Mattheus Johannes Casparus Albers, Carel Willem Lier en Hendrik Stigter de getuigen.

Helena kwam ter wereld in Den Helder op 10 augustus 1886. In het huis aan de Von Zesenstraat van Abraham en Helena woonden na 1927, toen ze na enkele omzwervingen weer in Amsterdam waren teruggekeerd, ook de moeder en een broer van Helena en ook Jacoba Gerarda Spits van 20 november 1893. Deze Jacoba Gerarda Spits zou later nog een belangrijke rol spelen in het leven van Abraham.

Abraham was als zeeman weinig thuis. Bij de K.N.S.M. klom hij langzaam maar zeker op tot hoofdwerktuigkundige in 1936. Binnen de familie ging het verhaal, dat hij liever op zee zat dan thuis. En ook, dat hij het met de huwelijkse trouw in de vele vreemde havens niet zo nauw nam.

Op 8 maart 1913 beviel Helena van hun enig kind, een zoon, die ze vernoemden naar zijn vader, Abraham Johannes. De jongen kreeg de roepnaam Jo en werd later mijn schoonvader. Vader Abraham bekommerde zich niet zo om zijn zoon, en het was dan ook niet verwonderlijk, dat die al op jonge leeftijd het ouderlijk huis verliet, zeker nadat zijn moeder op 44-jarige leeftijd overleed op 20 mei 1931.  Haar stoffelijke resten werden begraven in het familiegraf op de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Kruislaan. Jo zorgde vanaf toen voor zichzelf en vermeed het contact met zijn vader zo veel mogelijk.

Anderhalf jaar later gaf Abraham op het Gemeentehuis van Amsterdam zijn ja-woord aan de al genoemde Jacoba Gerarda (Jacoba) Spits, die 14 jaar jonger was dan hijzelf. Bij dit huwelijk waren broer Thomas Johannes van Straaten en schoonzus Hendrika Elisabeth Brons de getuigen. Jacoba werd in Amsterdam geboren, zij was een dochter van Jacobus Spits en Jeanette Maria Jacoba Gerarda Pisart.

Ik neem aan, dat eind jaren dertig Abraham belangstelling begon te krijgen voor het nationaalsocialisme. Bij de K.N.S.M. bereikte hij de pensioengerechtigde leeftijd. Op 25 oktober 1938 verhuisden Abraham en Jacoba van Amsterdam naar Castricum. Daar werd Abraham, als NSB’er, ambtenaar van distributie (van voedsel). Die functie oefende hij uit tot zijn dood op 15 januari 1944.

Overlijdensadvertentie Abraham Johannes van Straaten

Zijn echtgenote en zoon lieten, keurig netjes, in de krant een rouwadvertentie plaatsen, waarop vermeld stond, dat Abraham begraven zou worden op de Algemene Begraafplaats in Castricum op 19 januari 1944 om 15.00 uur. Tijdens de korte afscheidsplechtigheid lag de vlag van de NSB over de kist met de stoffelijke resten van Abraham. Zijn zoon Jo het voerde kort het woord en zei:

“Toch zal Nederland herrijzen.”

Daarna verlieten Jo en zijn vrouw de teraardebestelling van vader Abraham. Een duidelijk statement.

 

Tiel, 6 mei 2021

 


 


 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten