Diamantslijper
De Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond (ANDB) werd opgericht in 1894 en was in Nederland de eerste vakbond. De bond was ontstaan na een staking in 1894, omdat de lonen van de werkers in de diamantindustrie sterk achterbleven bij de toen steeds groeiende vraag naar bewerkte diamanten, waardoor de prijzen sterk opliepen. Een jaar later hielp de ANDB de Antwerpse diamantbewerkers bij de oprichting van een eigen bond..
De machtige ANDB hield een uitvoerige ledenadministratie bij, waardoor het tegenwoordig mogelijk is veel over de leden van de bond te weten te komen. Op 21 augustus 1907 begon Meijer Swaab als leerling-diamantbewerker bij de firma Asscher in de Diamantstraat in Amsterdam. Zijn leermeester was D. van Buuren. Door het afleggen van het betreffende examen voor de Examencommissie eindigde voor Meijer zijn leertijd op 19 april 1910. Een maand eerder had de bond nog bepaald, dat Meijer nog vier weken op de vakschool moest blijven om het vak van diamantslijper helemaal onder de knie te krijgen. De ANDB schreef Meijer in onder nummer 4389 als lid van vakgroep 2, de briljantslijpersknechten, op 20 augustus 1910.
Meijer Swaab |
Meijer Swaab kwam op 3 september 1892 in Amsterdam ter wereld. Hij was de oudste zoon van Samuel Swaab (1860-1928) en Rebecca Roosnek (1867-1906). Voor de geboorte van Meijer had zijn moeder al het leven geschonken aan twee dochters, van wie de oudste al na een maand overleed. Na Meijer kregen Samuel en Rebecca nog zes kinderen. Na het overlijden van Rebecca in 1906 hertrouwde Samuel Swaab in 1920 met Johanna Paulina de Bakker, bij wie hij nog drie kinderen verwekte, twee dochters en een zoon. Drie broers van Meijer kwamen om in de gaskamers van Sobibor en Auschwitz.
Door als leerling in de diamantindustrie te gaan werken trad Meijer in de voetsporen van zijn vader, die de kost verdiende als diamantslijper. In oktober 1911 werd jongeman Meijer gekeurd voor militaire dienst. Hij had een lengte van 1.73 m. Hij werd aanvankelijk goedgekeurd, maar in november 1911 weer afgewezen. Toch moest hij op 18 maart 1913 opkomen bij het 7e Regiment Infanterie. Een maand later, echter, werd hij definitief uit de dienst ontslagen vanwege lichamelijke gebreken.
Op 25 juli 1914 schreef de ANDB Meijer weer uit als lid omdat hij naar Antwerpen ging om zich daar verder in het vak te bekwamen en omdat hij voortdurend achterstand had met het betalen van zijn contributie. In de daarop volgende jaren meldde Meijer zich steeds weer aan als lid van de bond na diverse verblijven in Antwerpen en na verschillende royementen vanwege wanbetaling van de contributie. Na 1923 staan er geen buitenlandse verblijven of royementen van Meijer meer geregistreerd. Hij was kennelijk zijn wilde haren kwijt en zat beter bij kas. In die onrustige jaren heeft Meijer op zes verschillende adressen in Amsterdam gewoond, onder meer op de Linnaeusparkweg 19 hs., waar hij van 1921-1923 bij zijn broer Hijman woonde.
Rebecca Lever |
Meijer was al 32 jaar, toen hij in Amsterdam op 26 maart 1925in het huwelijk trad met de 20-jarige Rebecca Lever. Rebecca, die geboren werd op 5 maart 1905, was een dochter van Meijer Lever en Jetje van Kollem. De ouders van Rebecca zijn voor de oorlog overleden. Totdat ze zich in 1930 definitief in de Paardekraalstraat 12 eenhoog in de Transvaalbuurt in Amsterdam, bij de ouders van Rebecca, vestigden, woonden Meijer en Rebecca nog in de Weesperstraat, waar oudste zoon Louis geboren werd op 24 augustus 1925, en op de Hoofdweg, waar tweede zoon Samuel op 16 juni 1929 ter wereld kwam. Derde zoon Aron zag het eerste levenslicht op 26 juni 1931 in de woning aan de Paardekraalstraat.
Toen de Duitsers in mei 1940 ons land binnenvielen, brak voor het gezin van Meijer en Rebecca een dramatische tijd aan. In april 1941 deed Meijer bij de politie aangifte van de diefstal van zijn herenfiets, die op 4 april tussen 16.15 uur en 17.00 uur ontvreemd was bij café De Ysbreeker aan de Weesperzijde. Het is zeer aannemelijk, dat Meijer na het werk met enkele collega’s een afzakkertje ging halen in De Ysbreeker.
In de zomer van 1942 sloeg het noodlot echt toe, toen de Duitsers oudste zoon Louis oppakten. Op 27 juli van dat jaar ging de 16-jarige jongen op transport naar Auschwitz. Daar werd hij op 14 augustus 1942 vermoord.
Kaart Joodse Raad van Meijer Swaab |
Ondanks zijn verzoek om “gesperrt” (voorlopig vrijgesteld van deportatie vanwege zijn beroep) te worden namen de Duitsers Meijer en zijn gezin begin juni 1943 gevangen. Via de Hollandse Schouwburg kwamen Meijer, echtgenote Rebecca en zonen Samuel en Aron op 20 juni 1943 in Westerbork terecht in barak 67. Twee weken later werd het gezin van Meijer Swaab op 6 juli 1943 met het 17e transport vanuit Westerbork afgevoerd naar Sobibor. Direct na aankomst vonden ze de dood in de gaskamers van Sobibor op 9 juni 1943.
Weer een heel gezin met jonge kinderen vermoord, alleen omdat ze Joods waren, zoals zovelen. Meijer, Rebecca, Louis, Samuel en Aron Swaab dienen wij te blijven herdenken. Hun levensverhalen moeten verteld blijven worden om te voorkomen, dat de geschiedenis zich zal herhalen, niet alleen in ons land, maar overal ter wereld.
Tiel, 4 mei 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten