Transport XX
In Nederland is over het algemeen weinig bekend over het verzet in Belgiƫ tegen de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toch is dat er wel degelijk geweest. Sterker nog, het Belgische verzet heeft een vrijwel unieke actie uitgevoerd om de deportatie van Joden vanuit Mechelen naar het Oosten te voorkomen. In Polen is een keer ongeveer hetzelfde gebeurd.
In Mechelen was in de Dossinkazerne een doorgangskamp van de SS (Samellager) gevestigd, vergelijkbaar met Westerbork in Nederland. Vanuit Mechelen vertrokken in de periode augustus 1942 tot juli 1944 26 transporten richting de vernietigingskampen als Auschwitz-Birkenau. In totaal zijn 25.257 mensen op transport gesteld, van hen hebben 1222 personen (= 4,8%) de gruwelijkheden van de kampen overleefd. Ik vertelde daarover in Genealogisch blog 504 van 23 januari 2021.
Tot aan het twintigste transport bestonden de treinen, die naar het Oosten gingen, uit normale derdeklaswagons. Dat had tot gevolg, dat veel gedeporteerden tijdens de reis via de ramen konden ontsnappen. Daarom hadden de Duitsers besloten voor het twintigste transport veewagons te gebruiken, waarvan de deuren aan de buitenkant vergrendeld waren met prikkeldraad.
Youra Livchitz in 1943 |
Met het twintigste transport, dat op 19 april 1943 uit Mechelen vertrok, werden met 1631 personen uitzonderlijk veel Joden afgevoerd naar Auschwitz. De trein was vergezeld van een commando van de Sicherheitspolizei, dat bestond uit een officier en vijftien manschappen, omdat bij het vorige transport verschillende mensen ontsnapt waren door uit de ramen te klimmen.
Tussen Mechelen en Leuven bij Boortmeerbeek dwongen drie voormalige klasgenoten van het atheneum de trein van het twintigste transport te stoppen. Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon gebruikten daarvoor slechts een pistool, een stormlamp en een stuk rood papier.
De gebruikte stormlamp en pistool |
Door de actie van de drie voormalige klasgenoten lukte het 231 Joden uit de trein te ontsnappen. Van hen werden 90 gedeporteerden direct weer door de Duitsers opgepakt en met de volgende trein op transport naar Auschwitz gezet. Doordat de Duitsers direct op de ontsnapten begonnen te schieten vonden 26 personen direct de dood of overleden korte tijd later aan hun verwondingen. 115 personen slaagden erin uit de handen van de Duitsers te blijven. De machinist van de trein, die op de hoogte was van het feit, dat mensen wilden proberen uit de trein te ontsnappen, deed er alles aan om hun vlucht mogelijk te maken.
Transportlijst 20e Transport Mechelen-Auschwitz |
Op 22 april 1943 kwam de trein alsnog aan in Auschwitz. 1031 gedeporteerden werden direct na aankomst vergast. 521 personen kregen uitstel van executie en moesten voor de Duitsers slavenarbeid verrichten. Slechts 150 personen zouden de oorlog overleven, onder wie acht kinderen.
De Duitsers arresteerden Livchitz en zijn broer Alexander na verraad op 23 juni 1943. Beiden werden ter dood veroordeeld en gefusilleerd op resp. 17 en 10 februari 1943. De andere twee vrienden overleefden de oorlog. Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van het 20e transport van Mechelen naar Auschwitz en de verzetsactie werd in 2005 op het station van Boortmeerbeek een monument onthuld. De laatste zes treinen vanuit Mechelen naar Auschwitz waren voorzien van zware militaire bewaking.
Monument op het station van Boortmeerbeek |
Onder de ontsnapten uit de trein van Konvooi XX, zoals de Belgen zeggen, bevond zich de 22-jarige Samuel Swaab. Hij had geen geluk en werd vrijwel direct getroffen door een Duitse kogel. Of hij meteen overleed of enige tijd later aan zijn verwondingen is niet duidelijk.
Samuel Swaab kwam op 10 januari 1921 ter wereld als zoon van artiest Machiel Swaab, over wie ik verhaalde in Genealogisch blog 465 van 19 juli 2020, en Duifje Brilleslijper, die in Amsterdam geboren werd op 27 augustus 1894. Machiel en Duifje gaven elkaar het ja-woord op 11 maart 1920. Hun huwelijk hield stand tot maart 1940, toen het paar scheidde. Samuel bleef bij zijn moeder, die al vrij spoedig na de scheiding trouwde met Jan Petersen, die woonde in de Quellijnstraat op nummer 105 op tweehoog.
Archiefkaart Amsterdam van Duifje Brilleslijper |
Jan Petersen, de stiefvader van Samuel Swaab, kwam ter wereld op 10 januari 1893. Zijn ouders waren Frederik Hendrik Petersen en Maria Dame.
Samuel Swaab was van beroep machinebankwerker. Hij trouwde op 28 januari 1942 met de Poolse Ejdla Edelszstein. Ejdla zag het eerste levenslicht in Warschau op 5 januari 1923. Haar ouders waren Mordechai Joseph Edelsztein en Rywka Gitl Nortman. Samuel en Ejdla gingen wonen in de Manegestraat op nummer 10 eenhoog. Ze waren Poolse vluchtelingen.
Ik heb jammer genoeg niet kunnen achterhalen waarom en hoe Samuel in de Dossinkazerne in Mechelen terecht is gekomen. Ik vermoed, dat de grond onder zijn voeten in Amsterdam te heet werd en dat hij onderdook in Belgiƫ. De Duitsers namen hem echter toch gevangen en zetten hem achter slot en grendel in de Dossinkazerne in Mechelen. De treinreis van 19 april 1943 werd zijn laatste reis.
Manuels echtgenote Ejdla Edelsztein overleefde de oorlog. Het is een raadsel hoe ze dat als Poolse Jodin voor elkaar gekregen heeft. Na de oorlog leerde Ejdla Lion Wolff kennen en trouwde met haar op 26 juni 1946. Lion Wolff diende zich in Oberhausen aan op 1 juni 1906 bij Meijer Wolff en Henriƫtta Philips. Hij was eerder, t.w. op 15 april 1942, getrouwd met de 21-jarige Femma Snoek, die op 25 april 1946 weer van Lion scheidde. Lion Wolff overleed in 1963. Wanneer Ejdla Edelsztein is gestorven is mij niet bekend.
Tiel, 19 mei 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten