Praatje zonder plaatje
Tot mijn spijt kan ik dit Genealogisch blog niet verrijken met een illustratie, domweg omdat ik geen enkele illustratie heb kunnen van of over de hoofdpersonen van dit “praatje”. Toch hoop ik met mijn woorden de lezer zo te boeien, dat die een plaatje niet mist.
Hijman Samuel (Hijman) Swaab werd in Amsterdam geboren op 8 november 1822. Hij was het oudste kind van Samuel Hijman (Samuel) Swaab (1772-1845) en Roosje Abraham Godschalk (1797-1851) uit Hoogeveen. Voordat vader Samuel in 1820 in het huwelijk trad met Roosje Godschalk, was hij getrouwd geweest met Betje Abraham Stolk van 1790. Samuel en Betje gaven elkaar hun ja-woord in Amsterdam op 30 januari 1814. Betje was een dochter van Abraham Meijer Stok en Judic Abraham.
Het paar was al vier jaar getrouwd, toen Betje eindelijk zwanger raakte, en nog wel van een tweeling. Bij de geboorte van de tweeling op 5 september 1818 sloeg het noodlot, echter, keihard toe. Een van de twee jongetjes kwam levenloos ter wereld, de andere, die de naam Hijman Samuel kreeg, leefde slechts 6 dagen en overleed op 11 september 1818. Moeder Betje lag nog in het kraambed, toen zij ook haar laatste adem uitblies op 28 september 1818. Ze bereikte de leeftijd van slechts 28 jaar.
Het kostte Samuel twee jaar om over deze klap heen te komen. Hij vond een nieuwe liefde in de persoon van Roosje Abraham Godschalk. Het paar beloofde elkaar eeuwige trouw in Amsterdam op 27 september 1820. Roosje was een dochter van Jacob Godschalk van Zuiden en Sara Meijers. Roosje werd geboren in 1797.
Roosje en koopman Samuel kregen hun eerste kind op 8 november 1822. Dat was een jongen, die ze, geheel volgens de traditie, de naam gaven van hun eerder overleden kind van hetzelfde geslacht. De nieuwe wereldburger kreeg daarom de naam Hijman Samuel, waarmee hij vernoemd werd naar zijn grootvader van vaderszijde.
In 1840 moest jongeman Hijman Samuel Swaab gekeurd worden voor de militaire dienst. De keuring was gauw gedaan, want Hijman werd afgekeurd omdat hij zo klein was. Hijman woonde in die jaren bij zijn ouders in Amsterdam in de Batavierenstraat op nummer 99 boven. In het begin van 1851 stond hij ingeschreven op het adres Joden Houttuinen 24. Hij was toen nog net vrijgezel. Vermoedelijk kende hij toen zijn latere vrouw Schoontje Levie Tobias al. Schoontje kwam ter wereld op 9 december 1826. Zij was een dochter van Levie Tobias en Naatje Meijer Tellinghuis. Hijman en Schoontje gaven elkaar hun ja-woord op 1 oktober 1851. Schoontje verdiende voor haar huwelijk met Hijman haar brood als dienstbode.
Al gauw werd hun eerste kind geboren. Dochter Roosje diende zich aan op 6 april 1852. Helaas overleed de kleine meid al na 9 dagen. In hetzelfde jaar stopte Hijman als koopman/venter en ging hij aan de slag als los werkman, vrijwel zeker in de Amsterdamse haven.
Op 1 december 1853 werd tweede dochter Naatje geboren. Zij trouwde op 31 januari 1884 met de kapper Salomon Louis Leefson. Salomon kwam ter wereld in Haarlem in 1858. Het paar kreeg twee dochters. Naatje overleed op 18 januari 1919. Twee dagen later werden haar stoffelijke resten in Diemen ter aarde besteld. Salomon stierf op 3 maart 1924 in Apeldoorn in de psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch.
Het derde kind van Hijman en Schoontje was ook weer een dochter, die de naam Roosje kreeg naar haar grootmoeder van vaderszijde. Zij werd geboren op 1 november 1857. Roosje was 28 jaar, toen zij op 11 augustus 1886 in het huwelijksbootje stapte met diamantslijper Abraham Juda Polak. Abraham was een zoon van Juda Abraham: Polak en Beletje Samuel Wittenburg, hij kwam ter wereld op 23 september 1851. Roosje werd moeder van elf kinderen. Zij overleed op 24 oktober 1936 op 78-jarige leeftijd. Wanneer er een einde kwam aan het leven van echtgenoot Abraham is mij niet bekend.
Zoon Samuel van 19 oktober 1860 was het vierde kind van Hijman Swaab en Schoontje Tobias. Samuel werd van beroep diamantslijper. Samuel trouwde twee keer. Eerst met de 21-jarige Rebecca Roosnek, geboren op 21 juni 1867, op 3 januari 1889 en na haar overlijden in 1906, hij was toen 59 jaar oud, met de 24-jarige katholieke Johanna Paulina de Bakker van 18 april 1896. Rebecca werd begraven op 6 december 1906 op de Joods Begraafplaats Zeeburg in Amsterdam
Tweede echtgenote van Samuel, Johanna Paulina, werd in Sloten geboren als dochter van Jozephus de Bakker en Catharina Siemensma. Bij zijn eerste vrouw verwekte Samuel negen kinderen. Uit zijn tweede huwelijk kwamen nog drie kinderen voort. Samuel was 67 jaar oud, toen hij in Amsterdam overleed op 7 juni 1928. Drie dagen later werd hij in Diemen begraven.
Op 15 maart 1863 baarde moeder Schoontje haar vijfde kind., een zoon, die de naam Levie kreeg. Levie was nog maar 19 jaar oud, toen hij op 26 oktober 1862 in het huwelijk trad met de 18-jarige Mietje Appel. Mietje was een dochter van Barend Abraham Appel en Esther Mozes Singer. Zij werd geboren op 5 april 1864. Levie en Mietje kregen vijf kinderen, voordat Levie op 20 februari 1892 overleed. Hij was toen pas 28 jaar. Na de dood van Levie is Mietje, die overleed op 10 februari 1941, hertrouwd met ene Joseph Toff.
Het zesde en jongste kind van Hijman Swaab en Schoontje Tobias was dochter Duifje van 3 juni 1866. Over haar is mij vrijwel niets bekend. Ze overleed op 41-jarige leeftijd op 23 oktober 1907.
In 1855 verhuisde Hijman met zijn gezin van de Joden Houttuinen naar de Markenstraat in Amsterdam. In 1903 volgde weer een verhuizing, nu naar het Waterlooplein. In 1882 was Hijman blijkbaar lichamelijk zo versleten, dat hij niet langer in de haven kon werken. Hij verhuurde zich vanaf dat moment als boodschappenloper, hij deed voor andere mensen tegen betaling de boodschappen.
Hijman Samuel Swaab overleed op 26 april 1903. Hij was toen 80 jaar oud.. Schoontje overleefde haar echtgenoot bijna vier jaar. Aan haar leven kwam een einde op 25 februari 1907. Ook zij bereikte de leeftijd van 80 jaar.
Tiel, 14 juli 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten