Samuel Swaab
Op 28 januari 1892 werd in Amsterdam Samuel Swaab geboren. Hij was voor zover bekend, de enige zoon van Jesaia Swaab (1865-1919) en Jetje Velt (1869-1943), die in 1897 in Zaandam waren getrouwd. De jeugd van Samuel zal redelijk normaal verlopen zijn.
Op 21 oktober 1911 moest Samuel gekeurd worden voor de militaire dienst. Toen kwam vast te staan, dat zijn lengte 1.61 m. bedroeg. Samuel heeft gediend bij de infanterie. Destijds was hij van beroep diamantbewerker.
Samuel kreeg verkering met de twee jaar oudere Esther Pimentel, die een dochter was van Gerrit Pimentel en Johanna Outs. Samuel en Esther traden op 23 juli 1918 in Amsterdam in het huwelijk. Op het Amsterdamse Stadhuis waren Isaac Pimentel, de broer van Esther, en Israƫl Jacob Swaab, een oom van Samuel, de getuigen. Bijzonder was, dat de moeder van Esther de huwelijksakte niet kon ondertekenen, daar zij nagenoeg blind was.
Huwelijksakte Swaab x Pimentel |
Lang heeft het huwelijk tussen Samuel en Esther niet stand gehouden. Op 22 augustus 1922 legde een ambtenaar van de Burgerlijke Stand hun scheiding officieel vast in het huwelijksregister. Samuel hertrouwde in ’s Gravenhage op 6 juni 1923 met de Engelse Ethel Louise Hosting of Hosking, een dochter van aannemer Richard Sidney Hosting en Betty Facey. Bij de sluiting van dat huwelijk waren eerdergenoemde Isaac Pimentel en Emanuel Lasman de getuigen. Ethel kwam ter wereld in Backfastleigh in Engeland op 29 april 1895. Uit het huwelijk van Samuel en Ethel is in 1925 dochter Jacqueline Louise Swaab voortgekomen. Wanneer Ethel is overleden is mij niet bekend, ik heb het niet kunnen vinden op het Internet.
Na het mislukken van haar huwelijk met Samuel Swaab vond Esther Pimentel het geluk weer bij David Leendert van Rooij. David was een zoon van Leendert van Rooij en Esther Hamburger. Voor Esther duurde ook dit huwelijk niet lang. David overleed op 43-jarige leeftijd op 30 april 1931.
Vervolgens vond Esther het geluk bij Jacob Mot, een zoon van Mozes Mot en Sientje Brandon. Jacob was van 28 februari 1893 en hij was weduwnaar van Rachel Augurkiesman, met wie hij in het huwelijk trad in 1916 in Renkum en met wie zij drie kinderen (een zoon en twee dochters) kreeg, van wie de oudste al op 5-jarige leeftijd overleden was.
Esther Pimentel en Jacob Mot gaven elkaar het ja-woord in het Stadhuis van Amsterdam op 4 februari 1942. Op dezelfde dag arresteerden de nazi’s het koppel. Jacob arriveerde op 22 april 1943 in Westerbork en werd ondergebracht in barak 66. Esther kwam pas op 15 mei aan in Westerbork. Voor drie dagen vond zijn onderdak in barak 60, want op 18 mei 1943 ging zij, samen met echtgenoot Jacob, op transport naar Sobibor. Het transport naar Sobibor van 18 mei 1943 bestond uit 2503 gevangenen. Onder hen bevonden zich ook Maria Polak-Swaab (1878-1943) en Eva Borstel-Swaab (1915-1943), verre familieleden van Samuel Swaab. In Sobibor werden Esther en Jacob drie dagen later vermoord door de nazi’s.
Kampkaart Jacob Mot |
Keren we terug naar Samuel Swaab. Hij heeft met zijn vrouw Ethel in 1939 in Brussel gewoond. Hij verdiende de kost als vertegenwoordiger. Terug in Amsterdam in maart 1939 was het blijkbaar voor het paar onmogelijk om in de hoofdstad een geschikte woning te vinden. Ze hebben toen een tijdje in een woonwagen aan de Ouddiemerlaan in Diemen bivak gehouden, voordat ze in 1940 verhuisden naar de Prinsengracht en in juni 1942 naar het Krugerplein in Amsterdam-Oost en vervolgens naar de Krugerstraat.
Het moet in het begin van de Tweede Wereldoorlog voor Samuel heel moeilijk geweest zijn het hoofd boven water te houden. Hij kwam in aanraking met de politie. Op 6 september 1940 deed taxichauffeur Theodorus Anthonius Groeneveld bij de politie aangifte tegen hem. Samuel had in de taxi van Groeneveld verschillende adressen in Amsterdam bezocht. Op het laatste adres in de Van Woustraat verliet Samuel de taxi om, naar zijn zeggen, geld te halen om Groeneveld te betalen. Alleen is Samuel nooit bij de taxi teruggekomen, hij verdween spoorloos.
Het politierapport van die dag vermeld verder, dat Samuel later die dag is aangehouden en in een politiecel op het Bureau Stadhouderskade werd opgesloten omdat hij ook verdacht werd van verduistering van sierraden. Hoe het verder met hem is afgelopen is mij niet bekend.
Politierapport 6 september 1940 |
Op de een of andere manier is Samuel Swaab de laatste jaren van de oorlog door gekomen. De Duitsers hebben hem in ieder geval met rust gelaten. De bevrijding, echter, heeft hij niet gehaald.
Kaart Joodse Raad van Samuel Swaab |
Volgens een mededeling van na de oorlog (1947) van het Amsterdamse Bevolkingsregister op de kaart van Samuel Swaab bij de Joodse Raad is hij in Amsterdam overleden op 17 januari 1945.
Tiel, 30 december 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten