Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zondag 26 december 2021

Genealogisch blog 595

Gevangene 2669

Het kan niet anders of Joseph Walvisch van 14 februari 1863 was wat je noemt een vrije jongen. Een handeltje hier, een paar centen daar. Een jongen van de straat, die net binnen of net buiten de geldende regels opereerde. Van gezag moest hij niet al te veel hebben, dat was alleen maar lastig en beperkte hem in zijn bewegingsvrijheid. Maar soms was het gezag net even sterker, dan had hij domme pech. Zo ging dat in de 19e eeuw in de Amsterdamse volkswijken.

Joseph was het zesde kind van Mozes Joseph Walvisch (geb. in 1824) en Mirjam Baruch (1826-1917). Na Joseph werden nog vier meisjes geboren van wie de eerste overleed na vijf maanden. Van de kinderen boven Joseph waren er al twee op jonge leeftijd overleden. Zusje Rachel werd maar twee maanden oud en broertje Joseph haalde net de twee jaar. Vader Mozes Joseph verhuurde zich als los werkman in de haven van de hoofdstad.

Joseph Walvisch

Joseph kreeg al op vrij jonge leeftijd in de Valkenburgerstraat in een van de armste buurten van Amsterdam te maken met de wetten van de straat. De van hem bekende signalementen geven aan, dat hij op zijn voorhoofd een litteken had van een snijwond, waarschijnlijk opgelopen tijdens een partijtje matten in zijn jonge jaren, want in de registratie van zijn keuring voor militaire dienst in 1883 werd al melding gemaakt van het litteken. Door die keuring voor militaire dienst is bekend hoe Joseph eruit gezien moet hebben. Hij had een lengte van 1.62 m. Zijn gezicht was ovaal met een laag voorhoofd. Hij had een gewone mond en een brede kin. Haar en wenkbrauwen waren zwart, maar dun. Hij kreeg vrijstelling van militaire dienst door broederdienst.  

Joseph zal een jaar of twintig zijn geweest, toen hij verkering kraag met Heintje Muijs, die al vrij snel zwanger van hem raakte. Hun eerste kind, een dochter, kwam ter wereld op 13 december 1883. Zo’n anderhalf jaar later vond het huwelijk plaats van Joseph en Heintje, en wel op 29 juli 1885. Ze erkenden toen dochter Aaltje als hun wettelijk kind. Bij het huwelijk van Joseph en Heintje op het Amsterdamse Stadhuis waren Jacob Presser, Jacob Rijxman, David Wittenburg en zwager Meijer Lap de getuigen. Bij deze plechtigheid verklaarden de moeder van Heintje, de ouders van Joseph en getuige Meijer Lap niet te kunnen schrijven. Zij ondertekenden de huwelijksakte dan ook niet.

Heintje Muijs

Joseph en Heintje waren toch wel vrome mensen, want op 5 mei 1886 werd hun huwelijk ingezegend in een van de synagogen in de Rapenburgerstraat in Amsterdam. Heintje was een dochter van Salomon Muijs en Aaltje Schuit of Schuitevoerder, zij werd geboren in de hoofdstad op 22 oktober 1863.

In de jaren na de sluiting van haar huwelijk baarde Heintje nog zeven kinderen, van wie twee zonen, die beiden de naam Mozes kregen, niet ouder werden dan drie jaar. Van de kinderen, die in leven bleven, zijn er vijf in 1943 vermoord in de concentratiekampen, terwijl zoon Salomon van 1888 al in 1918 overleed. Van hun 16 kleinkinderen hebben slechts twee de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog overleefd.

Dat Joseph in die tijd de verantwoording had voor een groot gezin, betekende nog niet, dat hij al zijn streken als vrije jongen kwijt was. Eind 1905 heeft hij een tijdje in Haarlem moeten brommen voor heling. Toen hij vastgezet werd kreeg hij als gevangene nummer 2669. Ook toen werd zijn signalement vastgelegd, mocht hij ooit nog eens… maar dat gebeurde niet meer, voor zover bekend.

Gevangeniskaart Joseph Walvisch

Joseph kwam op 4 februari 1906 weer op vrije voeten. In 1910 was hij een van de getuigen bij het eerste huwelijk van zijn neef Mozes Walvisch (1886-1930) met Klara Ketellapper.

Per 1 december 1922 kreeg hij van de Gemeente Amsterdam vergunning om met ongeregelde goederen op dinsdag, woensdag, donderdag en zaterdag op de markt aan de andere (noord) kant van het IJ te staan. In 1924 diende hij bij de Gemeente Amsterdam weer een verzoek in voor een marktvergunning. Hij kreeg op 31 maart 1924 vergunning om op maandag met manufacturen te staan op de markt in de Westerstraat. Hij woonde destijds met zijn gezin in de Conradstraat op nummer 136. Heintje kon ook gebruikmaken van de nieuwe marktvergunning van haar man.

Op de beide marktkaarten van Joseph Walvisch staan een paar fouten. De verkeerde schrijfwijze van zijn adres werd hersteld met enkele doorhalingen. Maar ook zijn geboortedatum was verkeerd genoteerd. Joseph is niet op 14 februari 1864 geboren maar op 14 februari 1863, wat bevestigd wordt door andere gegevens over hem in het Gemeentelijk Archief van Amsterdam.

Marktvergunning Joseph Walvisch en Heintje Muijs

Half mei 1928 kregen Joseph en Heintje van het Marktwezen in Amsterdam een waarschuwing. Ze mochten niet meer met hun marktkraam over de tramrails staan. De tram moest er wel doorkunnen. Begin november 1928 gingen de zaken blijkbaar niet meer zo goed met de handel van Joseph en Heintje. Ze kregen van de Gemeente de waarschuwing het achterstallige marktgeld te betalen. Toen ze dat op 12 november nog niet gedaan hadden, zag de Gemeente zich genoodzaakt hun marktvergunning in te trekken.

Misschien was het kwijtraken van zijn marktvergunning voor Joseph het teken om met pensioen te gaan. Hij had inmiddels de leeftijd van 65 jaar bereikt. Mogelijk, zelfs veel waarschijnlijker, had het ook te maken met de gezondheid van Heintje. Die zal niet best geweest zijn, want zij kwam te overlijden op 7 december 1928. Twee dagen later vond de ter aarde bestelling plaats van haar stoffelijke resten op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Weduwnaar Joseph Walvisch verhuisde naar de Makassarstraat in de Indische Buurt van Amsterdam, waar ook zijn zoon Samuel (geb. 23 maart 1894) met zijn vrouw Sientje Mok en hun vijf kinderen woonde. Samuel verdiende de kost als havenarbeider

Aan het leven van Joseph Walvisch kwam een einde op 14 november 1934, hij was toen 71 jaar oud. Zijn lichaam vond twee dagen later, ook in Diemen, zijn laatste rustplaats.

 

Tiel, 26 december 2021


 


 

 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten