Dirk VI van Holland
Heel diep in de kelders van de kwartierstaat van mijn echtgenote bevinden zich in de kwartieren 33.619.992 en 33.619.993 graaf Dirk VI van Holland en zijn vrouw Sophia van Reineck.
Met deze kwartieren zitten we in de Middeleeuwen in de 12e eeuw. Dat was de tijd, dat adellijke personen in historische en genealogische geschriften vaak met meerdere namen werden aangeduid. Als je niet uitkijkt, zet je zo een en dezelfde persoon twee of misschien wel drie keer in je stamboom of kwartierstaat. Wat is daarvan de oorzaak? Eigenlijk heel simpel, personen uit die tijd werden aangeduid met de naam van de goederen die ze bezaten. Om bij de graven van Holland te blijven: sommigen van hen komen ook voor als graven van Gent of graven van Bentheim. Het is dus altijd zaak naast de naam van een persoon ook over aanvullende gegevens te beschikken om te bepalen of het om een dan wel om meer personen gaat. En dan nog komt een persoon soms voor met twee of meer verschillende namen.
Dirk VI van Holland |
Dirk VI kwam 1114 ter wereld. Zijn vader was Floris II van Holland (1099-1122), die de bijnaam “De Dikke” of “De Vette” had, zijn moeder heette Petronella of Geertruida van Saksen (1082-1144), die ook voorkomt als Geertruida van Opper Lotharingen, het begin van de genoemde verwarring.
Toen zijn vader overleed, was Dirk nog te jong om hem op te volgen en het bestuur van het Graafschap Holland op zich te nemen. Moeder Petronella heeft die taak een tijd voor hem waargenomen. Op het moment, dat Dirk oud genoeg was om het bestuur van het graafschap zelf te doen, had hij daarin kennelijk niet zo veel zin. Dat was voor zijn ambitieuze, jongere broer Floris de Zwarte (115-1133) reden om tegen hem in opstand te komen. In oorkonden tussen 1129 en 1131 werd Floris officieel bestempeld als de graaf van Holland. Zelfs de Koning van het Heilige Roomse Rijk en bisschop Andries van Utrecht erkenden Floris als zodanig. In maart 1131 verzoenden de broers zich en stond Dirk weer officieel te boek als de Graaf van Holland.
Floris de Zwarte |
De goede verstandhouding tussen de beide broers duurde nog geen zes maanden. De opstandige West-Friezen hadden Floris de heerschappij over hun gebied aangeboden. Die accepteerde dat maar wat graag, zeker toen de Kennemers zich ook bij hem aansloten. Een doorn in het oog van Dirk! Een jaar later werd de broedertwist bijgelegd door toedoen van Rooms Koning Lotharius.
Floris kwam vervolgens in conflict met de familie Van Cuyk. De familie wees een huwelijksaanzoek van Floris aan een van de dochters Van Cuyk resoluut van de hand. Voor Floris was dat aanleiding bisschop Andries van Cuyk aan te vallen en Utrecht binnen te trekken. Herman en Godfried van Cuyk kwamen hun broer te hulp. Zij overvielen Floris buiten Utrecht en doodden hem.
Uit wraak, het bloed kroop waar het niet gaan kon, verwoestte Dirk daarop het kasteel van Herman van Cuyk in Lexmond, waarop de gebroeders Van Cuyk de benen namen. De nieuwe koning van het Roomse Rijk, Koenraad III van Hohenstaufen (1093-1152), wist de vrede te herstellen. Andries kon terugkeren als bisschop van Utrecht. Maar Herman moest voortaan Dirk VI erkennen als zijn heer.
Samen met zijn vrouw Sophia van Reineck ging Dirk VI in 1138 op bedevaart naar Jeruzalem. Op de terugweg naar huis bracht het paar een bezoek aan Paus Innocentius II (overleden in 1143). Tijdens dat bezoek droeg Dirk zowel de Abdij van Egmond als die van Rijsburg, die door zijn moeder was gesticht, op aan de paus en onttrok daarmee de beide kloosters aan het gezag van de bisschop van Utrecht.
De bisschop nam daar uiteraard geen genoegen mee en trok tegen Dirk ten strijde. Het antwoord van Dirk kwam in 1146, toen hij de stad belegerde. De bisschop bedacht een list en deed Dirk in de kerkelijke ban. Daarop kwam Dirk tot inkeer, staakte de belegering van Utrecht en vroeg bisschop Hartbert van Bierum (overleden in 1150) geknield, blootshoofds en op blote voeten om vergiffenis. De bisschop was allang blij, dat op deze wijze een einde kwam aan het conflict met Dirk VI van Holland.
Dirk VI vraagt de bisschop van Utrecht om vergiffenis |
Dirk, in onze moderne ogen nog een kind, hij was pas 16 jaar, trouwde in 1125 met 9-jarige (toch ook nog een kind!) Sophia van Reineck, die een dochter was van Otto I van Salm en Geertruid van Northeim. Door het huwelijk kwam het Graafschap Bentheim aan de graven van Holland. Dirk en Sophia kregen tien kinderen. Hun dochters Sophia en Hadewig kozen voor het kloosterleven in Rijsburg. Sophia, de oudste van de twee, schopte het daar tot abdis.
Negentien jaar na het overlijden van haar man, ging Sophia weer op bedevaart naar Jeruzalem. Het zou haar laatste tocht worden. Tijdens haar bedevaart overleed ze in Jeruzalem op 29 september 1176. Ze was toen 56 jaar.
Burcht van Leiden |
Om uitdrukking te geven aan zijn herstelde machtspositie verving Dirk de houten burcht van Leiden, die rond 1100 gebouwd was, door een van steen.
In 1156 loste Dirk een al jaren voortslepend conflict tussen de abdijen van Egmond en Echternach op. De Abdij van Egmond, die in 923 door een voorvader van Dirk was gesticht, kreeg toen de kerkelijke rechten over het Hollandse gebied rond de abdij in plaats van de Abdij van Echternach die door St. Willibrordus (658-739) was gesticht in 698. Dat zinde de Abdij van Echternach natuurlijk helemaal niet. Daarom ondernam de abdij verschillende pogingen het verloren gebied terug te krijgen. In 1063 dacht de bisschop van Utrecht deze kwestie op een slimme manier op te lossen door de kerken in het gebied over beide abdijen te verdelen. Maar daar maakte de Abdij van Egmond bezwaar tegen.
Dirk VI loste het conflict op door de Abdij van Echternach in ruil voor de verloren gegane gebieden gronden op Schouwen te geven en de inkomsten van de Grote Kerk in Vlaardingen. De abt van de Abdij van Egmond. vond de oplossing van Dirk maar helemaal niets en deed Dirk en zijn zoon Floris in de kerkelijke ban.
Een jaar later overleed Dirk in Utrecht op 5 augustus 1157 op 43-jarige leeftijd. Zijn oplossing van het conflict tussen de abdijen van Egmond en Echternach was er de oorzaak van, dat zijn stoffelijke resten niet in de Abdij van Egmond begraven mochten worden. Als abdis van Rijnsburg ontfermde zijn dochter Sophia zich over het lichaam van haar vader en liet dat begraven in haar abdij. Haar moeder zal daar blij mee geweest zijn.
Tiel, 22 maart 2022
Geen opmerkingen:
Een reactie posten