Burgemeester
Omdat Wilhelm Ludwig Werner von
Haeften (1769-1836) als oudste zoon Haus
Erprath in Xanten van zijn vader erfde, moest zijn broer Reinhard Samuel
Christian (1772-1803) volgens de familietraditie zijn heil zoeken als militair
in het Pruisische leger. Hij kwam zodoende in Bayreuth terecht, waar hij
bevriend raakte met de natuurwetenschapper Alexander von
Humboldt (1769-1859), van wie werd gesuggereerd, dat hij homoseksueel was,
omdat hij zijn hele leven vrijgezel bleef, maar wel relaties aanging met onder
meer genoemde Reinhard von Haeften.
Reinhard trad in 1793 in Bayreuth
in het huwelijk met Christina Sabine Elise von Cramon. Hun oudste zoon,
Friedrich Gustav Alexander (1797-1882) was in dienst van de Nederlandse
krijgsmacht en gelegerd te Antwerpen, toen hij aldaar in 1824 in het huwelijk
trad met Johanna Maria Carolina Vermoelen (1797-1871). Het begin van de
Belgisch-Argentijnse tak van de familie. Hun oudste zonen de tweeling August
Franz Joseph (August) en Jules Antoine Joseph werden op 3 maart 1825 in
Antwerpen geboren. August, zelf baron, trouwde op 30 april 1864 met baronnesse Juliette
Josephine Catharine Adrienne (Juliette) Reusens (1835-1903).
August Franz Joseph
von Haeften
|
Juliette was een dochter van graaf
Auguste Pierre Reusens (1811-1879), ridder in de Orde van Leopold, en Josephine
Victoire Antonette Joostens. Zowel de familie Reusens als de familie Joostens
behoorden tot de vooraanstaande, adellijke families uit het Antwerpse. Tussen
de beide families heerste een zekere rivaliteit om aanvaard te worden als de
aristocratische top van Antwerpen. In 1864 was Auguste in het bezit gekomen van
het toenmalige Kasteel Brasschaat met alle daarbij behorende gronden en
gebouwen.
Josephine had een jongere broer,
Armand Constant Marie (Armand), die twee jaar na haar werd geboren. Armand was
een gevoelig mens, rechtschapen, sociaalvoelend. Hij had een grote dosis
idealisme, ruime belangstelling voor kunst en cultuur. Hij is zijn
verantwoordelijkheden nooit uit de weg gegaan. Hij was ook ijdel en niet vreemd
van geldingsdrang, zeker ten opzichte van de familie van zijn moeder. Armand is nooit getrouwd.
Armand Reusens
|
In 1872 koos de gemeenteraad van
Brasschaat Armand met een kleine meerderheid van stemmen tot burgemeester. Hij
woonde toen bij zijn vader op Kasteel Brasschaat, dat hij na de dood van zijn
vader erfde. Hij liet in 1872 het voormalige Kasteel Brasschaat afbreken en een
nieuw kasteel optrekken zonder hofgracht. De omliggende akkers veranderden in
een park met bosaanplanting, dreven, grasvelden en een zeer grote vijver. Een
vijftal sluizen in de Laarsebeek waren nodig voor de waterhuishouding. Door een
erfenis van zijn oom Jan-Frans Joostens beschikte Armand over voldoende
middelen om alle werkzaamheden te bekostigen. Het park werd later nog met een
obelisk, waarvan de top afbrak door een storm in 2012, en een leeuwenzuil
verfraaid, geschenken van een broer van Arnand. In 1897 gaf Armand opdracht het
kasteel verder uit te breiden met twee dwarsvleugels. In 1909 volgde nog een
verbouwing, waardoor het kasteel zijn huidige vorm kreeg.
Kasteel Brasschaat
in 1905
|
Het was de verdienste van Armand,
dat hij kasteel en park openstelde voor alle Brasschatenaren. Maar niet alleen
voor de Brasschatenaren. Als burgemeester was Armand ervan overtuigd, dat hij
het tot dan toe arme Brasschaat welvarend kon maken door de mensen uit de stad
(Antwerpen) te verleiden hun vrije tijd door te brengen in het lommerrijke
Brasschaat tijd of het dorp als buitenverblijf te kiezen. In woorden van die
tijd:
“Waar ontmoet men de edelmoedigheid met
dewelke de Heer Burgemeester een groot gedeelte van zijn prachtig en
uitgestrekt en aantrekkelijk park tot openbare wandelplaats laat gebruiken.
Hetgeen zo talrijk de stedelingen naar onze gemeente lokt, waar zij van hunnen
arbeid komen uitrusten, en velen ook, in de zuivere boslucht hun wankele
gezondheid trachten te herwinnen..”
Brasschaat was sterk verarmd om
drie redenen: door de aanleg van de spoorbaan van Antwerpen naar Nederland viel
veel verkeer over de Bredabaan weg, de Scheldetol was opgeheven, waardoor meer
goederen vanuit de Antwerpse haven naar Nederland vervoerd konden worden en
tenslotte werd Brasschaat zwaar getroffen door de crisis in de landbouw,
waardoor de boeren in de omgeving te maken kregen met scherpe dalingen van de
prijzen voor hun producten.
Om Brasschaat aantrekkelijk te
maken voor stadse mensen werden onder leiding van Armand tal van wegen in en
naar Brasschaat opnieuw ingericht, bestraat en voorzien van een afwatering.
Onder de belangrijke Bredabaan kwam riolering, trottoirs aan beide kanten en
openbare verlichting. Er kwam zelfs langs de Bredabaan een “trapwielerweg”, een
nieuwigheid voor die tijd. Nog vele andere infrastructurele werkzaamheden
vonden plaats, zoals de aanleg van een stoomtramlijn naar Antwerpen, al kostte
het Armand alle moeite de gemeenteraad hiertoe over te halen en lukte dat
tenslotte door de financiële medewerking van Brecht en Wuustwezel.
Armand Reusensplein
|
Op eigen kosten liet Armand, die
in 1893 provincieraadslid werd voor het kanton Ekeren, een nieuwe school
bouwen. In 1897 werd het Godsgasthuis feestelijk geopend en in 1898 startte
Armand de eerste gesprekken over een nieuw stadhuis voor Brasschaat. Het nieuwe
gemeentehuis annex postkantoor, pomphuis en politiebureau kwam in 1903 gereed,
voor Armand te laat.
Op 13 juni 1897 vierde de
bevolking van Brasschaat op grootse wijze het 25-jarig ambtsjubileum van de
burgemeester:
“… den Heere Grave Armand Reusens
opgedragen als herinnering aan zijn 25-jarig jubileumfeest als Burgemeester en
eere-voorzitter der Fanfarenmaatschappij ‘De Vereenigde Vrienden’ te Brasschaat…”
Twee dagen eerder had de
gemeenteraad de beslissing genomen de naam van de Marktplaats te veranderen in
Armand Reusensplein als blijvende herinnering aan en waardering van de burgemeester.
Kon men in het park van Kasteel
Brasschaat terecht voor een wandeling op zondagmiddag, het kasteel zelf stond
altijd open voor alle Brasschatenaren. Zij konden er terecht voor een gunst,
voor hulp, financiële steun of voor de organisatie van een of ander feest.
Vanuit zijn christelijke opvatting van verantwoordelijkheid voor de
noodlijdende medemens deed Armand in 1891 persoonlijk het voorstel aan de
gemeenteraad van Brasschaat om noodlijdende gezinnen een toelage te verlenen
voor de aankoop van 300 kg. aardappelen, en, indien nodig, een kosteloze
begrafenis te verzorgen. Het werk voor de minderbedeelden van de Vincentiusvereniging
steunde hij van harte. In Brasschaat richtte hij de plaatselijke harmonie op,
het zangkoor kon rekenen op zijn financiële steun evenals de plaatselijke
wielervereniging. Voor de Antwerpse havenwerkers richtte Armand de bond ‘Vrede
Sint-Amands’ op.
Borstbeeld van graaf
Armand Reusens
|
Aan het einde van zijn
jubileumjaar trof persoonlijk leed Armand Reusens in hoge mate. Zijn geliefde
zus Marie Joséphine (1843-1879) kwam te overlijden. Zijn eigen gezondheid ging
zienderogen achteruit; vanaf april 1901 woonde Armand de vergaderingen van de
gemeenteraad van Brasschaat niet meer bij. Op 10 mei 1901 schreef hij nog
eigenhandig zijn testament in het Frans. Bijna een halfjaar later blies hij
zijn laatste adem uit.
Overlijdensbericht
Armand Reusens
|
De plechtige uitvaart van Armand
Reusens vond plaats op 22 oktober 1901.
Omringd door talloze aanwezigen werd zijn lichaam bijgezet in de familiekelder
in de kerk van Brasschaat. Voor de open grafkelder beëindigde schepen Leopold
Schevelenbos zijn ontroerende toespraak met de woorden:
“Rust zacht, hier temidden van het lieve
dorp waaraan gij de beste krachten Uws leven wijdet. Rust zacht, temidden van
de bevolking die U zoo innig liefhad en waaraan gij, door Uw treffend
voorbeeld, leerdet hoe vrede tot welstand en geluk geleiden. Vaarwel, graaf Reusens,
vaarwel onvergetelijke burgemeester, vaarwel”.
Drie dagen later vond een tweede
plechtige rouwdienst plaats in de Sint-Jacobskerk in Antwerpen. Al in 1883 had George Reusens
(1840-1891) in Italië het bovenstaande borstbeeld van zijn broer laten maken.
Na het overlijden van Armand schonk de familie het beeld aan het
gemeentebestuur van Brasschaat. In het jaarverslag van het schepencollege van
1901 stond:
“Zijn borstbeeld zal prijken in de
voornaamste zaal van het nieuwe gemeentehuis en zijn aandenken zal eeuwig
voortleven.”
De Antwerpse notaris Deckers
maakte op 19 oktober 1901 het testament van Armand bekend. Zijn totale
nalatenschap bedroeg fr. 1.304.789, waarvan diverse instellingen in Brasschaat
fr. 10.000 of meer ontvingen, de drie kinderen van zijn zus, t.w. Gaston,
Reynold en Oscar von Haeften ontvingen elk fr. 100.000, maar tot aan haar
overlijden behield zus Juliette het vruchtgebruik daarvan. Petekind Frederik
von Haeften ontving fr. 5000 en een ander petekind kreeg fr. 1000, daarnaast
ontving zijn personeel legaten van fr. 100 tot fr. 1000.
Tiel, 18-04-2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten