Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 20 april 2017

Genealogisch blog 185



Archivaris

Over zijn zoon Hans en zijn kleinzoons Hans-Bernd en Werner heb ik in het verleden al geschreven. Thans is het de beurt aan August Friedrich Karl Julius (August) von Haeften, die op12 juli 1832 op Kasteel Erprath bij Xanten werd geboren als tweede zoon van Karl Christian Theodor (1802-1870) en Emilie Freya Franziska Wilhelmi (1808-1862). Op 5-jarige leeftijd verhuisde August met zijn ouders vanuit Xanten in Rijnland-Westfalen naar het Riddergoed Hohenschwarfs in Mecklenburg bij Rostock, dat zijn moeder had geërfd. Na de basisschool ging August in Rostock naar het gymnasium, waar hij één van de beste leerlingen was. Als jongen raakte hij zeer geïnteresseerd in geschiedenis door de vele bezoeken die hij met zijn vader bracht aan Kasteel Erprath en de Romeinse ruïnes in Xanten. Na het gymnasium volgde hij tot 1850 het Königliche Pädagogium in Potbus op het eiland Rügen.
In 1850 trad August, in lijn met de familietraditie, toe tot het Pruisische leger. Twee jaar later bekleedde hij een officiersrang  bij het 10e Regiment Infanterie in Breslau. Zijn jongere broer Eugen erfde Kasteel Erprath. In 1854 was August leraar aan de militaire school van het 10e Regiment Infanterie in Neisse. In zijn vrije tijd hield hij zich veel bezig met de geschiedenis van Rijnland-Westfalen in samenhang met de ontwikkelingen van de Pruisische monarchie. 

August Friedrich Karl Julius von Haeften
August Friedrich Karl Julius von Haeften

Door problemen met zijn voet werd August gedwongen de dienst te verlaten. In 1856 ging hij geschiedenis en psychologie studeren bij Johann Gustav Droysen (1808-1884) aan de Universiteit van Jena. Vervolgens bekwaamde hij zich in de geschiedenis van het recht aan de Universiteit van Berlijn. In het wintersemester van 1858-1859 studeerde hij ook nog in Leipzig bij prof. Wilhelm Georg Friedrich Roscher (1817-1894), docent nationale economie van Duitsland. Hij bestudeerde daar de verhoudingen op het platteland in Rijnland-Westfalen en in Nederland in de 15e eeuw.
Na zijn studie begon August in 1859 zijn werkzaamheden als archivaris. Hij startte op het Staatsarchief in Düsseldorf als hulp van Theodor Joseph Lacomblet (1789-1866). Als archivaris was hij uit het juiste hout gesneden Hij had een scherp opmerkingsvermogen, was plichtsgetrouw en gedreven door de wetenschap. Op 4 augustus 1863 trad August in het huwelijk met de 22-jarige Elisabeth Digna Adriana (Elise) von Hochwächter. De bruiloft vond plaats op Kasteel Fürstenberg bij Xanten, dat de vader van Elise, de majoor Philipp Christoph von Hochwächter (1810-1890) in 1837 gekocht had van August’s vader Karl Christian Theodor von Haeften. De moeder van Elise was Anna Nering-Bögel. Een jaar na de bruiloft werd het eerste kind van August en Elise geboren, zoon Carl-Otto die echter maar een maand in leven bleef.

Elisabeth Digna Adriana von Hochwächter
Elisabeth Digna Adriana von Hochwächter

In 1866 kwam dochter Agnes Eugenie ter wereld. Zij overleed in 1916. De volgende zoon van August en Elise leefde ook maar kort, 5 maanden door spasmen in zijn strottehoofd . In 1869 werd zoon Gustav Ernst Enno geboren die later in de diplomatieke dienst ging, hij werkte als consul o.a. in Bogota in Columbia. De eerder genoemde Hans was het jongste kind, hij werd in 1870 geboren.
August publiceerde in 1865 een repertorium van 2500 originele oorkonden, die zich bevonden in het Archief van het Stift van St. Viktor in de kerk van Xanten. En in 1866 liet hij “Überblick über die niederrheinisch-westfälische territorialgeschichte bis zum 15. Jahrhundert” het daglicht zien. Hij was lid van de Verein für Nassauische Geschichte und Altertumskunde, van de Verein von Altertumsfreunden im Rheinland en van de Bergischen Geschichtsverein. August was een echte patriot in de goede zin des woords, hij was voorstander van de vereniging van alle Duitse staten onder Pruisische leiding. Hij was een zeer gelovig man. In mei 1866 kreeg hij de benoeming tot tweede archivaris in Düsseldorf .
Van oktober 1867 was het Staatsarchief te Hannover zijn werkterrein. Het gezin verhuisde daarheen en vestigde zich op de Escherstrasse nr. 11. August was daar vanaf begin 1868 3e archivaris. In 1869 veranderde hij weer van baan en werd archivaris bij het Staatsarchief in Idstein in Nassau. In datzelfde jaar heeft hij “Urkunden und Actenstücke zur Geschichte des Kurfürsten Friedrich Wilhelm von Brandenburg. Ständische Verhandlungen” uitgegeven. Dit werk wordt als een literair meesterstuk beschouwd.
August had een zwakke gezondheid, hij leed aan reuma, maar dat verhinderde hem niet nog in 1869 met een nieuw plan voor de opzet van het archief van Idstein te komen. Tijdens een vakantie in 1870 keerde hij terug naar Idstein om het archief te beschermen tegen een Franse inval. De Frans-Duitse Oorlog was op 19 juli begonnen. Korte tijd later, echter, overleed August in de morgen van 2 augustus 1870, echtgenote Elise achterlatend met een baby van een paar weken oud. August was nog maar 38 jaar en pas acht jaar getrouwd. Zijn uitvaart vond twee dagen later plaats in Xanten. Tijdens de uitvaartdienst hield dominee Fürwahr van de Evangelische Kerk de aanwezigen voor, met verwijzing naar 2 Korinthe 4,16, dat August weliswaar vaak door zijn slechte gezondheid de dood in de ogen had gekeken, maar dat zijn geest zich voortdurend vernieuwde en scherp bleef. Zijn drie nog levende kinderen werden na zijn dood, elk voor 1/6 deel, eigenaar van 215 ha grond in Zevenaar, de Smullingstiend, waarvan August de helft van zijn vader had geërfd. De kinderen moesten daarover in totaal fl. 158,27 aan belasting betalen aan de Nederlandse Staat.
Kort na de dood van haar man keerde Elise met de kinderen terug naar Xanten, zij ging in de stad wonen in een huis dat ze van de familie Remy kocht. Ze bleef daar tot 1882 wonen. Ze verkocht toen haar huis aan de Boswachterij Xanten en verhuisde naar Weimar. Ze is nooit hertrouwd. In Weimar overleed Elise op 3 mei 1916.

Tiel, 20-04-2017

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten