Leon Koopman, fotograaf
Leon Koopman behoorde tot de Amsterdammers, die werden opgepakt door de Duitsers bij de razzia’s van 22 en 23 februari 1941 in de Jodenbuurt. Hij werd afgevoerd naar Schoorl en kwam via concentratiekamp Buchenwald in Mauthausen terecht, waar hij op 21 september 1941 om het leven kwam. Hij was toen 30 jaar.
Leon was de oudste zoon van Levie Koopman (1890-1942) en Grietje Vleeschhouwer (1886-1943). Leon had een oudere zus, die Eva heette. Na Leon kregen Levie en Grietje nog vijf kinderen, drie jongens en twee meisjes. Vader Levie verdiende de kost als opkoper van oude metalen, oud touwwerk, lompen, scheepsafval en aanveegsel (afval). Door zijn geringe verdiensten moest Levie geregeld een beroep op de Steun doen. Dat deed hij ook om aan “handelsgeld” te komen, waarmee hij zijn handel kon inkopen om die vervolgens te verkopen. De ambtenaren van de Steun rapporteerden over het gezin van Levie, dat het een “groot en arm gezin” betrof.
Handtekening van Leon Koopman |
Leon Koopman kwam op 16 augustus 1911 ter wereld in de woning van zijn ouders in de Joden Houttuinen. Drie jaar later verhuisde het gezin naar de Lepelstraat en weer vijf jaar daarna naar Amsterdam-Zuid en later naar Oost.
Leon volgde 6 jaar lager onderwijs op verschillende buurtscholen. Vanaf 1925, hij was toen 14 jaar, werkte hij als slager. Na een aantal jaren gooide Leon het over een heel andere boeg en ging aan de slag als fotograaf. “Keurig gekleed” werkte hij ’s zomers in Zandvoort, waar hij badgasten en toeristen op de gevoelige plaat vastlegde. Hij woonde in die periode op kamers in Zandvoort. Omdat het fotograferen seizoenswerk was, moest Leon voor de winterperiode aanvullende inkomsten regelen om zijn gezin te onderhouden. Hij werkte als colporteur bij een boekencentrale en in de garderobe van het Grand Théatre in de Amstelstraat.
Grand Théatre |
In april 1930 moest Leon op voor de keuring voor militaire dienst. Hij bleek toen een lengte te hebben van 1.67 m. en werd voorgoed ongeschikt voor de dienst bevonden.
Leon trad op 3 mei 1933 in Amsterdam in het huwelijk met de toen 17-jarige Ursulina Alberdina Eerman. De niet-Joodse Ursulina was van 1 november 1915. Zij was een dochter van glazenwasser Bartholomeus Eerman en Jacoba Anna van Schreeven. Een half jaar later baarde Ursulina dochter Jacoba Henriëtta. Het gezin van Leon woonde toen in bij de ouders van Ursulina in de Lange Niezel op de Amsterdamse Wallen Het jaar daarop vonden Leon en Ursulina een eigen huis in de Holendrechtstraat.
Eind september 1938 gingen Leon en Ursulina uit elkaar. De kleine Jacoba ging met haar moeder mee. Wat er verder van haar geworden is weet ik niet. Het is mogelijk, dat ze in maart 1941 weer bij haar vader woonde, zoals valt op te maken uit diens Amsterdamse Archiefkaart.
Archiefkaart Leon Koopman |
Ursulina Eerman gaf op 19 november 1942 haar ja-woord aan Johannes Cornelis Driessen, die op 13 mei 1913 in Amsterdam geboren was. Dit huwelijk duurde tot 5 juli 1946, toen het paar officieel van elkaar scheidde. Na op tal van adressen in de hoofdstad gewoond te hebben verhuisde Ursulina in april 1968 naar Nagele in de Noordoostpolder.
Leon hertrouwde op 30 november 1940 met dienstbode Grietje Schellevis van 6 juni 1916. Zij was het op een na jongste kind van voddenkoopman Hartog Schellevis en Jansje Goudsmit. In april 1934 verhuisden Hartog en zijn gezin van Amsterdam naar Maastricht. Daar sloeg het noodlot toe, want twee maanden later overleed vader Hartog, hij werd 46 jaar. In 1936 vond er in het gezin weer een tragedie plaats, toen oudste zoon Simon het slachtoffer werd van een roofmoord. Na een avondje stappen werd veehandelaar Simon, die veel geld op zak had, beroofd en vermoord. Zijn lichaam verdween in het Albertkanaal. De politie greep de daders snel in de kraag, waarna hun veroordeling volgde.
In 1937 verhuisde het gezin Schellevis naar Molenstraat 39 in Sittard. Grietje verdiende in die tijd de kost als dienstbode in Sittard en Eindhoven. Daarna trok ze in 1938 naar Amsterdam en leerde Leon Koopman kennen. Al snel raakte Grietje in verwachting. Toen ze zes maanden zwanger was, trouwden Grietje en Leon in Amsterdam. Ze gingen in de Tweede Jan Steenstraat wonen, waar ook de moeder van Grietje woonde en haar twee broers en haar zus. Die keerden allen in oktober 1940 terug naar Sittard.
Grietje en Leon beloofden elkaar eeuwige trouw op 30 oktober 1940 in het Stadhuis van Amsterdam. Op 24 januari 1941 kwam zoontje Henri Louis ter wereld. Lang heeft Leon niet kunnen genieten van zijn pasgeboren zoon. Op 22 en 23 februari 1941 namen de Duitsers hem gevangen bij de grote razzia’s.
Kampkaart Leon Koopman |
Op 28 februari 1941 ging Leon op transport van Schoorl naar concentratiekamp Buchenwald. Daar kreeg hij de SS’ers zo gek om twee sleutels die hij nog bij zich terug naar huis te sturen. Op 22 mei 1941 vond zijn deportatie plaats naar Mauthausen, waar hij stierf op 21 september 1941.
Een paar dagen nadat Leon was opgepakt verliet Grietje hun woning in de Tweede Jan Steenstraat en verhuisde naar de Nieuwe Keizersgracht en later naar de Albert Cuypstraat 231. Weer sloeg het noodlot toe. Twee maanden, nadat Grietje vernomen had van het overlijden van Leon in Mauthausen, overleed haar zoontje Henri op 30 november 1941.
Kampkaart Grietje Koopman-Schellevis |
Het lukte ook Grietje niet de dans te ontspringen. Op 21 april 1943 kwam zij in Westerbork terecht in barak 66. Daar mocht ze een week verblijven. Als “Häftling” werd ze op 27 april 1943 op het negende transport van Westerbork naar Sobibor gezet. Drie dagen later ging ze door de schoorsteen.
De ouders en broers en zussen van Leon Koopman werden alen vermoord in Auschwitz en Sobibor. Zo verdween een hele familie van de aardbodem.
Tiel, 20 maar 2021
Geen opmerkingen:
Een reactie posten