Genealogisch blog 648

 

Otto van Haeften

Schrijven over Otto van Haeften is een hachelijke onderneming. In mijn stamboom van de familie Van Haeften komen maar liefst 33 Otto’s voor, en dan heb ik het alleen over de mannen met de enkele voornaam ”Otto”. Er zijn er ook die een dubbele voornaam met Otto hebben, zoals Otto Paul van Haeften over wie ik vertelde in Genealogisch blog 235 van 2 november 2017.

In dit verhaal wil ik het hebben over Otto de zoon van Johan van Haeften. Dat zal de lezer nog weinig zeggen, want ook de naam Johan was in de familie Van Haeften erg populair. Door wat meer over Otto en zijn vader Johan te laten weten zal het de lezer steeds duidelijker worden over welke Otto ik het heb en hoe zijn levenswandel is geweest..

Vader Johan van Haeften werd in 1570 geboren in Huize Putten en Puttenstein. Zijn ouders waren Otto (sic!) van Haeften (†1609) en Margriet toe Boecop. Na de dood van zijn vader en zijn broer Willem, niet te verwarren met Willem de broer van Otto, erfde Johan Huis Putten en Puttenstein en werd hij Heer van de Heerlijkheid Putten en Puttenstein, dat gelegen was bij Doornspijk in de omgeving van Elburg.

Voormalig Huis Puttenstein bij Elburg

Vader Johan trad in het huwelijk met Margriet van Dongen op 26 april 1614 in Zwolle, nadat zij begin april 1614 in ondertrouw waren gegaan, ook in Zwolle. Er zijn bronnen die vermelden, dat het huwelijk van Johan en Margriet negen jaar later is voltrokken. Margriet was een dochter van Cornelis van Dongen en Maria van Hoevenstein. Johan was lid van de Ridderschap van de Veluwe. Dat het voor Johan niet altijd makkelijk was zijn bezit veilig te stellen blijkt uit de volgende passage:

“Alsoo sig sekere questien opgedaan heeft over 2 akkers land bij Putten zuidw Egbertje Veghen noordw de Nonnen van Harderwijk westw Cornelis van Campens erfgen. westw de Puttenerweg gelegen dewelke sedert de jaren 1587 altijd bij de stad rustelijk en vredelijk gebruikt en de pachten geprofiteert zijn En bij jonker Johan van Haeften nu geinstitueert worden den eigendom hem toekomende uit kracht van een bezegeld accoord op St Jacobsavond in 1558 tussen jonker Willem van Haeften en joffer Heile van Soelen echtel. ten eenre en jonker Otto van Haeften gewesen conventuale deses convents van Sante Agnieten alhier des voorschr. Willems zuster met Berent Feith hierin haar momber ten andere zijde opgericht bij het welke expresselijk geconditioneert en overgegeven was dat voorn. Conventuale die 2 akkers uit het versterf van haar olders toegewesen om die tot haar leven alleen te gebruiken en na haar dood overgaan op haar broeder zo zijn schepenen met Johan van Haeften om verdere disputen en procedures voor te komen overeen gekomen in der vrundschap op volgende maniere.

Dat de schepenen afstand doen van die 2 akkers aan Jan van Haeften waarvoor Johan van Haeften een jaarlijkse tiend van 3 stuivers en 12 penningen betaald enz. get 20 febr 1636”.

Johan en Margriet kregen drie kinderen. De oudste was ongetwijfeld hun zoon Otto, van wie niet bekend is wanneer hij precies werd geboren.. Dat Otto, vernoemd naar zijn grootvader van vaderszijde, de oudste van het stel was valt op te maken uit de beschrijvingen van zijn beleningen. Hij was zelfs nog onmondig, toen hij na de dood van zijn vader in 1637 het borchleen to Vollehove erfde. Uiteraard had hij toen nog een hulder (zaakwarnemer). Later, in 1647 na het overlijden van Otto zelf, erfde zijn broer dat goed van hem. Broer Willem, die in 1625 ter wereld kwam, erfde, na de dood van Otto’s vrouw, van Otto bovendien ook de Heerlijkheid Putten en Puttenstein en werd zo een van de machtigste edelen op de noordwest Veluwe.

Johan van Haeften en Margriet van Dongen werden niet alleen de ouders van de zonen Otto en Willem, maar ook van dochter Margriet van Haeften. Zij trouwde met jonker Philibert Ulger in Zwolle op 11 april 1637. Meer is mij over Margriet niet bekend.

Ik heb al vaker betoogd, dat binnen de familie Van Haeften huwelijken niet zo zeer uit liefde werden gesloten, maar om zakelijke belangen veilig te stellen, en het liefst om het familiebezit te vergroten. Immers, meer bezit betekende meer macht.

Otto gaf zijn ja-woord aan Allegunda van Haeften op 21 mei 1644. Allegunda was een dochter van luitenant Otto (sic!) van Haeften en Francisca van Woerkum. Deze Otto en Francisca woonden in Nijmegen. Otto behoorde tot de tak van de familie Van Haeften die het Huis Den Esch in Hien, waarover ik hierboven vertelde, in bezit had. Wanneer Allegunda geboren werd is niet bekend. Zij was een van de zes kinderen van Otto van Haeften en Francisca van Woerkum.

Den Esch in Hien bij Dodewaard

In 1625 en 1626 verkocht Otto “Den Esch” aan zijn broer Frans, vermoedelijk om zijn schulden te kunnen betalen. Zo was hij aan Derick Suermondt 4144 Carolus Gulden en 25 stuivers schuldig.

Van het paar Otto en Allegunda was laatstgenoemde duidelijk degene met het beste zakelijke inzicht. Toen zij trouwde met Otto liet zij zich direct tuchtigen. Een jaar later zelfs, op 18 april 1645 werd zijn beleend met de Heerlijkheid Putten en Puttenstein. Tijdens zijn leven heeft Otto afstand gedaan ten gunste van Otto Gansneb genaemt Tengnagel van enkele kleinere goederen, die oorspronkelijk behoorden tot de Heerlijkheid Putten en Puttenstein.

Het huwelijk tussen Otto van Haeften en Allegunda van Haeften heeft niet lang geduurd, want op 18 april 1645 kwam Otto te overlijden. Allegunda heeft haar echtgenoot niet lang overleefd. Zij stierf op 13 mei 1647. Door haar dood kwam de weg vrij voor haar zwager Willem om alle bezittingen van zijn broer Otto over te nemen door vererving. Hierdoor werd Willem de rijke en machtige man in de noordwest hoek van de Veluwe. 

Grote Kerk Elburg

Willem van Haeften trouwde eerst met Johanna van der Beecke in 1648 en in 1662 met Johanna van Oldenbarnevelt. Bij zijn eerste vrouw had jonker Willem vier kinderen. Aan zijn oudste zoon, Johan (1649-1682) ging na zijn dood het bezit van Putten en Puttenstein over.

Zowel Otto’s broer, Willem, als diens zoon Johan zijn begraven in de Grote of St. Nicolaaskerk in Elburg.

 

Tiel, 1 september 2022