Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 11 juli 2016

Genealogisch blog 73



Tiel

Het was eigenlijk puur toeval, dat we in 1999 in Tiel terecht kwamen. We vonden er het huis dat we wilden hebben. Maar dat huis had net zo goed in een andere plaats kunnen staan. In tegenstelling tot mijn gewoonte in andere woonplaatsen heb ik me aanvankelijk helemaal niet verdiept in de geschiedenis van Tiel. Daar kwam verandering in, toen ik me intensief met de genealogie ging bezig houden. Een enkele Welling en een enkele Van Haeftens hebben kortere of langere tijd in Tiel gewoond. Belangrijker was, dat in Tiel de ambtmannen van de Tieler- en Bommelerwaard tot 1750 kantoor hielden in het nog bestaande Ambtmanshuis. Daar hebben dan ook verschillende leden van de Ophemertse tak van de familie Van Haeften, die de functie van ambtman uitoefenden, kantoor gehouden. Tegenwoordig maakt het Ambtmanshuis deel uit van het stadhuiscomplex van Tiel.

Ambtmanshuis
Ambtmanshuis in Tiel, (foto: J.G. Nuijten)

Door mijn genealogische naspeuringen ging ik me meer en meer interesseren voor de Tielse geschiedenis. Mijn interesse voor de moderne geschiedenis van de stad werd zeer recent verder aangewakkerd door het boek “Houdt goede moed, Tiel tijdens de oorlog ’40-’45.” Het boek verhaalt over de gebeurtenissen en wederwaardigheden in Tiel vanaf september 1944 tot het einde van de oorlog. Samensteller Rutger van der Zalm laat de lezer, aan de hand van dagboekfragmenten van Truus van Dee (geb. 1920), Gerrit Willem Bouwhuis (1918-1977) en B.P.F. Bruggeman (1896-1978), kennis nemen van de uiterst zware tijd, die Tiel doormaakte als frontstad vanaf september 1944 tot aan de bevrijding. Van Dee, Bouwhuis en Bruggeman

 “tekenden hun persoonlijke leven tijdens de oorlog op, zoals ze het op dat moment hebben ervaren. Met alle spanning, vreugde, angst, hoop, wanhoop, humor en blijdschap.”
De geallieerden hadden het Zuiden van het land reeds bevrijd. Het leek voor hen haast een onmogelijke opgave de Waal over te komen, mede door het mislukken van de Operatie Market Garden. De Duitsers verschansten zich (bewust) in Tiel en schoten regelmatig op de vijand aan de overkant van het water om die uit zijn tent te lokken. De Engelsen lieten dat vuur natuurlijk niet onbeantwoord.
Daardoor kreeg Tiel het zwaar, zeer zwaar te verduren, terwijl de stad strategisch gezien eigenlijk niet van belang was, noch voor de Duitsers noch voor de geallieerden. Er was geen gebrek aan voedsel in de Betuwe en Tiel. Bijna dagelijks waren er toch (zware) beschietingen op de stad, die steeds meer in een spookstad veranderde. Veel onschuldige burgers vonden de dood. In gedeelten werd de Tielse bevolking begin 1945 dan toch geƫvacueerd naar Zuid Holland en Friesland, voor zover men zelf al niet gevlucht was gegaan voor het oorlogsgeweld. Toen de burgers van Tiel in juni 1945 terugkeerden, trof men een stad in puin aan. Vrijwel alle persoonlijke bezittingen waren verloren gegaan. Het kostte vele jaren om de schade te herstellen.

 Tiel in 1946, nog grotendeels verwoest

Tiel in 2006, ongeveer hetzelfde beeld
 
Er waren op het einde van de oorlog uiteraard contacten tussen de geallieerden in het Zuiden en het verzet in Tiel en de Betuwe. Er vonden tal van crossings plaats over de Waal. Het ondergrondse verzet durfde zich af en toe bovengronds te vertonen. De Duitsers waren daarvan niet gediend en lieten dat merken door enkele tientallen mensen in gijzeling te nemen. Velen van hen werden gefusilleerd, zo verloren op 24 december 1944 vijf mannen het leven. De Duitsers hadden er ook een handje van om zonder reden huizen of de Waterpoort op te blazen of in brand te steken. Zij bepaalden eind 1944, dat op stelen uit de verwoeste huizen de doodstraf stond, maar zelf namen ze alles mee wat ze gebruiken konden. Beroemde Tielse fabrieken als Daalderop en De Betuwe plunderden ze helemaal leeg. Alles konden ze gebruiken om er wapens van de maken. Meubilair en andere huisraad van vertrokken burgers dienden als tankversperringen in sommige straten. Een lachertje natuurlijk. De Duitsers dachten met de inundatie van de Betuwe de geallieerden te kunnen tegenhouden. De sufferds hadden er zelf de meeste last van! De gebeurtenissen maakten op de dagboekschrijvers diepe indruk.
Een enkeling, zoals Gerrit Willem Bouwhuis, kon tot het einde van de oorlog in Tiel blijven. Hij legde niet alleen in woorden vast wat hij zag, maar maakte ook foto’s van de verlaten stad in puin.
Veel karakteristieke gebouwen van voor de oorlog waren door de beschietingen zodanig beschadigd, dat ze na de oorlog niet meer herbouwd konden worden. Daardoor veranderde de structuur van de stad op sommige plaatsen ingrijpend, omdat er nieuwe straten werden aangelegd. 

 Tiel, Groenmarkt, volledig in puin

Zelf heb ik nooit wat van de verschrikkelijke verwoestingen gezien. Als ik nu door de stad loop, realiseer ik me niet wat hier is gebeurd. Het is allemaal weer zo gewoon. Maar de vraag blijft hangen: was het Duitse opzet om de stad aan puin te laten schieten of was het een geallieerde vergissing? 


Tiel, 11-07-2016

Houdt goede moed, Tiel tijdens de oorlog ’40-’45, bewerkt door Rutger van der Zalm, uitgave, lay-out en druk Drukkerij St. Maarten, Tiel, 1995, ISBN 90 802543 1 2


2 opmerkingen: