Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 11 mei 2017

Genealogisch blog 192



Commissaris van de Dommel

Op 7 december 1801 werd Jacob van Haeften (1751-1831) benoemd tot commissaris van het Departement van de Dommel met kantoor in ’s Hertogenbosch. In het boek ‘Noord-Brabant in de Bataafs-Franse Tijd 1794-1814’ werd 7 december 1800 genoemd als aanstellingsdatum van Jacob van Haeften. Deze datum moet als onjuist beoordeeld worden, omdat Van Haeften toen nog lid was van het Vertegenwoordigend Lichaam in ‘s Gravenhage. Op 8 maart 1800 kreeg de zwager van Van Haeften, Gerardus Anthony Visscher (1762-1827), de benoeming tot commissaris van het Departement van de Dommel. Ook de officiĆ«le publicatie hieronder gaf als datum 7 december 1801 voor de benoeming van Van Haeften, die genoeg had van het Haagse bestuur van de Bataafse Republiek dat hij inefficiĆ«nt en geld verslindend vond.
Het Departement van de Dommel omvatte de stad en de Meijerij van ’s Hertogenbosch, de landen van Cuyck, Heusden en Altena, de Langstraat met de dorpen ten Westen van het riviertje  de Donge, de Bommelerwaard, het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen. 

Departement van de Dommel
Departement van de Dommel

In 1800 had Frankrijk een aantal gebieden in het Oosten van de huidige provincie Noord-Brabant, waaronder het Departement van de Dommel en met uitzondering van Oeffelt (wit aangegeven op het bovenstaande kaartje) dat behoorde tot het Koninkrijk Pruisen, tegen betaling van 6 miljoen frank aan de Bataafse Republiek gecedeerd (=overgedragen).
Namens de Bataafse Regering maakte Willem Aernout de Beveren (1749-1820), lid van het Staats Bewind de aanstelling van Van Haeften bekend door middel van onder staande publicatie, waarbij de bevolking gelast werd zich als goede en trouwe burgers te gedragen:

“Het Staats-Bewind der Bataafsche Republiek doet te weeten:
Dat het Uitvoerend Bewind in der tyd den Burger G.A. Visscher, Commissaris van hetzelve Bewind by het Departementaal Bestuur van den Dommel, in dat den 8 maart 1800 gequalificeerd hebbende, om in naam van het Bataafsche Volk bezit te nemen van de Landen, aan deeze, door de Fransche Republiek, by de op den 5 January 1800 geslotene en vervolgens geratificeerde Transactie overgedragen, en voords de noodige provisioneele maatregelen daar te stellen, en te doen uitvoeren, welke hetzelve zou nodig oordelen tot het administreeren eener goede Justitie, het bewaaren der goede Orde en de richtige administratie der financiĆ«ele middelen te zullen strekken; de gemelde qualificatie op den Burger G.A. Visscher, uit hoofde van zyne benoeming als Lid van het Wetgevend Lichaam van dit Gemenebest thans is komen te cesseeren; en dat het zelve alzo heeft goedgevonden en verstaan om denzelven Burger G.A. Visscher in deezen te doen opvolgen door den Burger Mr. Jacob van Haeften, met qualificatie op denzelve, ?? van alle zodanige Landen, als welke volgens bovengemelde Transactie nog niet mogten zyn in bezit genomen, in bezit te nemen; en voords, zo in de reeds in bezit genomene, als nog in bezit te nemene Landen alle provisioneele maatregelen, met betrekking tot de goede administratie der Justiti, Politie en Financie in namen van het Staats-Bewind der Bataafsche republiek daar te stellen als hy zal oordelen.
En worden alle Ingezetenen der volgens gemelde Transactie in bezit genomen Landen gelast, zich als goede en getrouwe Ingezetenen te gedragen, en voords alle maatregelen, welke door voorn. Burger Jacob van Haeften, volgens onze generale qualificatie zullen worden daargesteld, te eerbiedigen en nateleeven, en zulks alles tot tyd en wyle ten deezen finaal zal worden voorzien.
Wordende almede by deezen ter kennisse der Ingezetenen van gemelde Landen en Plaatsen gebragt, dat het Staats-Bewind, om de goede Administratie der Justitie zo veel mogelijk te bevoorderen, en dezelve aan de respective Ingezetenen op alle wyze te faciliteeren, alsmede goedgevonden en verstaan heeft, het Hof van Justitie over het voormalig Gewest Bataafsch Braband, of zodanig ander Hof als hetzelve in der tyd mogt komen te vervangen, te authoriseeren, om in alle zodanige zaken, welke bevoorens in de gecedeerde Landen ter eerster instantievoor het Hof van Dusseldorf wierden of konden worden gebragt, almede ter eerster instantie te cognosseeren, en uitspraak te doen; en zulks alsmede tot dat daaromtrent anders of nader zal zyn voorzien.
En opdat niemand hier van onwetendheid zal kunnen voorwenden, zal deze binnen de….. worden gepubliceerd en geaffigeerd naar behooren.
In Den Haag den 7 december 1801.
(was geparapheerd) W.A. de Beveren.”
 Als commissaris van het Uitvoerend Bewind nam Van Haeften op 29 december 1801 Oeffelt in bezit, dat deel uitmaakte van het Pruisische Roerdepartement; het was een deel van het kanton Kranenburg in het arrondissement Kleef. Hij benoemde er nieuwe bestuurders en trof regelingen voor rechtspraak, belastingen, politie en domeinbeheer.

  Jacob van Haeften
Aanstelling Jacob van Haeften tot Commissaris van de Dommel
Bij besluit van het Staatsbewind kreeg van Haeften op 26 april 1802 ook zeggenschap over politie en justitie van Bokhoven, een dorp aan de Maas boven ‘s Hertogenbosch. Het graafschap Bokhoven was in de 18e eeuw eigendom van Anne Louis Alexander Montmorency-Robecq (1724-1812). Bokhoven werd in 1795 bij Frankrijk ingelijfd en op 5 januari 1800 overgedragen aan de Bataafse Republiek. Toen diende graaf Montmorency-Robecq een rekest in bij het Uitvoerend Bewind om teruggave van zijn goederen. Zijn redenering was, dat de Fransen geen goederen aan de Bataafse Republiek konden verkopen, die geen eigendom van de Franse Staat waren. De graaf kreeg zijn goederen terug, maar moest wel afstand doen van zijn heerlijke en soevereine rechten op Bokhoven.

Jacob van Haeften
Jacob van Haeften

Van Haeften keek in zijn “Aanteekeningen op de Gedachten in mijne Eenzaamheid op mijnen twee en zeventigsten verjaardag” als oude man terug op zijn tijd in ’s Hertogenbosch. Expliciet noemde hij de verdiensten van aanvankelijk fl. 4000,00 en later fl. 3000,00 die hij per jaar uit deze functie genoot:

“Van andere posten door mij bekleed, zal ik enkel aanstippen: dat ik als Kommissaris Generaal van het Departement van de Dommel, en van de door de Franschen aan de Bataafsche Republiek afgestane landen werd benoemd, van welke posten ik jaarlijks eerst vier duizend, en naderhand drie duizend guldens genoot. Ik nam deze kommissie waar, tot ik eindelijk na den vrede van 1802 tot Sijndicus der Bataafsche Republiek werd aangesteld.”
Mr. Gerard de Jong (1757-1837) volgde Van Haeften op als commissaris van het Departement van de Dommel in maart 1803. Van Haeften trad toen toe tot het Nationaal Syndicaat, waarmee hij zijn bestuurlijke werkzaamheden beĆ«indigde en weer terugkeerde in zijn oude beroep van jurist.


Tiel, 11-05-2017

Meer weten? Lees:
Paul Welling, Jacob van Haeften, een 'waanwijze' Utrechter. Soest : Boekscout 2014. 431 blz.  Index. ISBN 9789402207583. Prijs € 22,75 .Te bestellen via www.boekscout.nl

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten