Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

dinsdag 11 juli 2017

Genealogisch blog 200



Vaders wil is niet eeuwig wet

Als het aan de vader van Nicolaas van Assendelft had gelegen, dan was zijn zoon Nicolaas (Claas), geboren in 1518, nooit getrouwd. Vader Gerrit V van Assendelft (1487-1558) had voor zijn zoon een carrière als geestelijke voor ogen. Hij dwong Nicolaas een opleiding tot priester te volgen. Vanaf 1544 was Nicolaas achtereenvolgens proost van Arnhem, vicaris in Haarlem en Delft en tenslotte tussen 1550 en 1551 pastoor van Overschie. Het staat vast, dat Claas in naam al die benoemingen aannam en zich ervoor liet betalen, maar dat anderen het dagelijkse werk uitvoerden, omdat Claas het werk van geestelijke beneden zijn waardigheid vond en onmogelijk op alle plaatsen tegelijk aanwezig kon zijn..
Dat de bedoelingen met zijn zoon van vader Gerrit niet zuiver waren, bleek toen hij aan keizer Karel V toestemming vroeg om volledig per testament over zijn goederen te kunnen beschikken na zijn dood. Enige zoon Claas was geestelijke en zou dientengevolge geen opvolger meer kunnen zijn aan wie zijn vader goederen kon nalaten. Op grond van de verkregen toestemming maakte Gerrit V enige jaren later zijn testament op, waarbij hij zijn geliefde neef Otto van Assendelft tot zijn erfgenaam benoemde en niet zijn enige zoon.
Intussen had Gerrit V de Assemburg, het kasteel in Assendelft waar hij woonde, dusdanig laten verbouwen dat er geen aanwijsbare overblijfselen meer waren van vóór die tijd. Tegenwoordig is de Assemburg een jeugdherberg.

Kasteel Assemburg

Kasteel Assemburg

Toen vader Gerrit V in 1558 stierf, kwamen veel van zijn bezittingen in handen kwamen van Otto van Assendelft, de zoon van zijn broer Floris. Met een zekere wellust omschreef Gerrit V al zijn bezittingen in zijn testament: de heerlijkheden Assendelft, Heemskerk en Castricum, slot Assemburg, Slot Oud-Haarlem en slot Cronenburg en nog vele kleinere leengoederen. Aan zijn broer Dirk liet Gerrit V veel goederen na in de omgeving van Rotterdam en in de Alblasserwaard.
Hoewel Gerrit V zich, naar verluidt, op zijn sterfbed met zijn zoon verzoende, blijft het de vraag of dat werkelijk zo geweest is. In ieder geval herriep Gerrit V zijn testament niet ten gunste van zijn zoon. Na het overlijden van zijn vader in 1558 was er Claas alles aangelegen zijn (vermogens)positie te herstellen. Door zeer snel en adequaat te handelen kreeg hij alle bezittingen van zijn vader in handen, inclusief diens bezittingen in Kralingen. Claas beriep zich daarbij op het feit, dat hij door zijn vader gedwongen was geestelijke te worden, hoewel hij dat absoluut niet wilde. Kernpunt van zijn betoog was, dat zijn vader de toestemming, om zijn bezittingen per testament te mogen verdelen, frauduleus had verkregen.
Hoewel de kerkelijke molens wat langzamer maalden, kreeg Claas op 20 oktober 1559 dispensatie van de deken van St. Catharina in Utrecht. Daarmee was zijn wijding ongedaan gemaakt en was hij ontslagen van de gelofte van kuisheid. De weg voor een huwelijk lag nu open. Claas liet er wederom geen gras overgroeien. Op 9 juni 1560 werden de huwelijkse voorwaarden gepasseerd tussen Nicolaas van Assendelft en jonkvrouw Wilhelmina van Haeften (1533-1607), de oudste dochter van Walraven van Haeften en Gerarda van Hoenselair. Wilhelmina had veel bezit in de Vijfherenlanden. Het is aannemelijk, dat Claas Wilhelmina heeft leren kennen in de periode, dat hij proost van Arnhem was, het ouderlijk huis van Wilhelmina lag toen in zijn ambtsgebied.
Helaas voor Claas bleef zijn huwelijk met Wilhelmina om onduidelijke redenen kinderloos, zodat hij zijn pas verkregen rijkdom niet kon nalaten aan wettig nageslacht. Claas zelf had al vier buitenechtelijke kinderen verwekt en Wilhelmina schonk vermoedelijk in haar tweede huwelijk het leven aan een dochter.
Claas overleed op 13 november 1570 in Aken tijdens een kuur in de geneeskrachtige baden bij Burtscheid. Hij logeerde toen in badinrichting De Gouden Molen. Op zijn sterfbed dicteerde hij zijn testament. Omdat hijzelf geen wettelijk nageslacht had vermaakte hij zijn bezittingen, volgens een eerdere overeenkomst met zijn neef Otto, aan diens kleinzoon, de 10-jarige Floris van Assendelft, terwijl zijn echtgenote het vruchtgebruik kreeg. Wilhelmina kon daardoor op kasteel Assemburg blijven wonen. Dat Wilhelmina graag gezien was in de betere kringen blijk uit het feit, dat Philips van Marnix van St. Aldegonde, de secretaris van prins Willem van Oranje, na zijn ontslag uit de gevangenis Vredenburg in Utrecht bij Wilhelmina kwam dineren.
Wilhelmina bleef wonen op kasteel Assemburg tot 1578, toen de familie van haar overleden man Claas haar dwong het kasteel te verlaten.

Kasteel Nijevelt

Kasteel Nijevelt

Kort daarna kocht Wilhelmina kasteel Nijevelt in De Meern met alle daarbij behorende goederen uit de failliete boedel van Steven van Rossum. Wilhelmina was toen al weer getrouwd met Walraven III van Brederode. Het echtpaar liet Nijevelt in de daarop volgende jaren drastisch verbouwen.
Walraven werd in 1547 in Santpoort geboren als zoon van Reinoud IV van Brederode en Margaretha van Deurne. Walraven was sinds 1586 Raadsheer bij het Hof van Holland. Hij was Heer van Brederode, Vianen, Ameide, Noordeloos en Cloetinge.

Walraven III van Brederode

Walraven III van Brederode

Na hun huwelijk gingen Wilhelmina en Walraven verder met hun bezit te vergroten. Ze verwierven eigendommen bij Nieuw-Lekkerland, Amersfoort, Ammerzoden. De vicarie op het St. Jorisaltaar in de Grote Kerk van ‘s Gravenhage verkochten ze aan Philips van Wauron. Wilhelmina was toen al eigenaar van de heerlijkheid Charlois, in 1926 reden voor B&W van Rotterdam om een straat naar haar te vernoemen: Van Haeftenstraat in de wijk Hillesluis.
Volgens Sloet en van Veen, in hun boek over de lenen in het Kwartier van Nijmegen, kregen Walraven en Wilhelmina een dochter, Helena, die op 12 juli 1609 “bij makinge” van haar moeder beleend werd met land en een hofstede in Ammerzoden. Andere auteurs wijzen erop, dat het huwelijk van Walraven en Wilhelmina kinderloos bleef, omdat kasteel Nijevelt na de dood van Wilhelmina overging naar haar nicht Theodora van Haeften (1560-1625), die getrouwd was met Floris van Brederode. Daardoor kwam Nijevelt definitief in handen van de familie Brederode. Of Walraven en Wilhelmina nu wel of geen kinderen hadden zal wel nooit helemaal duidelijk worden.

Wapens van Brederode en Van Haeften

Wapens van Brederode en Van Haeften

Wilhelmina, die ook goede contacten had met haar neef Otto van Wijhe, overleed op 31 december 1607. Ze werd op 19 januari 1608 in de Grote kerk van Vianen begraven. In 1614, vermoedelijk op 1 december, overleed haar echtgenoot Walraven III van Brederode. Na zijn dood werd zijn neef Walraven de volgende Heer van Brederode, totdat deze weer werd opgevolgd door zijn neef Johan Wolfert, de zoon van Theodora van Haeften en Floris van Brederode.

Tiel, 11 juli 2017
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten