Voor een overleden vriend
Enkele dagen geleden bereikte mij
het bericht, dat mijn vriend Hans op 26 september jl. is overleden. Hans leidde
een bewogen leven, maar was niet opgewassen tegen een afnemende gezondheid.
Hans Kraan werd mijn klasgenoot
in de vijfde klas van de St.Lidwinaschool op het Amsterdamse Linnaeushof. Het
was een gecombineerde klas 3 en 5. Opeens was ik niet meer de langste jongen
van de klas. Hans mat enkele centimeters meer. Het was de taak van meester
Duiverlshof de orde in de klas te handhaven. Dat lukte de meester uitstekend,
hij had een soort van natuurlijk overwicht. En verder gold hij als streng. Voor
zover ik het mij herinner kwam Hans uit de derde klas in de vijfde. Hij was
zo’n goede leerling, dat hij de vierde kon overslaan, al zal hij daarvoor thuis
wel het nodige hebben moeten doen.
Hans woonde in de Wakkerstraat en
ik op de Bredeweg in de Watergraafsmeer. De vader van Hans was fietsenmaker en
een deel van hun huis was ingericht als fietsenstalling. Het gezin Kraan woonde
in het souterrain van het huis. Hans’ vader was een imposante grote man, die –
zo bleek later – ook een zachte kant had, want hij schreef gedichten. Toen de
fietsenmakerij en de stalling niet meer voldoende inkomen opleverden om het gezin
te onderhouden, ging vader Kraan bij de Amsterdamse Bank werken.
1960 Vakantie
kinderkamp Nunspeet, Hans Kraan zit op de tweede rij de tweede van rechts
|
Ook in de zesde klas zaten Hans
en ik bij elkaar. Nu bij bovenmeester Joh. Ram, die ons enthousiast maakte voor
de geschiedenis van je directe woonomgeving. Heemkunde heette dat. Van de
inspanningen van meester Ram profiteer ik nu nog elke dag. Dat jaar gingen we
met de hele klas een paar dagen op vakantiekinderkamp in het Jan Willem
Roskamhuis in Nunspeet.
Net als nog een paar klasgenoten
gingen Hans en ik na de zesde klas naar het gymnasium van het Ignatiuscollege
aan de Hobbemakade. Als onze roosters dat toelieten fietsten we gezamenlijk
naar en van het Ig, we zaten aanvakelijk in verschillende klassen. Hans in 1b,
ik in 1c. De beginletter van onze achternamen was daaraan debet. Een paar jaar
later kwamen we weer bij elkaar in de klas. Dat was in de vijfde.
Door wat we op het Ig leerden
raakten we in de ban van de literatuur. We begonnen zelf te schrijven, Hans gedichten
en ik proza.Op onze kamertjes lazen we elkaar onze pennevruchten voor. We
analyseerden elkaars teksten en voorzagen die van commentaar. We waanden ons
echte schrijvers. Zodra we werk zouden uitgeven, zouden we beroemde auteurs
worden.
Terwijl we elkaar ons werk
voorlazen op de kamer van Hans, draaiden we onze favoriete muziek. Hans had al
vroeg een eigen pick-up en Elpee’s. De Beatles en de Stones hoorden we graag,
maar onze absolute voorkeur ging uit naar het nummer White Rabbit van Jefferson
Airplane.
Jefferson
Airplane, White Rabbit
Toen Hans 16 jaar werd, kreeg hij van zijn vader een
brommer, nou ja een fiets met hulpmoter. Het bijzondere was, dat het een tandem
was van het merk Berini, ja wel, het eitje. Vaak scheurden ’s morgens we met
het ding door Amsterdam, van de Bredeweg of de Wakkerstraat naar het Ig.
Natuurlijk hadden we veel bekijks. En aan het einde van de middag weer naar
huis.
Berini-tandem
|
We waanden ons niet alleen grote
schrijvers, maar ook getalenteerde voetballers, die onze vereniging RKAVIC
zouden doen promoveren naar de eredivisie. Prachtige dromen, maar op het veld
bereikten we niet veel. Ons talent was toch niet zo groot en in eindeloos
trainen hadden we niet veel zin. We speelden een keer tegen Ajax op Voorland.
Bij Ajax liep ene Johan
rond. Van de twintig doelpunten die ik als keeper om mijn oren kreeg, maakte
hij er een stuk of vijftien.
Hans en ik bij
RKAVIC, op de achterste rij naast elkaar
|
Na het Ig verloor ik Hans uit het
oog, alhoewel. Hans ging in Amsterdam Nederlands studeren en werd leraar. Ik
bekwaamde mij in de tuinbouw aan de Rijks Hogere Tuinbouwschool in Utrecht en
ging in Amersfoort wonen. Later verhuisde ik naar Harderwijk, waar ik werk vond
in een conservenfabriek.
Af en toe vernam ik nog wat van
Hans via de televisie of de krant. Hij stond vooraan op de barricaden bij de
bezetting van het Maagdenhuis in 1969. Hij roerde zich ook tijdens het
Pastoraal Concilie van de Nederlandse Kerkprovincie, dat plaats vond in de
jaren 1966-1970. Hans liet duidelijk merken, dat het allemaal heel anders moest
in de Nederlandse Kerkprovincie. Hij maakte van zijn hart geen moordkuil. Een
ferme ruk naar links was gewenst.
Daarna heb ik vele jaren niets
meer van Hans vernomen tot we een jaar of tien geleden zo maar weer met elkaar
in contact kwamen. Hij kwam naar Tiel en vertelde over zijn leven als leraar,
zijn activiteiten in Maastricht bij de jeugdopleiding van MVV en over zijn
scheiding, die hem het plezier in het leven voor een groot deel had ontnomen.
Hij was trots op zijn zonen. Ik vertelde hem over mijn leven en de klappen die
ik had gekregen.
Later zocht ik Hans nog een keer
op in zijn woning in de Bijlmermeer. Na een paar koppen koffie besloten we een
sentimental journey te gaan maken door de Watergraafsmeer. We liepen door de
Wakkerstraat en bekeken het huis waar hij vroeger had gewoond, geen
fietsenstalling meer. We wandelden over de Bredeweg. Daana gingen we via het
poortje in de Linnaeusparkweg naar het Linnaeushof naar onze vroegere lagere
school. Het hof was nog net als toen. We liepen langs het huis van meester Ram.
Bij de kerk vertelde Hans hoe hij zich destijds had ingespannen om voor de
jongeren in de parochie een ontmoetingsplek voor elkaar te krijgen. Het was hem,
in samenwerking met een aantal anderen, gelukt om eerst onder de kerk en later
in de Hipsekrips (Linnaeusdwarsstraat) een soort soos te realiseren, waar
jongeren na een kerkdienst bij elkaar konden komen en onder het genot van
koffie met elkaar de wereldproblemen konden bespreken.
Inmiddels waren we bij de
Hipsekrips aan beland. Tijd voor een biertje en een hapje eten. Bij Elsa’s Café gingen we op het terras zitten
en bestelden een biertje. Hans vertelde nog over zijn vechtscheiding. Mij werd
duidelijk, dat hij sinds die scheiding het geluk kwijt was. En ook nooit meer
gevonden heeft. Ik vertelde hem over het overlijden van mijn vrouw en hoe ik
het geluk weer heb gevonden.
Na die dag in Amsterdam hebben we
nog een keer met elkaar gebeld. Daarna verloren we elkaar weer uit het oog tot
enkele dagen geleden het bericht van zijn dood op de deurmat lag.Met een zekere
laconie zal Hans aanvaard hebben, dat zijn leven ten einde was, dat lag in zijn
aard. Een bijzondere vriend is niet meer.
Tiel, 30 september 2019
Hans Kraan was mijn leraar Nederlands aan de vertalersopleiding. Wat een fijne leerkracht, kon zo goed vertellen... jammer te lezen dat hij al is overleden...
BeantwoordenVerwijderen