Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 11 mei 2020

Genealogisch blog 450


De familie Groot

Ik heb in mijn Genealogische blogs tot nu toe erg weinig aandacht besteed aan de familie Groot, de familie van de moeder van mijn vader. Misschien komt dat omdat ik mijn oma niet zo’n lieve vrouw vond vroeger. Oma had vaak op- en aanmerkingen op mijn moeder, die ze eigenlijk te min vond voor mijn vader. Maar ja, ook oma was niet in staat echte liefde tegen te houden.
Mijn oma behoorde tot de achtste generatie van de familie Groot, die zijn oorsprong vond in het Noord-Hollandse. De vader van mijn oma, Albertus Groot (1852-1916) werd geen boer, zoals de meeste van zijn familieleden. Hij ging aan het spoor, want dan was je toekomst verzekerd. Hij begon als spoorarbeider in Hoorn (hij woonde met zijn gezin in Wornum) voor een salaris van fl. 1,10 per dag. Op 3 januari 1898 werd zijn standplaats Amersfoort, nadat hij daarvoor eerst twee jaar in Zutphen had gewerkt. In 1904 kreeg hij de aanstelling van hij wegwachter voor het loon van fl. 1,20 per dag. Op 1 juli 1907 was zijn loon gestegen tot fl. 1,40 per dag.

Albertus Groot aan het spoor
Albertus Groot aan het spoor

Albertus, die in Zaandam was geboren, trad in Wormer in 1878 in het huwelijk met Pietje Wittebrood. Het stel kreeg tien kinderen, van wie de jongste mijn oma was. In Amersfoort woonden Albertus en Pietje met hun kinderen in het baanwachtershuis langs het spoor bij de Liendertseweg.
De familienaam “Groot” kwam en komt in Noord-Holland zeer veel voor. Tot aan de twintigste eeuw bleven de Grooten vaak wonen op de dorpen waar ze geboren waren. Meestal had elk dorp zijn eigen religie. Zo was Berkhout over het algemeen gereformeerd en Goorn katholiek. De familie Groot, waartoe mijn oma behoorde, was katholiek en was ontstaan in de polder Heer Hugowaard rond 1700.
Als stamvader van de familie wordt gezien Cornelis Groot die ongeveer in 1665 werd geboren. Uit het huwelijk van Cornelis met een onbekende vrouw, kwam zoon Cornelis Cornelis Groot voort. Deze Cornelis Cornelis kwam rond 1680 ter wereld. Hij trouwde op 16 oktober 1707 in Opmeer met Sijtje Cornelis Zijds, die als dochter van Cornelis Zijds rond 1685 werd geboren. Zij overleed voor 1722, terwijl Cornelis Cornelis pas na 1732 zijn laatste ademtocht uitblies.
De vader van Sijtje Cornerlis Zijds, t.w. Cornelis Jansz Zijds, woonde ten noorden van de Rustenburgerweg aan de Jan Gleynisweg, waar hij, samen met Jan Cornelis Zijds, die aan de Berckmeerdijk woonde bij de draaiboom van de Heer Hugowaard, op 3 april 1705 getuige was bij de bouw van de RK. Kerk in de Waert.

Polder Heer Hugowaard
Polder Heer Hugowaard

Cornelis Cornelis Groot en Sijtje Cornelis Zijds kregen drie zonen: Cornelis, die in Obdam werd gedoopt op 17 februari 1707 en die jong overleed; Cornelis, die in Obdam op 25 juli 1710 werd gedoopt en Wilhelmus, die het doopsel ontving op 29 januari 1713, ook in Obdam.
Na het overlijden van Sijtje Cornelis Zijds hertrouwde Cornelis Cornelis Groot te Obdam op 8 juni 1722 met de weduwe Maertje Pieters uit Opmeer. Bij zijn tweede vrouw Maertje Pieters “teelde” Cornelis Cornelis nog twee dochters, van wie Aafje, gedoopt in Obdam op 19 januari 1724, aldaar op jonge leeftijd overleed. Het volgende kind gaven Cornelis Cornelis en Maertje ook de naam Aafje. Dit meisje ontving het doopsel op 21 januari 1726, eveneens in Obdam. Maertje Pieters was eerder gehuwd met Hendrik Teuniszen van de Opmeerder Pade. Maertje en Hendrik traden in het huwelijk in de katholieke statie van Hoogwoud op 7 januari 1705.
In de katholieke kerken en staties in Noord Holland werd in de 18e  en 19e eeuw veelvuldig gebruik gemaakt van het hierna volgende huwelijksformulier:

“Bruidegom, Bekent gij hier voor God en dit Commité dat gij genomen hebt en neemt tot Uwer Wettelijke vrouw Deeze Uwe Bruid hier tegenwoordig, Die gij belooft nimmermeer te verlaaten, maar dat gij haar alle de dagen Uwes Levens en haares Levens zult aanhangen, lief hebben en trouwelijk verzorgen  en onderhouden, met haar in alle redelijkheid, vroomheid en eerbaarheid leven en huishouden en haar en alle dingen trouwe en gelove houden gelijk een eerlijk man betaamd en aan Zijne huisvrouw schuldig is te doen.
Bruid, Bekent gij hier voor God en dit Commité dat gij genomen hebt en neemt tot Uwer Wettelijken man Deezen Uwen Bruidegom hier tegenwoordig, Dien gij belooft nimmermeer te Verlaaten maar gij hem Uwes en Zijnes leven zal aanhangen, gehoorzamen, dienen en het geven alle regtelijke en redelijke dingen, met hem in alle redelijkheid, vroomheid en eerbaarheid leven en huishouden en in alle dingen trouwe en gelove houden, gelijk een getrouwe en eerbaare huisvrouw betaamt en aan haaren man schuldig is te doen
Wat antwoorden de Bruidegem en Bruid.
De vrouw is aan de wet verbonden zoo langen tijd als haar man leeft, maar als haar man ontslapen is, zoo is zij van de Wet ontslagen en mag zij trouwen met wien zij wil, dog alleenlijk in Den Heer.
Dat den mensch niet scheide van het geene God verzaamt heeft.      Matth: 19 vers 6”.
Het is met name in Spanbroek en Purmerend voorgekomen, dat de wereldlijke en kerkelijke autoriteiten de achternaam van jonggeborenen of van huwelijkskandidaten verrijkten met het woordje “de”. Zo ontstonden familieleden die “De Groot” heetten. Later trouwden velen uit de familie Groot met eigen familieleden en met leden van de familie De Groot.
Cornelis Groot van 1710, die werkzaam was als boer, was in 1735 al getrouwd met Maartje Jans. Uit dit huwelijk kwam dochter Lucia voort, die op 15 oktober 1737 in Obdam werd gedoopt. Verdere gegevens over Lucia ontbreken.
Het was Wilhelmus Cornelis Groot van 1713, die door zijn huwelijk met Griet Claes Hoogsaet, dat plaats vond in Obdam op 7 februari 1734, voor voldoende nageslacht moest zorgen om de familie Groot te doen voortbestaan. Griet Claes Hoogsaet werd ook wel aangeduid met de achternaam “Schipper”. Griet werd rond 1710 geboren en overleed na 1781. Het voorgeslacht van Griet Claes Hoogsaet gaat terug tot 1450.

Obdam
Obdam

Wilhelmus en Griet kregen zes kinderen. Oudste zoon Nicolaas werd op 29 januari 1735 gedoopt op de Berkmeerdijk in Obdam. Verder is mij over hem niets bekend. Het tweede kind was zoon Arien, die in Snibhuizen in Obdam op 8 oktober 1736 het doopsel ontving. Als derde kwam Cornelis ter wereld. Ook dit jochie kreeg het doopsel in Snibhuizen in Obdam op 12 februari 1738.
Het is niet helemaal duidelijk wat de betekenis is/was van Snibhuizen. Mogelijk was het een schip met een roef, waarin de kinderen geboren zijn, maar het kan ook een huis aan een water geweest zijn. Op Internet is er niets over te vinden.
Cornelis van 1738, die ook wel major werd genoemd om hem te onderscheiden van zijn jongere broer met dezelfde naam, trad in Obdam op 5 juni 1768 in het huwelijk met  Antje Alberts Bakkum, die op 2 mei 1748 werd gedoopt in Ursem. Cornelis verwekte bij Antje dertien kinderen en daarmee was de katholieke familie Groot gevestigd. Het twaalfde en dertiende kind van Cornelis en Antje waren de tweeling Anna en Cornelis. Tweedagen na hun geboorte overleed Antje in het kraambed.op 22 november 1783.
Het volgende kind van Wilhelmus en Griet was dochter Lucia, die gedoopt werd op 31 januari 1740. Naar wie Lucia vernoemd was is niet duidelijk. Zij was samen met haar nicht Lucia de enige in de familie Groot met die naam.
Na Lucia kwamen nog de zonen Cornelis, gedoopt op 22 oktober 1741, en Jacob, die het doopsel ontving in Obdam op 24 oktober 1744.
Het is niet bekend wanneer Wilhelmus Cornelis Groot is overleden. In ieder geval moet dat voor 1770 geweest zijn, want op 25 februari 1770 huwde weduwe Griet Claes Hoogsaet met de weduwnaar Dirk Weijersz Tutus, die rond 1720 in Obdam ter wereld kwam.
Inmiddels heeft de twaalfde generatie van de familie Groot zich aangediend.

Tiel, 11 mei 2020




Geen opmerkingen:

Een reactie posten