De 4e Heer van Haaften
In voorgaande Genealogische blogs
heb ik de leversgeschiedenissen behandeld van bijna alle Heren en de ene Vrouwe
van Haaften uit de adellijke familie Van Haeften. Over Nicolaes van Haeften,
die over het algemeen Claes werd genoemd, heb ik nooit eerder verteld. In dit
Genalogische blog wil hem in de spotlights zetten. Hoewel er niet heel erg veel
over hem bekend is, heeft hij toch als Heer van Haaften een belangrijke rol
gespeeld in de Gelderse geschiedenis.
Claes kwam in 1339 ter wereld in
het plaatsje Haaften, waarvan zijn grootvader, die in 1348 het Kasteel
Goudenstein in Haaften erfde, de derde Heer was uit de familie Van Haeften. Claes werd in documenten in 1343 en 1373
eigenaar van Goudenstein genoemd.
Claes was een zoon uit het tweede
huwelijk van zijn vader Otto, die in 1345 overleed, met Ermgard Tengnagel. Uit
het huwelijk van Otto en Ermgard kwamen nog vier kinderen voort, die ik hier
verder buiten beschouwing laat. Uit het eerste huwelijk van Otto met Margaretha
de Cock van Neerijnen kwam slechts een zoon voort: Johan Ottensz., die later in
een aantal gevallen nauw zou samenwerken met zijn halfbroer Claes.
![]() |
Ruïne van Kasteel
Goudenstein in Haaften
|
Claes was 24 jaar oud, toen hij
in 1363 in Opijnen in het huwelijk trad met de 13-jarige Johanna de Cock van
Opijnen. Het was in de Middeleeuwen heel gebruikelijk, dat adellijke dames op
zeer jonge leeftijd, al dan niet gedwongen, in het huwelijk traden om
bezittingen veilig te stellen. Johanna werd in Opijnen geboren in 1350 als
dochter van Arent de Cock van Opijnen (1280-1362) en Geertruyd van Broeckhuijsen. Claes en Johanna
kregen waarschijnlijk vijf kinderen, van wie de jongste zoon, die ze in de
traditie van de familie Otto noemden, later de 5e Heer van Haaften
werd. Deze Otto
trouwde met Adelissa van Herwijnen en zorgde voor veel nakomelingen.
Het oudste kind van Claes en
Johanna was dochter Geertruid, die in een klooster in Roemond intrad. Zij
stierf op 9 september 1396. Na haar kwamen de zonen Wouter en Gijsbert ter
wereld. Door zijn huwelijk met een dochter van de Heer van Hellouw mocht Wouter
zich Heer van Hellouw noemen. Na zijn dood ging de heerlijkheid Hellouw over
naar zijn neef Walraven
van Haeften. Van Gijsbert weten we alleen, dat hij op jeugdige leeftijd is
overleden.
Vermoedelijk was Helena van Haeften het vierde kind van
Claes en Johanna. Zij zag het eerste levenslicht in 1360. In 1390 huwde zij met
Volkert van Haersolte, die in 1365 in Zwolle was geboren als zoon van Hendrik
van Haersolte en Margaretha van Graes. Verder valt er over hen hier niets te
melden.
Ridder Claes was schepen in de
Bank van Tuil. Als zodanig kwam zijn naam voor in charters uit 1343 en 1368 en
1369. Op 19 maart 1368 ging het om een grondtransactie:
“Nycolaus de Haeften en Gyselbertus de
Hyer, schepenen in Tuel, oorkonden, dat heer Gerardus de Beesde, ridder,
overdraagt aan heer Johannes de Culenborch, ridder, 5 morgen land onder Tuel.”
In 1369 ging het eveneens om een
grondtransactie met een verwijzing naar 1343:
“Schepenen van Tuil oorkonden dat
Mechteld, weduwe Arnold van Hoekelem, ridder, en Gerard van Leienberg, haar
zoon, verkocht hebben aan Gerard Lodderpaap, voor Gerard en Otto Lodderpaap:
land, beschreven in akte van 1343 mei 28 (regestnr 24)Universis presencia
visuris nos Nicolaus de Haeften et Rodolphus Pauwe scabini in Tuel ..... ...
nobis domina Mechteldis relicta domini Arnoldi de Hoekelem militis cum suo
tutore electo et Gherardus de Leijenberch eius filius vendiderunt et opulerunt
pro mille Libris denariorum .... ... Inde Johannes Florin?? de Werdenbergh et
Walterus Ludovici sunt fideiussores ...”
Claes en Johanna behoorden tot de
rijkere lagen van de bevolking van de Tielerwaard. Zij hadden niet alleen
bezittingen in de Tielerwaard, maar ook in de Betuwe en het Overkwartier, die
Johanna veelal had geërfd. Zij werd in de Gelderse schatting (belasting)
van1369 aangeslagen voor haar bezittingen voor 8 pond. Daar kwam nog eens 8
pond bij voor kleinere bezittingen die verspreid over de Tielerwaard lagen.
Het echte historische belang van
het optreden van Claes vond plaats tijdens de Eerste Gelderse
Successieoorlog, die duurde van 1371-1379.
![]() |
Kaart van Gelre
tijdens Eerste Gelderse Successieoorlog
|
De Eerste Gelderse
Successieoorlog was ontstaan door een conflict tussen hertogin Mechteld van
Gelre (1325-1384) en haar jongste zuster Maria, nadat haar beide halfbroers
Reinoud en Eduard waren overleden. Mechteld was van mening, dat zij recht had
op de hertogstitel, omdat zij de oudste overlevende dochter was uit het eerste
huwelijk van vader hertog Reinoud II. Maar haar zuster Maria, die getrouwd was
met ambitieuze Willem van Gulik, eiste de opvolging van Reinoud II op voor haar
nog minderjarige zoon Willem. Dat een vrouw Reinoud II zou opvolgen was al in
1295 geregeld.
In het nadeel van Mechteld was,
dat zij ondanks drie huwelijken kinderloos bleef. Mechteld trouwde eerst in
1336 met graaf Godert van Loon en Chiney, daarna voor 1348 met graaf Jan I van
Kleef en tenslotte in 1372 in Arnhem met Jan II van Châtillon, die graaf van
van Blois en Schoonhoven. Sommige genealogen zien abusievelijk in deze Jan van
Blois, zoals hij meestal genoemd werd, een stamvader van de familie Van
Haeften, omdat hij behoorde tot het geslacht Châtillon. Hij hoort echter niet
thuis in de genealogie van de familie Van Haeften.
Er waren in 1371 dus twee
pretendenten voor de opvolging van Reinoud II: Mechteld en haar neefje Willem.De
beiden zussen kwamen overeen, dat ze zich zouden neerleggen bij de
scheidsrechtelijke uitspraak over deze kwestie van de ridderschap en de vier
hoofdsteden van de Gelderse kwartieren. Claes van Haeften en zijn halfbroer
Johan werden daarvan officieel per brief op de hoogte gesteld, net zoals alle
andere ridders.
![]() |
Zegel van
Mechteld van Gelre
|
De strijd tussen Mechteld en
Maria was rechtstreeks verbonden met de burgeroorlog die toen in Gelre woedde
en die ging tussen de belangrijkste families in Gelre de Heeckerens en de
Bronckhorsten. Mechteld was aanhangster van de Heeckerens en Maria van de
Bronckhorsten.
In 1373 besloot keizer Karel IV
van het Heilig Roomsche Rijk tussen beiden te komen. Door de jonge Willem van
Gulik met het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen te belenen, maakte hij een einde aan de
strijd tusen de twee zussen, die in 1376 zich met elkaar verzoenden. Het jaar
daarop sloten Mechteld en haar man Jan van Blois vrede met de ridders en knapen
uit Overbetuwe, Nederbetuwe, Tieler- en Bommelerwaard, de Veluwe en de steden
Huissen, Wageningen, Tiel, Bommel, Harderwijk, Elburg en Hattem. Tot de ridders
behoorde Claes van Haeften en diens halfbroer Johan, die het betreffende
document mede ondertekenden.
Mechteld kon zich maar moeilijk
bij de nieuwe situatie neerleggen, ze bleef nog een jaar of drie door mokken
met als gevolg, dat ze steeds meer bondgenoten verloor. Uiteindelijk deed ze in
1379 definitief afstand van al haar rechten, maar ze bleef zichzelf hertogin
van Gelre en gravin van Zutphen noemen.
Mechteld overleed in 1384 en werd begraven in het klooster op het landgoed
Mariëndaal bij Arnhem.
Kort na de ondertekening van de
vrede met Mechteld van Gelre overleed Claes van Haeften op 6 januari 1377. Er
zijn bronnen die als zijn sterfdatum 1373 noemen, maar dat is uiterst
onwaarschijnlijk, gezien het feit, dat hij in 1377 nog de landvrede mede
ondertekende. Johanna de Cock van Opijnen overleed na 1377 en werd daarmee
minstens 28 jaar oud.
Tiel, 8 mei 2020
Geen opmerkingen:
Een reactie posten