Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

zondag 8 november 2020

Genealogisch blog 487

Post uit Westerbork

Ik vertelde in Genealogisch blog 485 van 2 november jl. over de verbinding(en) tussen de families Koopman en Swaab. In dit Genealogisch blog wil ik het weer hebben over een verbinding tussen de families Koopman en Swaab, maar de familie Koopman, waarover het hier gaat heeft geen enkele relatie met de familie Koopman uit Genealogisch blog 485 en ook niet met de familie Koopman, waarvan ik de stamboom bestudeer. Dit Genealogisch blog wordt het verhaal van Elias Koopman, met de roepnaam Elie, en Sara Swaab, die over het algemeen Saar werd genoemd.

Elie Koopman werd in Amsterdam geboren op 2 januari 1891. Zijn ouders waren Eliazer Koopman (1867-1942) en Mijntje Soep (1868-1937). Elie ging als slijper werken in de diamantindustrie.

Toen hij 29 jaar was, trouwde Elie met de toen 30-jarige Saar Swaab in Amsterdam op 20 mei 1920. Bij hun huwelijk waren de getuigen Jacob Koopman (1892-1943), een broer van Elie en zwager Abraham Teeboom (1893-1943), de echtgenoot van Catharina Swaab, een zus van Saar. Het paar ging wonen op de Tugelaweg nummer 39 eenhoog. 

Elias Koopman, foto Joods Monument

Saar Swaab was de oudste dochter van Meijer Swaab en Raatje Gerritse. Zij kwam ter wereld in Amsterdam op 9 januari 1890. Elie Koopman en Saar Swaab kregen op 21 juni 1922 dochter Mina. Haar roepnaam was Miep. Miep verdiende de kost als kantoorbediende. Zij was 20 jaar, toen ze op 13 juli 1942 in het huwelijksbootje stapte met de vertegenwoordiger Alexander (Lex) Drieduite. Lex, een zoon van David Drieduite en Evelina Ockersen, werd geboren op 27 oktober 1919. Miep en Lex trokken na hun huwelijkssluiting in bij de ouders van Miep.

Miep stond sinds 17 juli 1942 bij de Amsterdamse politie geregistreerd als vermist. De chef van het bureau Kinderpolitie liet een verzoek om opsporing van Miep uitgaan. Met een dergelijke omschrijving werden Joden aangeduid, die ondergedoken waren. Het lukte Miep echter niet uit handen van de Duitsers te blijven.

Elie Koopman was op 20 augustus 1941 betrokken bij een fietsongeval in de Spuistraat. Het slachtoffer, Joanna Louisa Vermorken, verklaarde tegenover de politie, dat het ongeval kon gebeuren omdat een persoon (Elie Koopman) te veel naar links uitweek, terwijl zij langsfietste. Door het ongeval ontstond een schade aan haar fiets van fl. 2,50. Twee dagen later haastte Elie zich naar het politiebureau om te verklaren, dat niet hij het ongelijk had veroorzaakt, maar mej. Vermorken zelf. Hij was op normale wijze op zijn fiets gestapt en weggereden.

In het voorjaar en de zomer van 1942 meldde Elie zich nog twee keer bij de Amsterdamse politie. Beide keren ging het om diefstal van een fiets. In mei 1942 deed hij aangifte van de diefstal van zijn fiets, die geparkeerd stond bij de Simplexfabrieken aan de Overtoom. De waarde van zijn fiets bedroeg fl. 80,00.

Op 1 juli deed Elie aangifte van het feit, dat een damesfiets (van zijn vrouw of dochter??) in de nacht van 28 op 29 juni gestolen was uit het trapportaal van zijn woning aan de Tugelaweg. Hij liet de politie weten geen idee te hebben wie de dader zou kunnen zijn.

Kaart bij de Joodse Raad van Elias Koopman

Het was in het begin van de oorlog voor Elie en zijn gezin een gelukje, dat hij in de diamantindustrie werkte. Daardoor waren hij en Saar voorlopig “gesperrt”, d.w.z. dat ze voorlopig vrijgesteld waren om op transport gezet te worden. De Duitsers hadden de werkers in de diamantindustrie hard nodig voor hun oorlogseconomie. Maar na de Wansee Conferentie stond het voor de Duitsers vast, dat alle joden in Europa “opgeruimd” moesten worden. Daarmee stond ook het lot van Elie Koopman, Saar Swaab, die leed aan een chronische ontsteking van haar dikke darm, en hun dochter Miep, die overigens niet “gesperrt” was, vast. Ze werden in juni 1943 opgepakt en overgebracht naar Westerbork, waar ze op 20 juni 1943 aankwamen. Elie vond onderdak in barak 72 en Saar en Miep kwamen terecht in barak 71. De echtgenoot van Miep, Lex Drieduite, kwam negen dagen later aan in Westerbork en verbleef in barak 67.

Plattegrond Concentratiekamp Westerbork

Vrij kort nadat ze in Westerbork waren aangekomen, schreef Saar een brief aan haar jongste broer Isaac Swaab, die op het Pretoriusplein in Amsterdam woonde. Volgens de slecht te lezen scan van haar brief vroeg Saar aan haar broer en diens vrouw Dien om parketten met levensmiddelen op te sturen. Ze vertelde, dat vader, moeder, Floor en Celientje (waarschijnlijk haar zussen Debora en Mientje), Anna (?) en de Soubices (mogelijk hun buren in Amsterdam) al naar het Oosten waren weggevoerd. In dezelfde brief schreef dochter Miep hoe moeilijk het was geweest niet mee te gaan met het transport van 29 juni 1943, waarmee haar man Lex werd afgevoerd naar Sobibor.

 

Briefkaart van Elie Koopman aan zijn zwager Isaac Swaab, d.d. -2-07-1943, Collectie Joods Historisch Museum


Op 2 juli 1943 stuurde Elie weer een bericht naar zwager Isaac Swaab. Dit keer een briefkaart. Hij schreef:

“Westerbork 2.7.43

Beste Dien, als jij deze kaart ontvangt weten wij nog niet of wij nog hier zijn, maar mocht je deze kaart nog maandagmorgen vroeg hebben, dan moet je direct voor Miep opsturen: wolle broek, een paar blouses, leeren blauwe schoenen, zeep, tandpasta, zeeppoeder, haarpennen, krulspelden, elastiekjes. Zeep mag je gerust kopen als je het kunt krijgen een paar stukken. Als je deze kaart later ontvangt dan maandag dan moet je wachten met sturen totdat je van mij iets hoord.

Dien, als mijnheer Jacobs uit onze naam komt dan is het in orde, want dat hebben wij toch afgesproken. Dus Dien direct maandag met de JR sturen dan wordt het nog uitgereikt voor het transport en ook pakketten levensmiddelen. Ook hoop ik dat je het goed hebt begrepen, dan komt het wel in orde. Dag Dien, allemaal gegroet van ons allemaal.

Elie.”.

Uit wat Elie aan zijn schoonzus schreef, valt op te maken, dat hij op 2 juli 1943 al wist, dat hij en zijn gezin mee moesten met het volgende transport van 6 juli 1943. Ik ga ervan uit, dat Elie en de zijnen niet meer wisten dan dat ze op transport zouden gaan naar het Oosten.

De briefkaart die Elias Koopman uit de trein wierp, foto: Collectie Joods Historisch Museum

Het lukte Elie een briefkaart mee de trein in te nemen, toen hij afgevoerd werd. In de trein schreef hij die briefkaart, die bestemd was voor Isaac en Dien Swaab, die op het Pretoriusplein woonden. Nog ergens in Nederland (vermoedelijk vlak bij Westerbork) heeft Elie de gefrankeerde briefkaart uit de trein gegooid. Mensen die langs het spoor woonden hebben de briefkaart gevonden en op de post naar Amsterdam gedaan. Elie schreef:

“in de trein 6. 7. 43

Beste Dien,

Zijn met ons drieën op weg naar onbekende bestemming. Hartelijke dank voor de pakketten, ook voor het laatste groote pakket. Wij hebben alles ontvangen wat je hebt gestuurd.

Groet aan Is (Isaac) en jijzelf. Groet ze bij Jetty thuis. Saar, Miep en Elie.

Tot weerzien.”

Ik vind het opvallend hoe zakelijk Elie in feite bleef in zijn bericht aan Dien. Hij was onderweg naar een onbekende bestemming. Hij bedankte Dien voor het pakket dat in goede orde ontvangen was. Als afscheid van zijn naaste familie deed hij slechts de groeten. Vermoedelijk zat zijn wanhoop helemaal in zijn laatste woorden: Tot weerzien.

Alle 2417 passagiers, niemand uitgezonderd, van het 17e transport van 6 juli 1943 werden direct na aankomst in Sobibor vergast. Er was voor Saar, Miep en Elie geen weerzien meer!

 

Tiel, 8 november 2020

 ======================================== 




 


 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten