Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

maandag 16 augustus 2021

Genealogisch blog 565

 

Dwangarbeider

Met 38 lotgenoten vertrok Jacobus van Haeften op 23 oktober 1941 met de trein vanaf Amsterdam CS naar Essen in Duitsland. De bezetter had vreemde arbeidskrachten nodig om de Duitse oorlogsindustrie draaiend te houden, nu zoveel Duitse mannen van huis waren om Europa te veroveren.

Het waren aanvankelijk vooral werkeloze, relatief jonge mannen die de Duitsers, met medewerking van onder meer het Gewestelijk Arbeids Bureau Amsterdam, in het kader van de Arbeitseinsatz gedwongen in Duitsland tewerkstelden. De groep die op 23 oktober 1941 naar Essen vertrok moest namens het Amsterdamse bedrijf H. de Blom gaan werken in de Gemeente Essen. Juridisch moest de Arbeitseinsatz waterdicht zijn.

Gezien de beroepen van de mannen, ga ik ervan uit, dat de firma H. de Blom in Essen voor de gemeente werkzaamheden in de (wegen)bouw uitvoerde. De dwangarbeiders van 23 oktober 1941 waren voornamelijk betonwerkers en timmerlui.

Plaquette ter herinnering aan werkopvoedingskamp Essen/Mülheim, foto Menno Brouwers

Uit het artikel “Politiële vervolging van Nederlandse dwangarbeiders: het werkopvoedingskamp Luchthaven Mülheim-Ruhr” in vertaling van Max Lauteslager valt op te maken, dat de mannen van 23 oktober 1941 ondergebracht werden in het werkopvoedingskamp Luchthaven Mülheim-Ruhr bij Essen. Onder slechte omstandigheden, te weinig voedsel, lange werkdagen en wrede bewaking door de plaatselijke Gestapo, moesten de ca. 500 mannen uit verschillende Europese landen werken aan de luchthaven Essen/Mülheim om die geschikt te maken voor militaire vliegtuigen. Het vliegveld moest uitgebreid worden en voorzien worden van langere landingsbanen voor de militaire toestellen. Na een bombardement op de stad Essen moesten de dwangarbeiders enkele keren in de stad helpen met puinruimen. De dwangarbeiders verbleven in een barakkencomplex ten westen van het vliegveld. Ze sliepen op strozakken. De ramen van de barakken waren gebarricadeerd. Het kamp was omgeven door prikkeldraad. Er was een wachttoren. Er zijn in het kamp in de periode 1941-1945 ten minste 130 personen bezweken door de ontberingen. Van de doden was ongeveer de helft Nederlander.

 

Transportlijst van 23-10-1941 naar Essen

De toen nog ongehuwde Jacobus van Haeften woonde op de Oudezijds Voorburgwal op nummer 11, toen hij naar Essen moest. Net als de andere mannen moest ook Jacobus opgeven aan wie in Amsterdam zijn loonoverschot (de sociale toeslag die de mannen kregen voor het werken in Duitsland) uitbetaald moest worden. Jacobus liet zijn loonoverschot uitbetalen aan Jacoba Pedro met wie hij toen in 1941 verkering had. Over 1941 kreeg Jacobus geen loonoverschot uitbetaald en in 1942 bedroeg zijn loonoverschot fl. 42,00.

Jacobus van Haeften, geboren op 7 maart 1911, was de jongste zoon van Jacobus van Haeften (1877-1957) en Johanna Hendrika Theunis (1878-1959). Jacobus had een oudere broer en twee oudere zussen. De andere vier kinderen van vader Jacobus en moeder Johanna overleden op jonge leeftijd. De ouders van Jacobus gingen in 1916 uit elkaar. Zijn moeder Johanna Hendrika Theunis werd toen aangesteld als de voogd van Jacobus. Zijn vader hertrouwde in 1918 met Catharina Hendrika Daamen (1894-1984). Uit dat huwelijk werd nog een zoon geboren, die de naam Gerrit kreeg.

Jacobus volgde de lagere school gedurende zeven jaar. Daarna ging hij nog anderhalf jaar naar de MULO. Vervolgens ging hij werken als steendrukker. In 1930 was het tijd voor zijn keuring voor de militaire dienst. Hij werd vrijgesteld vanwege broederdienst.

Tot 1930 woonde Jacobus bij zijn ouders in de Nieuwe Leliestraat 188. Daarna ging hij op zichzelf wonen aan de O.Z. Voorburgwal. Zoals reeds gemeld kreeg Jacobus verkering met Jacoba Pedro, met wie hij op 25 maart 1942 in Amsterdam in het huwelijksbootje stapte. Hij was toen ook in Nederland al werkzaam als betonwerker. Kennelijk heeft hij voor zijn huwelijk van de Duitse autoriteiten in Essen verlof gekregen. Jacoba kwam op 6 november 1919 ter wereld in Amsterdam als dochter van de koopman Jan Christiaan Pedro en Catharina Carolina Bosbaan. Kort na de sluiting van zijn huwelijk moest Jacobus terug naar Essen.

Uit de bewaard gebleven documentatie over Jacobus van Haeften blijkt, dat hij per 6 augustus 1942 voor de eerste keer formeel uit het werkopvoedingskamp Luchthaven Mülheim-Ruhr terugkeerde naar Amsterdam wegens ziekte. Op zijn kaart over 1942 bij het Gewestelijk Arbeids Bureau Amsterdam stond nog vermeld, dat dat geen smoesje was, maar dat zijn ziekte voorlopig gemotiveerd was.

Kaart Jacobus van Haeften bij Gew. Arb. Bureau Amsterdam (detail)

Uit de beschikbare documenten valt niet op te maken of Jacobus na zijn ziekteverlof is teruggekeerd naar Essen. Het lijkt waarschijnlijker, dat hij zich schuil gehouden heeft voor de Duitse instanties en daardoor de oorlog heeft overleefd.

Begin maart 1944 vestigde hij zich met echtgenote Jacoba in de Marnixstraat op nummer 125 eenhoog, een adres waar zij in 1946 weer terugkeerden na op de Lauriergracht gewoond te hebben. Op 11 maart 1944 werd de eerste van hun drie kinderen geboren, een dochter. Later volgden een zoon en nog een dochter. Allen zijn nog in leven, voor zover bekend. Het gezin van Jacobus en Jacoba heeft nog op verschillende adressen in Amsterdam gewoond. Laatstelijk in de Gaaspstraat op nummer 25 tweehoog.

Echtgenote Jacoba Pedro is overleden op 14 mei 1983. Zij werd 63 jaar oud. Vier dagen later vond haar begrafenis plaats op de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Amsterdamse Kruislaan.

Jacobus van Haeften blies zijn laatste ademtocht uit in oktober 1999. Hij bereikte de leeftijd van 88 jaar.

 

Tiel, 16 augustus 2021


 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten