Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

donderdag 9 februari 2023

Genealogisch blog 682

 

Sigarenwinkelier

Simon Walvisch was uitbater van een sigarenwinkel aan de Pretoriusstraat in Amsterdam-Oost. Simon was een van de twaalf kinderen van Jacob Mozes Walvisch en Schoontje Zeeman. Hij werd in Amsterdam geboren op 19 maart 1882. Simon was klein van stuk. Bij de dienstkeuring op 21 december 1901 was zijn lengte slecht 1.57 m. Hij had een rond gezicht en blond haar. Hoewel hij werd goedgekeurd, is niet bekend bij welk onderdeel van de krijgsmacht hij werd ingedeeld. Hij verdiende in die jaren de kost nog als sigarenmaker. Later opende hij zijn eigen winkel.

Toen Simon 22 jaar was trad hij in Amsterdam in het huwelijk met Rosette Abram op 29 juni 1904. Daarbij waren als getuigen aanwezig Jozef Bartelsman, Joseph Franciscus Juwett, Jacobus Hendrik Koch en Johannes Nicolaas van Weely. Rosette, geboren op 8 maar 1884, was een dochter van Simon Abram en Judith Presser.

Toen Simon en Rosette trouwden, was Rosette al vijf maanden zwanger. Ze zou op 23 oktober 1904 een tweeling ter wereld brengen, een dochter, die de naam Judith kreeg, en een zoon die Jacob heette. Al snel na hun geboorten overleden de beide kindjes, Judith op 13 november 1904, ze was pas drie weken oud, en Jacob drie dagen eerder op 10 november, hij werd slechts 18 dagen oud.

Simon Walvisch, foto Joodsmonument

Het is aannemelijk, dat Simon en Rosette zich direct na de voltrekking van hun huwelijk in de Pretoriusstraat vestigden. Andere adressen staan niet vermeld op de Amsterdamse Archiefkaart van Simon. Na de dood van de tweeling raakte Rosette weer snel zwanger. Maar ook deze keer was het geen gelukkige zwangerschap. Op 6 juli 1905 baarde Rosette een levenloos kind.

Het jaar daarop kende Rosette wel een succesvolle zwangerschap. Op 12 april 1906 kwam dochter Schoontje ter wereld. Schoontje kreeg de roepnaam “Siene”. Siene was 21 jaar oud, toen zij op 23 november 1927 in het huwelijk trad met socialistische diamantbewerker Samuel Sluijser. Samuel kreeg zijn opleiding tot diamantbewerker bij de fa. Asscher in de Tolhuisstraat. Hij sloot zijn leertijd af met het afleggen van de vereiste proef op 18 juli 1919. Toen zijn leertijd was afgesloten, kon hij direct lid worden van de vakbond ANDB. Hij verdiende destijds bij Asscher fl. 27,80 per week. In 1925 ontving Samuel in dienst van de firma M. Woudhuisen een weekloon van fl. 45,00. In de jaren ’30 van de vorige eeuw kon de Amsterdamse diamantindustrie de concurrentie met Antwerpen niet meer aan, omdat in de Belgische stad veel lagere lonen werden betaald. Veel diamantbewerkers raakten werkeloos in Amsterdam of trokken naar Antwerpen. Samuel werd toen koopman van huishoudelijke artikelen bij een fabrikant voor verduisteringsmateriaal.

Samuel werd geboren op 18 februari 1903 als zoon van Mozes Sluijser en Sara Verdooner. Samuel was een broer van Meijer Sluijser (1901-1973), die na de oorlog bekendheid verwierf als oprichter en journalist van het Vrije Volk en van de VARA. Siene en Samuel gingen in de Ben Viljoenstraat in Amsterdam-Oost wonen. Tijdens de oorlog was Samuel in dienst van de Joodse Raad en werkte hij onder meer als behanger van verduisteringsgordijnen. Ook was hij actief in de Hollandsche Schouwburg. Als medewerker van de Joodse Raad kreeg hij met zijn gezin voorlopig een “Sperre”, uitstel van deportatie. De Sperre mocht echter niet baten, eind juni 1943 zaten Samuel, Siene en hun kinderen Maurice, geboren in 1932, en Rosette van 1935 (in 1929 was een kindje levenloos ter wereld gekomen) in barak 67 in Westerbork. Vanuit het kamp schreef Siene een laatste levensbericht aan haar vriendin Thil de Jong-Schippers, die op de Tugelaweg in Amsterdam woonde. Op 6 juli 1943 ging het gezin Sluijser-Walvisch op transport naar Sobibor. Alle 2417 personen die met dat transport meegingen werden op 9 juli vermoord.


Kaart Siene Walvisch uit Westerbork

Opmerkelijk is overigens, dat in het Arolsen Archiv geen kaarten te vinden zijn van het gezin Sluijser-Walvisch.

Dochter Judith was weliswaar het vijfde kind van Simon Walvisch en Rosette Abram, maar het tweede die niet tijdens of kort na de geboorte overleed. Zij werd geboren in Amsterdam op 31 juli 1907. De roepnaam van Judith was Juutje. Op 23-jarige leeftijd trouwde Juutje met Jeremias Swart, wiens roepnaam Remie was. Remie zag het eerste levenslicht op 6 januari 1906. Hij was een zoon van Abraham Swart en Sophia Swaab. Van beroep was Remie diamantslijper, terwijl hij later, samen met Juutje, een sigarenzaak begon in de Van Woustraat in Amsterdam. 

Gezin Swart-Walvisch, foto Joodsmonument

Juutje en Remie werden de ouders van dochter Ronny van 1934 en van een  zoon, die Alfred (Freddy) heette. Alleen Alfred heeft door onderduik de Tweede Wereldoorlog overleefd. Zijn moeder en zusje werden in Auschwitz vermoord, terwijl zijn vader in Bergen-Belsen stierf. Van vader Remie zijn verschillende brieven bewaard gebleven die hij vanuit Vught, Westerbork en Bergen-Belsen schreef aan zijn vriend en arts Emanuel Leisen, die de oorlog overleefde omdat hij gemengd gehuwd was. Na de oorlog emigreerde de familie Leisen naar Engeland. Bij die gelegenheid overhandigde Emanuel Leisen de brieven die hij van zijn vriend Remie had ontvangen aan diens zoon Freddy.

Het jongste kind van Simon Walvisch en Rosette Abram was dochter Sophia, die op 22 oktober 1925 werd geboren. Sophia werd op 1 oktober 1942 vermoord in Auschwitz. Zij bereikte de leeftijd van 16 jaar.

Aan het gelukkige huwelijk van Simon Walvisch en Rosette Abram kwam een einde door het overlijden van Rosette op 30 december 1923. Ze was nog maar 39 jaar oud. Bijna een jaar later hertrouwde Simon met Susanna Swart, die geboren was op 27 december 1890. Zij was een dochter van Jeremias Swart en Saartje Leuw. Bij het huwelijk van Simon Walvisch met Susanna Swart waren als getuigen aanwezig Salomon Stein en Joseph Walvisch (1884-1942), een broer van Simon.

Simon Walvisch en Susanna Swart, foto Joodsmonument

Susanne Swart was de weduwe van Nathan Melkman (1892-1920), met wie ze op 7 februari 1917 in Amsterdam in het huwelijk trad. Susanne en Nathan kregen een kind, dochter Flora, die op 21 september 1919 ter wereld kwam. Na de dood van haar vader en het huwelijk van haar moeder met Simon Walvisch werd Flora liefdevol opgenomen in het nieuwe gezin. Flora Melkman werd op 30 september 1942 in Auschwitz vermoord.

Op 25 september 1942 kwamen Simon Walvisch en Susanna Swart en Simons dochter Sophia aan in Westerbork, enkele dagen daarvoor waren zij door de nazi’s opgepakt. Drie dagen later volgde hun transport naar Auschwitz, waar ze direct na aankomst in de gaskamers werden vermoord. Simon Walvisch bereikte de leeftijd van 60 jaar. Susanna Swart werd 51 jaar oud.

 

Tiel, 9 februari 2023


 



 


 


 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten