Familiefoto's

Familiefoto's
Familiefoto's

woensdag 1 februari 2023

Genealogisch blog 680

 

Ambulante onderwijzer

Het zat bij Levie Swaab ook in zijn genen om van plaats naar plaats te trekken. Niet om, zoals velen van zijn familieleden, op kermissen en in het circus zijn artistieke kunsten te vertonen. Nee Levie was (hulp)onderwijzer. Ik kwam zijn naam tegen in het boek “Besneden en begraven.., Vijf eeuwen Joden in Tiel en het Gelders Rivierengebied” van Jakob Becker. In dat boek staat van Levie vermeld, dat hij geboren was te Amsterdam en van 15 augustus 1864 tot 30 juni 1867 als hulponderwijzer werkte in Culemborg, terwijl hij in Tiel woonachtig was. Tenslotte laat het boek weten, dat hij naar Winschoten vertrok.

Deze gegevens over Levie Swaab intrigeerden mij. Waarom ging hij weg uit Amsterdam? Waarom woonde hij in Tiel, terwijl hij, volgens het boek, in Culmborg werkzaam was? Wat had Levie in Winschoten te zoeken. Allemaal vragen, die mij deden besluiten het leven van Levie Swaab aan een nader onderzoek te onderwerpen door de nodige archieven online te raadplegen. Ik besloot daarbij de gegevens in het boek van Jacob Becker als vertrekpunt te nemen.

Levie Swaab, in Amsterdam geboren op 10 juli 1841, was een zoon van Samuel Levie Swaab en Aaltje Machiel Koord. Levie was het jongste kind van sjouwerman Samuel Levie en Aaltje, die in totaal zes kinderen kregen. Twee kinderen werden levenloos geboren. Zoontje Levie bereikte slechts de leeftijd van een jaar. De Levie Swaab van dit verhaal had een oudere zus en broer.

Uit het Amsterdamse Militieregister valt op te maken, dat Levie in 1861 gekeurd moest worden voor militaire dienst. Hij kreeg een jaar uitstel van militaire dienst, omdat hij theologie studeerde. Blijkbaar kon hij studeren ondanks het feit, dat zijn ouders het niet breed hadden. Daarvan getuigde ook de adressen waar vader Samuel en moeder Aaltje met hun gezin woonden: de Joden Houtuinen en de Marken in Amsterdam, sloppenwijken zouden we tegenwoordig zeggen.

Sloppen in de Markensteeg, Amsterdam

Na zijn studie ging Levie aanvankelijk aan de slag als hulponderwijzer. Begin januari 1863 had hij werk gevonden in Tiel als hulponderwijzer aan de Israëlitische kostschool voor jonge heren. In 1809 telde Tiel 173 Joodse inwoners. Dat aantal nam toe tot 385 in 1869. De stad aan de Waal kende in die tijd de grootste Joodse gemeenschap van Gelderland. Er was behoefte aan een eigen begraafplaats (1827) en een synagoge (1839). In 1841 ging de Joodse school van start. En in 1855 begon de uit Amsterdam afkomstige Asser Hirsch in Tiel een “Kostschool voor Israëlitische Jonge Heeren”. Het “Instituut Hirsch” was niet alleen bekend onder Nederlandse Joden, ook vanuit het buitenland was de belangstelling groot.

Het witte huis was de woning van Asser Hirsch in Tiel

Levie was tot 12 oktober 1864 verbonden aan het ”Instituut Hirsch”. Inmiddels gaf hij als hulponderwijzer al sinds 15 augustus 1864 ook les in Culemborg. De joodse school was in Culemborg gevestigd in een lokaal boven het rituele bad. De school in Culemborg, waaraan joodse godsdienstleraren lesgaven, kreeg in 1858 de status van “armenschool”. Vanaf dat moment werden er geen lessen meer gegeven in algemene vakken.

Levie was tot 30 juni 1867 verbonden aan de joodse school in Culemborg, hij verhuisde toen naar Winschoten om daar de joodse kinderen te gaan onderwijzen. In het Groningse Winschoten kreeg hij verkering met Leentje Engers. Het klikte en dus besloten Levie en Leentje in het huwelijksbootje te stappen. Dat deden ze in Winschoten op 8 april 1869. Bij de voltrekking van hun huwelijk waren Freek Simson Engers, Mozes van der Hove, Gerardus Jan Seiphout en Jonas Zinkenberg de getuigen. Leentje kwam ter wereld in Winschoten op 29 januari 1846. Haar ouders waren Levie Engers en Betje Izak Swaab, die, voor zo ver ik heb kunnen nagaan, geen familie was van Levie.

In Winschoten kwamen de eerste twee kinderen van Levie en Leentje ter wereld. Dochter Aaltje zag het eerste levenslicht op 31 juli 1869. Zij trouwde op 27 februari 1902 met de Alkmaarder Samuel Nathan Cohen, de weduwnaar van Elisabeth Anna Weijde. Aaltje overleed in Winschoten op 25 september 1935.

Aaltje kreeg op 20 december 1870 een zusje, die van haar ouders de naam Betje kreeg. Betje was 19 jaar toen zij in Amsterdam in het huwelijk trad met Mozes Salomons. Wanneer Betje is overleden is mij niet bekend. Mozes Salomons stierf in Amsterdam op 24 februari 1938. Zijn stoffelijke resten vonden hun laatste rustplaats op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Half september 1872 verhuisden Levie, Leentje en hun beide dochters naar Goes, waar Levie ook als hulponderwijzer aan de slag ging om de weinige joodse kinderen van Goes te onderwijzen. Het gezin ging wonen in de Lange Voorstraat. In Goes kregen Levie en Leentje hun eerste zoon, die zij Samuel noemden. Deze jongen was echter geen lang leven beschoren want hij overleed op 4 april 1876 op driejarige leeftijd in Hilversum, waarheen het gezin inmiddels was verhuisd.

In Hilversum was de joodse school gevestigd in de woning van de onderwijzer aan de Zeedijk. Daar breidde het gezin van Levie Swaab en Leentje Engers zich uit met nog vier kinderen, de dochters Femma van 27 december 1875 en Mietje, die ter wereld kwam op 2 november 1877, en de zonen Samuel van 31 juli 1879 en Michel, die geboren werd op 21 december 1883.

Mietje Swaab

Femma en Mietje trouwden allebei in Amsterdam met een diamantslijper en verhuisden naar de omgeving van Antwerpen. Femma en Mietje en haar echtgenoten kwamen allen via Mechelen in Auschwitz terecht, waar ze werden vermoord in de gaskamers.

Zoon Samuel trouwde op 7 juni 1906 met Rachel Mina Henriëtte van Straten. Rachel, geboren in Rotterdam op 9 mei 1883, was een dochter van Hartog Emanuel van Straten en Mina Speijer. Van Samuel Swaab ontbreek verder eigenlijk ieder spoor. Daar ik gevonden heb, dat echtgenote Rachel in Londen is overleden in 1964, neem ik aan, dat ook Samuel naar Engeland is geëmigreerd. Naar verluidt heeft het paar drie kinderen gekregen.

Geboorteakte Samuel Swaab 1879

Het zevende kind van Levie Swaab en Leentje Engers was zoon Louis die op 26 januari 1881 in Amsterdam het eerste levenslicht zag. Louis verdiende de kost in de elektrotechniek. Hij trouwde met Catharina Hendrina Cornelia de Clerq Zubli, die op 3 februari 1880 in Breda werd geboren. Het stel werd de ouders van twee dochters. Louis Swaab overleed in ’s Gravenhage op 10 november 1932. Hij bereikte de leeftijd van 51 jaar. Echtgenote Catharina blies haar laatste ademtocht uit in Wijchen op 4 oktober 1957. Zij was toen 77 jaar.

Na Louis kregen Levie en Leentje nog een zoon, die zij de naam Michel gaven. Michel kwam ter wereld in Hilversum op 21 december 1883. Over hem valt zo veel te vertellen, dat ik besloten heb zijn levensverhaal te vertellen in het volgende Genealogische blog.

Ook over het jongste kind van Levie en Leentje kan ik kort zijn. Dat was dochter Gonda van 21 augustus 1886. Gonda trouwde in 1921 met handelsreiziger Alfred Michaelis. Gonda en Alfred kregen een dochter, Hanna genaamd en die bekend werd als dichteres en die trouwde met Gerard van het Reve. Ik vertelde over haar uitvoerig in Genealogisch blog 601 van 24 januari 2022.

Graf van Leentje Engers

Vanuit Hilversum verhuisden Levie Swaab en Leentje Engers terug naar Amsterdam. Daar overleed Levie op 2 mei 1900. Hij bereikte de leeftijd van 58 jaar. Echtgenote Leentje overleefde haar man zestien jaar. Zij stierf op 69-jarige leeftijd op 15 januari 1916. Haar lichaam werd begraven in Muiderberg op 17 januari 1916.

 

Tiel, 1 februari 2023


 



 


 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten